In De Wulf

*Waarschuwing: hier volgt een uitgebreide restaurantpost met een massa slechte foto’s!*

We wilden het eigenlijk al een paar jaar, eens gaan eten bij In De Wulf, het driesterrenrestaurant – blijkbaar heeft hij maar één ster – van Kobe Desramaults. Poging een en twee werden gedwarsboomd door het feit dat ik twee keer zo ziek als een hond was, maar juicht ende jubelt: derde keer goeie keer!

Wij tuften dus meer dan een uur richting Dranouter door de pletsende regen, en ik hield een paar keer mijn hart – en mijn stuur – vast voor de capriolen van blijkbaar minder regenbestendige chauffeurs.

Maar eenmaal ginder was het leed geleden, en kreeg ik voor het eerst een alcoholvrije cocktail die ook echt een cocktail was, niet zomaar wat sapjes bijeengegooid. Lekker! Maar vraag me nu niet meer wat erin zat. Alleszins vlierbloesem.

IMG_1075

En toen begon een spervuur aan hapjes, het een al verrassender dan het ander. Bart nam er de aangepaste wijnen bij, en kon helemaal niet volgen. Hij vond dat dus totaal niet op elkaar afgestemd: 7 glazen wijn en 1 glas bier was wat van het goeie teveel. Ik nam er de aangepaste sappen bij, maar ook daar had ik moeite om te volgen: 7 sapjes, zoveel drink ik doorgaans niet. Maar het was wel een unicum, en daarom alleen al eens de moeite: een zeer groen iets, dat ook zo smaakte: lavas-angelica. Het tweede was een dik sap, dat eerst bijzonder raar aandeed, maar wel paste bij het gerecht, na een paar slokjes: gerst-honing. Het derde was wortel-witloof, daarna volgde appel-aardpeer, en dan mijn favoriet kweepeer-braambes bij het rundsvlees. Bij de nagerechten kwam sap van duindoornbes, en daarna rabarber-salie.

Ik heb ook niet alle gerechten gefotografeerd – gewoon vergeten – en de foto’s zijn met de GSM in het halfduister, dus ook niet ideaal, maar je krijgt wel een idee. Het menu was trouwens altijd zeer kort van stof.

* Daslookstengel. Lekker! Moet ik zelf eens zoeken, die daslook.

* “Mille Couleurs”. Bart moest lachen: te veel bloemetjes! Maar allemaal zeer lekker. De decoratieve lindebladeren waren niet om op te eten, dat niet. De bloemen wel.

IMG_1076

* Makreel, kerrieplant.

IMG_1078

* Wulken.

IMG_1077

* Het ei.

IMG_1079

__

Na de hapjes kwamen de eigenlijke voorgerechten, maar eigenlijk waren die niet echt groter dan de rest. Wel weer veel, dat wel.

* Hondshaai, lavas.

IMG_1080

* Krab, bloemkool.

IMG_1081

 

* Asperges van boer ‘Deswarte’, gerookt eigeel, geuze.

* Kreeft uit ‘Audresselles’

IMG_1082

* Zurkelstoemp. Het patatje was gegaard in een dikke zoutkorst, en moest je zelf in je bord vermengen met de verse zurkel en de saus. Lekker, dat wel, maar inderdaad: stoemp.
IMG_1083

IMG_1084
* Tarbot, preihart

IMG_1086

* Slakken uit ‘Comines’, daslook, jonge sjalot

* ‘Holstein koe’, warmoes, sleedoorn, klaproos. De klaprozen waren ook eetbaar, en het rundsvlees was eerst gebakken, en daarna versneden tot tartaar. Het ontlokte Bart de opmerking: “We gaan zeker geen honger meer hebben, maar toch blijf ik ergens op mijn honger zitten: ik wil eens een stevig stuk vlees waar ik mijn tanden kan inzetten, in plaats van het ene hapje na het andere. Ook dit vlees is weer hapklaar versneden. Het heeft een beetje een te hoog “Kijk eens wat ik kan!”-gehalte.” Ik volg hem daar wel in.

IMG_1089

18055795339_05a8d4201e_k

* Flamiche Vieux gris de Lille

IMG_1092

Tussendoor was ook nog plots een hapje van de chef opgedoken, dat niet op het menu stond. Iets met kleine taartjes varkenskop. Lekker!

IMG_1090
__

En toen ging het richting desserts. Allez, of toch op zijn minst nagerechten, want er zaten ook hartige dingen tussen.

* Verse geitenwrongel, oude geitenkaas, ijzerkruid en spar. Geserveerd in een kommetje van ijs om alles goed koud te houden. Het kommetje was trouwens niet bedoeld om op te eten.

IMG_1095

* Kersen, lijsterblad, vlier. Machtig lekker!

IMG_1097

* Rabarber, zuring

IMG_1101

En toen werden we uit de toch wel vrij luidruchtige eetzaal naar het salon gebracht. Een vuur brandde er niet, dat was ook niet nodig, maar het was er wel aangenaam zitten. We bestelden nog koffie – matige slow-coffee voor 7 euro per kopje – en kregen er nog de laatste gang bij, en daarna gewoonweg nog een paar oliebollen!

* Millefeuille, hazelnoot

IMG_1102

Wat vonden we ervan? Wel, eigenlijk gewoon wat Bart hierboven al zei. Lekker, zeer lekker, maar te… nerveus. De gangen volgden snel, al mochten we gerust vragen om te vertragen. Er is zaalpersoneel, maar het zijn de koks zelf die de gerechten komen opdienen, en dus ook bij momenten de chef zelf. Ik snap daar de bedoeling wel van, maar het doet allemaal zeer hipster en geforceerd aan, vond ik.

Als ik mocht kiezen – hoor mij, verwende snobistische dikkenekkentrut! – zou ik eerder teruggaan naar de Hertog Jan. Ook zeer innovatief, maar… rustiger, uitgepuurder, en daarom ook net iets vaker een wow-gevoel. Ik herinner me nu nog steeds de smaak van de gelakte paling daar, en ik kan niet zeggen dat er hier me een gerecht zo keihard is bijgebleven. Vergelijk gerust met de bespreking van toen.

Een zalig moeder-zoondagje

De ochtend begon vrij routineus, maar tegen half elf zat Wolf al te popelen in rugbykleren, en zat ik sandwichkes te smeren. Ha ja, want we moesten om kwart na twaalf ongeveer in Bosvoorde staan, voor een rugby Sevens toernooi. Sevens is een aparte vorm van rugby, een pak intenser qua lopen, en licht andere regels. En ja, zeven man in plaats van vijftien op een plein (al staan ze bij de U12 ook nog niet met 15), en het hele plein, in plaats van een half, zoals ze gewoon zijn. Ze hadden dit ook nog nooit gespeeld, enkel een klein beetje geoefend in de aanloop naar dit toernooi, en dat zullen ze geweten hebben: ze werden genadeloos afgedroogd in elke wedstrijd. Cruciaal in dit soort rugby zijn de passes, en als ze die te weinig of onnauwkeurig geven, tsja…

Maar Wolf en ik togen dus goed gezind naar Brussel, aten sandwichkes in de auto, kletsten honderduit, en zochten ons te pletter naar het stadion. Tsja, als je niet Drielindenstadion opschrijft, maar Drielindenlaan, die daar effectief in dezelfde wijk ligt, kan je lang zoeken natuurlijk. Enfin, een korte opwarming, en meteen het plein op. Om dus zwaar af te zien: hij was kapot!

 

Ik moet wel toegeven: als je het vindt, is het een prachtige sportlocatie! Het ene veld is een prachtig kunstveld, het andere is een grasveld met een oude tribune rond, en met zowaar een springkasteel in de vorm van rugbygoalen! Komt dat tegen!

Helaas moesten we wel anderhalf uur wachten tussen de matchen, en toen we om half vier – het uur dat ons doorgegeven was als einduur was vier uur – te horen kregen dat we nog om twintig over vijf gingen moeten spelen voor de laatste plaats, gaven we forfait. Persoonlijk vonden Wolf en ik dat niet jammer, want we hadden nog andere plannen, en hoe!

Wolf kleedde zich om in de auto, en we tuften voor bij een rond punt met een slinger van Foucault – bij nader inzien een kunstwerk, maar toch – naar Elsene, naar het Museum voor Natuurwetenschappen, beter gekend als het dinomuseum. Parking vinden bleek een ware uitdaging, die toch meer dan twintig minuten in beslag nam. Ten langen leste verzeilden we toch nog in het museum, voor de tijdelijke tentoonstelling “Hersenkronkels“, over de werking van het brein, neuronen, en illusies. De tentoonstelling is 10+, perfect dus om met Wolf naartoe te komen, want met de kleintjes erbij moet ik het niet doen deze zomer.
Alleen vond ik het jammer dat de tentoonstelling een beetje ‘uitgewoond’ is intussen. Er liepen vier suppoosten rond, en toch werkten twee van de vier breinscanners niet, was het krijt op bij een van de illusies – op aanvraag diepten ze nog een half schilfertje op – bleken de batterijen van de weegschaal bij een andere illusie leeg te zijn, werkte amper de helft van de tablets bij de breinkrakers, en waren hier en daar de pancartes niet meer volledig leesbaar. Gemiste kans, al vond Wolf het nog steeds bijzonder interessant, en was het eigenlijk best wel leuk.

We hadden geen tijd meer om nog door de rest van het museum te lopen, maar bleven wel nog even hangen in de mineralenzaal. Dit moet Kobe echt zien! Ik heb een paar fotootjes voor hem genomen, maar we komen deze zomer zeker nog eens terug.

 

Daarna liepen we op algemeen aanraden gewoon de straat uit, naar het Jourdanplein, waar een hoop restaurantjes en cafeetjes zijn, en vooral ook de beste frieten van Brussel worden verkocht. Drie verkooppunten van dezelfde uitbater, met telkens ongeveer dertig wachtenden: het moet nog waar zijn ook.
In het passeren door een stukje autovrije straat verzeilden we plots nog in een kunstenevenement, iets met poëzie en performance, maar wel eentalig Frans 🙁

Frieten waren nu niet bepaald waar we onze zinnen hadden op gezet, dus zocht ik even op in Foursquare wat er op wandelafstand werd aangeraden qua restaurantjes. Als we niks vonden, konden we nog altijd met de auto naar de aangeraden Griek in Elsene, maar nu we eindelijk parkeerplaats gevonden hadden, leek het me de beste optie gewoon te blijven staan. Mijn oog viel op een kleine pizzeria een kilometer verderop, en ik zag Wolfs ogen beginnen blinken bij de suggestie van pizza. Wij dus naar Pizza Liloo: klein (34 couverts), bijzonder gezellig, met hout en ruwe baksteen, en loungy jazz op de achtergrond. En niet te verwaarlozen: een prachtige houtoven in het volle zicht. We hebben het ons niet beklaagd: de pizza was heerlijk, en ik snap dat mensen dit een van de top vijf pizzarestaurantjes van Brussel noemen.

We eindigden met een zoutecaramelijsje uit een Italiaanse gelateria op Jourdan, en besloten dat het goed was.

Mijn zoon en ik, we moeten dat vaker doen. Alleen moeten we dan ergens een behang zien te vinden waarachter we de andere twee kunnen plakken :-p

Onverwacht op zwier, eigenlijk feitelijk

Deze morgen was het voor het eerst weer vroeg: ons ma moest om acht uur in het UZ zijn, en ik ben haar dus gaan oppikken in Zomergem en gaan afzetten. Dat betekende wel dat ik helemaal klaar en fris en al om half negen al aan mijn bureau zat. ’t Was vooral eens wat anders :-p

Ik prutste wat rond, en laadde tegen half elf de kinderen in de auto om naar de dokter te gaan. Wolfs vinger, die hij vorige maand verstuikt had en die toen helemaal dik en blauw zag, doet namelijk nog steeds pijn, en dat verontrust me een beetje. Maar aangezien je dus niet zomaar bij een radioloog kunt binnenlopen, gingen we eerst naar de huisdokter. Die zei: “Naar de radioloog”. Tiens. Maar die kon wel onmiddellijk bellen, en we reden dus aansluitend naar de Rooigemlaan. We waren daar eigenlijk vrij snel buiten, en passeerden nog langs de C&A omdat ik eerder al, in een andere vestiging, een prachtig kleedje voor Merel had gezien, alleen een maatje te groot. Helaas, ze hadden het er niet. De jongens kozen wel elk een Tshirt met korte mouwen, want daar is tegenwoordig al weer eens nood aan.

En toen stonden we kwart voor twaalf buiten, keken we elkaar aan, en besloten dat we deze vakantie nog geen fast food hadden gegeten, zoals ik eigenlijk elke vakantie beloof. Wij dus naar ’t stad, parkeren in de Sint-Michiels, en naar de Pizza Hut. Tip: kies er nooit frietjes, zoals Merel deed, want die worden ook in de oven gebakken en zijn het vreten niet waard.

Enfin, we waren nu toch in ’t stad, we konden even goed eens rondkijken voor een fietshelm voor Wolf, voor een docking station voor Wolf zijn iPhone voor in zijn kamer, en een nieuwe muis voor zowel de kindercomputer als ma’s nieuwe laptop. In de Hema verkopen ze verschillende soorten kabeltjes, maar blijkbaar geen muizen, en veel fietsgerief, maar geen helmen. We zijn dan maar de Veldstraat ingewandeld, waar ik het gewilde kleedje voor Merel toch nog vond, en waar we de FNAC onveilig hebben gemaakt. In de Zonnestraat vonden we de gewenste fietshelm in felblauw, en in het terugwandelen naar de parkeergarage tikte ik bij M.A.R.T.H.A. alsnog een ring op de kop.

Onverwacht veel geld uitgegeven dus, maar wel een fijne middag. Al had Kobe precies te veel gegeten: hij voelde zich misselijk thuis. En Wolf, die ging op zijn kamer de puber uithangen met zijn muziek 🙂

Rond vijf uur ging ik ons ma weer ophalen, en prutste ik bij haar thuis aan de instellingen van de WIFI, want dat internet bleef maar ambetant doen. De modem deed terug normaal na een volledige reset, maar de router sputterde behoorlijk tegen, en ik moest online hulp vragen aan mijn vaste sysadmin, die me dan ook feilloos kon helpen. Joepie!

Al bij al was ik laat thuis, en ben ik dan maar in de zetel geploft. Poeh.

Toer van het Meetjesland

Deze morgen, toen ik met Merel en Wolf richting Delhaize ging om ingrediënten te kopen voor onze verse pizza, heb ik een zotte aankoop gedaan. Toegegeven, ik speelde al een tijdje met het idee, maar toch. We liepen namelijk de Tom&Co binnen, om te kijken of ze toevallig gerbils hadden. En jawel, een schattige zwarte en een nog veel schattigere zwart-witte. Ik heb ze meteen betaald, ben thuis met de jongens het gerbilhuis gans gaan kuisen en klaarzetten, en zijn dan de beestjes gaan halen. Zalig!

En toen was er buiten pizza ^^

Daarna reden we naar het Leen, om er de magnolia’s te gaan bekijken. De jongens vonden het maar matig interessant, maar Merel en ik genoten met volle teugen, maar dat heb je wellicht al uit de vorige post kunnen opmaken :-p

Daarna tuften we naar mijn grootmoeder, alwaar we even bleven kletsen, en haar dan met gezwinde vaart naar de eetzaal voerden.

IMG_4840

Aansluitend reden we door naar Zomergem, om daar mijn ma’s nieuwe laptop te brengen en in orde te zetten. Helaas, driewerf helaas: het internet werkte grondig tegen! Blijkbaar valt het hier wel vaker eens weg, en dat kan niet de bedoeling zijn. Enfin, ik los het nog wel eens op, maar het werd uiteindelijk tijd om mijn kroost eten te geven en in bed te steken, dus ja…

Griekjes

“Timeo Danaos, et dona ferentes”

Bart poneerde dat citaat van Vergilius gisteren, en ik lag strijk van ’t lachen. Het is waar, ze staan in mijn agenda als de “Griekjes“. Al voor de vijfde keer was er een etentje gepland met de leerlingen Grieks van vijf jaar geleden. Vorige jaren was dat telkens weer op Grieks restaurant, maar ik vond dat vaak een beetje tegenvallen: je zit met zijn allen in een lawaaierig restaurant, aan een lange tafel. Zo kan je niet met iedereen spreken, ook al wissel je halverwege eens van plaats, en hoor je ook de meeste gesprekken niet door het lawaai. Altijd jammer.
Dus zei ik vorig jaar, in een vrolijke bui: “Volgend jaar is mijn keuken definitief af, en dan doen we het gewoon bij mij thuis!” Juist ja.

Bart en Wolf – Kobe is op scoutsweekend, en Merel zat op een verjaardagsfeestje – hebben me enthousiast en vooral intens meegeholpen met groenten snijden, respectievelijk gehaktballetjes rollen, en ik maakte een gigantische ketel tajine, voor 12 personen. Voorgerecht was er niet, wel wat hapjes bij het aperitief, en als dessert was er tiramisu met koekjes en peer. Alles was op :-p

Maar het was vooral zeer gezellig. We zaten ofwel rond de salontafel in groep, ofwel allemaal samen aan de keukentafel, en iedereen kon iedereen horen, er waren fijne gesprekken en discussies, en eigenlijk was dit dus een veel beter idee dan op restaurant. Al moet ik zeggen dat we behoorlijk lang aan die groenten hebben gesneden :-p

Maar bon, voor herhaling vatbaar, met de Griekjes. Ze waren alleszins van plan om het te blijven doen, en mijn collega Grieks en ik ook.

 

Fijne woensdag

Het was er weer eentje om in te kaderen, vandaag.

Stralend weer, daar wordt ne mens toch spontaan een pak vrolijker van, nee? De kinderen vonden het ijsjesweer, en wie ben ik om hen tegen te spreken?

IMG_3927

Maar ook daarna bleven ze vrolijk onnozel doen, zelfs tot het punt waarop er al schaterend in mijn richting werd geroepen: “Mamaaaaa! Ik heb in mijn broek geplast van veel te hard te lachen!” Juist ja. Mama zal wel wassen :-p

En toen werd het tijd voor de rugby, en gingen Merel en ik picknicken, zoals altijd als het mooi weer is. We genoten van de aanwezigheid van onze vaste woerd, en van de prachtige zonsondergang.

En intussen werd er stevig gerugbyd, en namen we daar ook een paar foto’s.

En daarna was er nog een bijzonder aangename quiz van het Universitair Quizconvent, die we nota bene nog gewonnen hebben ook! Yupyup, een van de betere dagen, jawel.

Verjaardagsfeestje elvendertig

Het klinkt een beetje oneerbiedig, die titel, want eigenlijk was het een bijzonder gezellige dag. Tegen half twaalf waaiden we binnen bij mijn jongste broer, vlak voor de hele posse thuiskwam met het feestvarken van zijn net gespeelde (en gewonnen) voetbalmatch. En als je zes bent, is voetbal belangrijk!

We hadden trouwens ook weer ongelofelijk veel chance met het weer, net zoals vorig jaar: we konden opnieuw buiten zitten, zij het met een vestje of giletje aan. Maar de zon deed ongelofelijk deugd, en de kinderen speelden zichzelf compleet moe. Zo hoort dat ook, op verjaardagsfeestjes.

Lightopia

Ik heb de kinderen ooit plechtig moeten beloven dat we in elke vakantieweek minstens één museum zouden doen. Ze doen dat dolgraag, alle drie. Er was al lang de vraag om nog eens naar het Designmuseum te gaan, en met de tentoonstelling Lightopia leek me dat het ideale moment.

Ik moet toegeven: ik was niet wild van Lightopia. Ja, er waren mooie dingen te zien, en je kreeg een deftige uitleg, maar toch… Ergens bleef ik een beetje op mijn honger zitten. Een deel van de lichtinstallaties zit in een aparte expositieruimte, een deel is verweven in het permanente gedeelte, en dat ken ik al min of meer uit het hoofd.

Voor de kinderen was er de playmobielzoektocht. Wolf en Kobe weten het merendeel van de ventjes al staan, maar het was zalig om zien hoe ze Merel op sleeptouw namen. Zij was telkens door het dolle heen als ze weer een ventje had gevonden, al dan niet na “subtiele” aanwijzingen van Wolf ^^

Enfin, we zijn daarna nog even door de kou gaan rondlopen, aten een ijsje, respectievelijk een warme wafel – het is nóóit te koud voor ijsjes! – en keerden dan simpelweg terug, want verder hadden we in de stad niks te zoeken. Niemand had nog iets van kleren of zo nodig, en het was intussen ook welletjes. Maar wel een fijne namiddag.