Piano stemmen

Toen we hier meer dan 20 jaar geleden zijn komen wonen, heb ik de piano van mijn ouders meegebracht. Ginder werd er toch niet op gespeeld en ik vond het een mooi ding. Trouwens, ik kon het wel gebruiken om koorpartijen in te studeren. We hebben hem toen ook uitgebreid laten stemmen door een vriend van mijn schoonouders die effectief pianostemmer van beroep was.

Nu, vandaag had Merel een notenleerles gekregen via de computer en moest ze ook een taak maken. Ze snapte iets niet helemaal van tonica’s en medianten en dominanten, en dus sloeg ik de piano open en een akkoord aan (zeugma, iemand?).

Oi! Mijn oren!

Het was duidelijk lang geleden dat ik hem nog gebruikt had, want hij stond kattevals. De meeste noten worden gevormd door drie snaren, en zodra er daar ééntje van ontstemd is, klinkt het afgrijselijk. Het was ook niet één noot die ontstemd stond, het leek wel een kattenparadijs.

Bon, de voorkant er dus uitgehaald, de stemsleutel genomen en puur op het gehoor proberen bijstemmen. Het is een kwestie van bepalen welke van de snaren voor het auditieve ongemak zorgt en die dan terug goed te zetten. Staat elke noot dan juist? Nee, want ik zorg er enkel voor dat de drie (of twee) snaren per noot gelijk staan. Zijn ze alle drie wat gezakt, dan blijf ik er af, want dan begint het moeilijk te worden. Tenzij het de spuigaten uitloopt natuurlijk. En om Wolfs stembakje te halen, daar was ik dan weer te lui voor. Maar een akkoord klinkt nu weer als een akkoord, en een Für Elise klinkt nu niet meer alsof ik Beethoven post mortem een hartverzakking wil doen krijgen.

En Merel? Die stond erbij, keek ernaar met open mond, en vond dat allemaal vree wijs. En sloeg daarna prompt een mooi akkoord aan. Met dominant.

Nog een rokje!

Merel was zo blij met haar rokje, dat ze graag nog eentje in het zwart wou ook. Ik had nu toch gewone zwarte katoen liggen, van de mondmaskers, en dus gingen we aan het werk. Mijn bevallige assistente tekende en knipte de zakken – oh ja, het is een modelletje mét zakken! – ik knipte en naaide de rechthoeken, de boorden en prutste de rekker op zijn plaats, en voilà, een tweede rokje met voldoende stof deze keer en dus nog zwieriger. En ze staat er beeldig mee!

Roze rokjes

Toen ik de pedaal van de naaimachine van ons ma liet repareren, heb ik meteen ook mijn 50 jaar oude Bernina binnengestoken, ook voor nazicht van zowel de kapotte pedaal als de machine zelf. Ik kon een nieuwe pedaal online bestellen voor zo’n 200 euro en dan nog niet eens zeker zijn dat het goed ging zijn. Maar deze enthousiaste kerel heeft dus de condensator van de pedaal vervangen, de hele machine nagekeken, de condensatoren daar vervangen en het hele ding gesmeerd en gekuist. Resultaat: het loopt als een vliemke! En ik gebruik om eerlijk te zijn toch liever de Bernina dan de Singer van mijn ma: de motor is veel krachtiger en ze is simpeler om te bedraden en zo.
Intussen is dus wel de machine van ons ma binnen voor onderhoud wegens een slecht contact aan de spoelopwinder. En zo blijven we bezig, dus.

Maar bon, ik had dus al eerder een roze mondmaskertje gemaakt voor Merel en die was ronduit zot van de stof. Het is iets dat ik letterlijk op zolder had liggen, geen idee eigenlijk waar die nog vandaag komt.

Ik heb dan online om een patroon voor een zwierig rokje met rekker gevraagd – dat was wat Merel zelf wilde – en Patricia stuurde me de link voor de @skirtalert van Bel Étoile. Ik ging nog op zoek naar een rekkerband van 2 cm, vond die simpelweg in de Delhaize, en ging aan het werk. Ik had dan ook de alleraardigste naaiassistente die patronen voor de zakken knipte, speldjes aangaf, dingen uitmat en gewoon voor een opgewekte sfeer zorgde.

Drie kwartier of zo later had ik een bijzonder vrolijke dochter in een roze rokje. Het is wel niet zo zwierig geworden als bedoeld omdat ik niet voldoende stof had, maar bon, ik vind het wel mooi, en vooral: Merel vindt het mooi.

En meer moet dat niet zijn.

Bad karma?

Zucht. Bart is daarstraks gestruikeld over de kabel van mijn naaimachine, waardoor die nu definitief de geest heeft gegeven. Als in: de kabel is uit de gesealede behuizing van de naaimachinestekker gesnokt. Drie machines in huis en geen van drie nog bruikbaar wegens dode pedalen/stekkers. En geloof me, als je nog een pedaal kan vinden van zo’n oud beestje, vragen ze er meer dan 100 euro voor, vlotjes. Daarvoor kan ik al een goedkope nieuwe machine vinden tegenwoordig.
Maar bon, ik belde naar de Singerwinkel hier in Gent, en die heeft niet alleen een zeer enthousiaste verkoper, maar ook gewoon de juiste stekker in huis. Vandaag binnensteken, morgen afhalen, zei hij. En ik mocht ook de oude Bernina meenemen waarvan de pedaal kortsluiting geeft. Hij wou de machine zelf ook zien, want blijkbaar zijn die oude Bernina’s allemaal verschillend en kan een universele pedaal ervoor zorgen dat die motor zichzelf opblaast. En laat dat nu net de kracht van dat oude beestje zijn, die sterke motor.
Dat ding weegt wel ongeveer 15 kilo, de fiets was dus geen optie. Maar Merel en ik kleedden ons beiden op, trokken een bijpassend mondkapje aan, en reden fluks naar de Steendam.
Geef toe, we zagen er fantastisch uit, toch?

Daar wist de man ons te vertellen dat het niet echt zo heel erg druk was en dat hij eigenlijk de pedaal wel kon repareren binnen het half uur. Ik stemde meteen opgetogen toe en stelde Merel voor om in ’t stad te gaan. Toen ik haar zei dat er wellicht geen ijsjes gingen zijn, verzekerde de volgende klante me dat ze wel open waren hoor, ook de Damass. Merel en ik dus daar naartoe, en effectief: ijsjes! Met afstand en handschoenen en mondkapjes, maar ijsjes, yay! We liepen dan maar naar de Graslei en gingen vijf minuten zitten op het muurtje. Ja, we wisten dat het niet mocht, en effectief, er zijn zowel zwaantjes als Draken als een gewone politieauto gepasseerd, dus stonden we meer recht dan dat we zaten.

En we kwamen ook wel wat bekenden tegen, dus al bij al werd het een uur voordat we terug waren. Niet dat dat erg was in dat zalige weer. Het deed vooral ook gigantisch veel deugd om eindelijk eens een vleugje normaliteit te hebben: rondlopen in ’t stad en een ijsje eten. Ook al waren alle winkels nog dicht, waren er geen terrasjes en zag je overal mondmaskers. Het deed gewoon deugd.

We hadden een bijzonder fijne namiddag én ik heb opnieuw een werkende naaimachine! Dik in orde, toch?

Mondmaskertijd

Ik had het al een tijd zitten zeggen dat ik mondmaskers ging maken. Bart had er niet veel vertrouwen in en bestelde er zelf al een aantal, maar intussen ben ik er – zij het met enige hindernissen – aan begonnen. Ik had nog een paar stofjes liggen, maar de jongens en Bart vroegen vooral zwart, en dat had ik niet meer. Tenzij in van die dikke dikke stof, en dat is ook niet de bedoeling of je kan niet meer deftig ademen.

Merel en ik gingen daarom deze middag de fiets op. Allez ja, ook weer een regeling zoals de vorige keer: we fietsten samen tot aan de voet van de fietsbrug, zetten daar haar fiets stevig op slot, en dan ging ze achterop, de brug over, het ziekenhuis door en zo naar de Sleepstraat. Alwaar, tot mijn verbazing, geen rij stond. Voor 18 euro heb ik twee meter zwarte katoen, een meter paarse katoen, een meter streepjes, een meter paarse bolletjes en 10 meter ronde zwarte elastiek. Ik vind dat persoonlijk  niet slecht, nee.

En toen fietsten Merel en ik terug naar haar fiets en vonden we dat het dringend tijd was voor een koekje. Of twee. Of drie :-p

Enfin, ik heb nu dus stoffen en ik kan eraan beginnen. Ik heb er intussen wel al een paar, kijk maar. Een blauwtje en een knalroze voor Merel, ook al hoeft zij dat eigenlijk niet te dragen. En Wolf probeerde het even op een alternatieve manier, maar vond dat precies niet zo comfortabel.

 

Dode lupa – levende lupa?

Dinsdag, tijdens mijn voorlaatste les van dit jaar, ben ik gigantisch lomp geweest. Blijkbaar stond mijn geliefkoosde beeld van de lupa – de wolvin van Rome, met die twee baby’s eronder – iets meer naar voor op mijn lessenaar dan anders. ’t Is niet alsof er veel plaats over is in die schoendoos van mij.

Ik zwier met een gigantisch enthousiasme de zijflap van mijn bord open, en jawel, met een grote zwier knalt mijn lupa tegen de grond. Het marmeren voetstuk is quasi niet beschadigd, maar de wolvin zelf, in een soort gegoten kunststof, is in gruzelementen. De leerlingen zijn ijverig beginnen zoeken naar alle brokstukjes, maar ik was er echt het hart van in. Mijn pracht van een lelijk beest, zomaar aan diggelen!

Ik heb ze mee naar huis genomen, heb alles in elkaar gepuzzeld en beetje bij beetje aan elkaar gezet. Ik heb nog wat schilfertjes links en rechts over, maar al bij al valt het best goed mee. Ze is wat fragieler nu, en iets meer gehavend, maar bon, ze is weer toonbaar. Oef. Ik had het eigenlijk niet durven hopen.

Zwembadperikelen, deel twee

Mja, eind juni is ons nieuwe zwembad voor een paar dagen vrij intens gebruikt. Sindsdien is het weer zo wat beginnen kwakkelen, in elk geval niet goed genoeg om buiten te zwemmen.
Kobe en ik hadden wel de filter aangesloten en dat soort dingen, we checkten de pH en deden er chloor bij, maar het water werd precies vuil. En groen. En vies. En er zaten massa’s grijze muggenlarven in. Als in: honderden. Ugh. Yuck. De kat vond het zelfs drinkbaar.

Nee, niet meer bruikbaar. Ik spoelde de filter twee keer per dag uit, maar het hielp niet direct. Bon, dan maar met Kobe naar de Brico voor een “shock treatment” voor groen water. En toen, ja toen viel onze euro: wat we in huis hadden gehaald als chloor, bleek pH mini te zijn, een product om de pH te verlagen maar niet om de bacteriën en algen onder controle te houden. Zucht.

We koppelden de filter los, deden een stevige dosis “Snelle Chloor” in het water, en zagen het uur na uur opklaren. We hadden ook een handmatige stofzuiger meegebracht, waardoor we het vuil konden opzuigen. Vierentwintig uur later was het water weer helemaal helder en het chloorgehalte zoals het moest zijn. Yay!

Gisteren waren we dan gaan zwemmen in de Rozenbroeken, vandaag mocht Merel mee met Sandra en Feija naar Merelbeke voor een heuse zwemles. Sandra geeft les aan twee kinderen, maar er was er maar eentje en dus mocht Merel mee. Toen ze thuis kwamen, zijn ze snel eerst samen naar de bibliotheek gegaan, en daarna hadden de meisjes nog niet genoeg gezwommen en doken ze ons zwembadje nog eens in.

Zo blij dat het gelukt is! Ik zag het niet zitten om nog eens 6500 liter water te gebruiken en het dan weer groen te zien worden. Oef.