Bad karma?

Zucht. Bart is daarstraks gestruikeld over de kabel van mijn naaimachine, waardoor die nu definitief de geest heeft gegeven. Als in: de kabel is uit de gesealede behuizing van de naaimachinestekker gesnokt. Drie machines in huis en geen van drie nog bruikbaar wegens dode pedalen/stekkers. En geloof me, als je nog een pedaal kan vinden van zo’n oud beestje, vragen ze er meer dan 100 euro voor, vlotjes. Daarvoor kan ik al een goedkope nieuwe machine vinden tegenwoordig.
Maar bon, ik belde naar de Singerwinkel hier in Gent, en die heeft niet alleen een zeer enthousiaste verkoper, maar ook gewoon de juiste stekker in huis. Vandaag binnensteken, morgen afhalen, zei hij. En ik mocht ook de oude Bernina meenemen waarvan de pedaal kortsluiting geeft. Hij wou de machine zelf ook zien, want blijkbaar zijn die oude Bernina’s allemaal verschillend en kan een universele pedaal ervoor zorgen dat die motor zichzelf opblaast. En laat dat nu net de kracht van dat oude beestje zijn, die sterke motor.
Dat ding weegt wel ongeveer 15 kilo, de fiets was dus geen optie. Maar Merel en ik kleedden ons beiden op, trokken een bijpassend mondkapje aan, en reden fluks naar de Steendam.
Geef toe, we zagen er fantastisch uit, toch?

Daar wist de man ons te vertellen dat het niet echt zo heel erg druk was en dat hij eigenlijk de pedaal wel kon repareren binnen het half uur. Ik stemde meteen opgetogen toe en stelde Merel voor om in ’t stad te gaan. Toen ik haar zei dat er wellicht geen ijsjes gingen zijn, verzekerde de volgende klante me dat ze wel open waren hoor, ook de Damass. Merel en ik dus daar naartoe, en effectief: ijsjes! Met afstand en handschoenen en mondkapjes, maar ijsjes, yay! We liepen dan maar naar de Graslei en gingen vijf minuten zitten op het muurtje. Ja, we wisten dat het niet mocht, en effectief, er zijn zowel zwaantjes als Draken als een gewone politieauto gepasseerd, dus stonden we meer recht dan dat we zaten.

En we kwamen ook wel wat bekenden tegen, dus al bij al werd het een uur voordat we terug waren. Niet dat dat erg was in dat zalige weer. Het deed vooral ook gigantisch veel deugd om eindelijk eens een vleugje normaliteit te hebben: rondlopen in ’t stad en een ijsje eten. Ook al waren alle winkels nog dicht, waren er geen terrasjes en zag je overal mondmaskers. Het deed gewoon deugd.

We hadden een bijzonder fijne namiddag én ik heb opnieuw een werkende naaimachine! Dik in orde, toch?

Lectuur: “IJzerkop” van Jean-Claude Van Rijckeghem

Wolf moest dit boek lezen voor Nederlands, en aangezien ik het dan toch kocht voor op zijn (lees: Barts) Kobo, kon ik het evengoed ook overzetten naar mijn Kindle en zelf ook eens lezen. Ha ja, want als het goed is voor de kinderen, zal het ook wel oké zijn voor mij zeker?

Awel, ja. Ik vind het een goed boek. Niet het beste dat ik al gelezen heb, maar zeker niet het slechtste, bijlange niet. Het verhaal begint in Gent – en dat is bijzonder amusant aangezien je alles herkent – in de Napoleontische tijd, waarbij een jong meisje het gehad heeft met de verplichtingen die bij haar sexe en haar afkomst horen, en als ze verplicht wordt te trouwen als een stuk handelswaar bij een contract, besluit ze haar leven in eigen handen te nemen, met alle gevolgen vandien.

Ja, het is een jeugdroman, een coming of age, en ja, het is in wezen feministisch en historisch, maar dat stoort nergens aangezien het gewoon een onderdeel van het verhaal is en niet bedoeld is als expliciete boodschap.

De stijl is niet helemaal mijn ding, ik hou eigenlijk niet van boeken die zowel in het heden als in de ik-vorm zijn geschreven, maar de laatste tijd lees ik precies niks anders. Tsja. De verhaallijn wisselt trouwens af tussen het hoofdpersonage, het meisje dus, en haar jongere broer, die uiteraard een deel van de gevolgen van de acties van zijn zus moet dragen, maar ook zijn eigen problemen heeft. Op die manier krijg je een mooie wisselwerking van perspectief, tussen het privilege van de mannen en het verplicht onderdanige van de vrouwen in die tijd.

Wolf zei ook dat hij hem graag gelezen heeft, meer nog, het is het eerste boek dat hij ooit volledig heeft uitgelezen want onze Wolf en lezen, nee, dat is het niet.

Maar bon, zoek je een goed boek voor je ongeveer zestienjarige puber? Dan is dit een aanrader.

Luie dag

Ook gisteren werd een luie dag. De jongens vezen het schommelstuk helemaal uiteen en borgen het op achter en in het tuinhuis. Oh, en de poten van onze vuurkorf werden teruggevonden, yay!

Merel had intussen een cadeautje gemaakt voor de verjaardag van Marie-Julie, en we pakten dat netjes in in een doosje en wandelden naar het postpunt. Na wat obligaat aangeschuif bleek dat ze wel pakjes verzonden, maar alleen als je zelf al een label had aangemaakt. Niet dus. Enfin, wij nog al keuvelend om brood, naar huis, en dan de fiets op om naar Mariakerke naar het postkantoor te rijden. Ha ja, want Wondelgem is met zijn circa 14.000 inwoners te klein voor een eigen postkantoor, toch? Maar de fietstocht door de Lange Velden met de dochter achterop was eentje om in te kaderen. Héérlijk weer!

En toen, toen was er tijd voor een beetje Assassin’s Creed, en daarna een online quiz. Niet zo goed als die van zaterdagavond, maar toch bijzonder entertainend. Geen idee hoeveelste we geëindigd zijn, maar eigenlijk maakt dat ook niks uit.

Fijne dag, jawel.

Extra gadgets in de game room

Nu we dus al een week of drie die game room hebben boven en we ook merken dat die veel gebruikt wordt, bracht Bart een beamer mee van kantoor. Het ding is daar niet meer bruikbaar: te klein projectie-oppervlak en vooral ook te weinig lumen voor daar op kantoor. Maar die game room is perfect te verduisteren en zo heel groot is de muur daar ook niet, dus…

Alleen… Hoe hang je zo’n ding op aan je plafond? We konden, zoals op school, een speciale beugel bestellen, maar dat blijkt niet goedkoop te zijn én vooral ook wel eventjes wachten, dus liever niet. Bon, ik gaf instructies aan mijn oudste en die toog aan het werk: een plank zoeken die net wat groter is dan het oppervlak van de beamer. Zelf zocht ik vier stevige vijzen en vooral vier bijhorende gyprocpluggen, twee stevige linten (verpakking van gordijnen geweest) en vier stevige houtvijsjes met bijhorende rondellekes (zat ooit bij Ikea kastjes, om ze aan de muur vast te zetten). Al een chance dat ik zo’n hamsteraar ben die nooit vijzen weggooit maar ze in een rommelbak keilt.

Wolf haalde de knutseltuintafel uit de hoek, zette de plank vast met een paar sergeanten en boorde vier gaatjes. Daarna zette hij de beamer vast met de linten en de vijsjes. Netjes! En dan sleepte hij een ladder en zijn broer naar boven, werden de vier plafondgaten afgetekend en geboord, en kwam papa eventjes een handje toesteken want Kobe was eigenlijk net te klein. Enfin, met enige moeite hing daar dus een perfect geplaatste beamer! De juiste kabels werden gezocht en bevestigd, en de game room was dus een extra feature rijker. En de kwaliteit, die was verbazingwekkend goed, vonden we.

Klaar voor filmavondjes en slaapfeestjes, me dunkt…

Lourdes

Vandaag heb ik dus in Lourdes gezeten. Voor wie van Gent is, betekent dat automatisch Oostakker natuurlijk. In Oostakker is er ook ooit een wonderbaarlijke genezing geweest, waarop ze een replica van de grot van Lourdes hebben gebouwd en een heuse basiliek.

Ik ben naar ginder gefietst, heb mijn fiets aan de basiliek gezet, en ben de vragen beginnen oplossen. Dat leidde me rond het plein, eventjes langs de straat en dan het Slotendriesbos in. Alleen dacht ik dat ik netjes een rondje kon maken: vraag 1-3-4-5-6 en dan 2, maar blijkbaar was de toegang terug afgezet met een hek, en moest ik helemaal terug lopen om vraag 2 op te lossen. En uiteraard lag de stash weer helemaal de andere kant het bos in.

Soit, ik loste het op, berekende de coördinaten van het potje, en ging toen de basiliek even binnengaan. Dacht ik, want ook al was het pas tien voor vijf, de kerkdeur ging net voor mijn neus dicht, terwijl het aangegeven stond tot 19.00 uur. Ach ja, niet erg.

Maar ik heb gigantisch genoten van de fietstocht van 17 kilometer en de wandeling van een uurtje, en was helemaal ontspannen. En ook de rug bedankte me.

Een heerlijk gevuld dagje…

Awel, ik heb me eigenlijk nog niet verveeld tijdens deze quarantantie, ik heb voortdurend vanalles te doen.

Neem nu deze ochtend. We staan hier standaard om negen uur op, zitten om half tien aan het ontbijt en beginnen om tien uur aan het schoolwerk. In mijn geval was dat taken opgeven, filmpjes online zetten en live lesgeven van kwart over elf tot twaalf. Koken hoefde ik niet te doen, want ze hadden quasi gesmeekt om een pizzadag. En wie ben ik dan om daar tegenin te gaan? En terwijl de pizza’s in de oven zaten, werd er gerolschaatst, zoals elke dag eigenlijk, en werden er vooral ook handen gewassen.

Na het eten bekeek ik nog wat schoolwerk, en tegen drie uur sprong ik op de fiets, richting Oostakker. Ik heb niet zo’n last van het sociale isolement – ik ben niet sociaal – maar ik heb geen zittend gat, en al zeker geen zittende rug, want die vindt deze situatie niet zo fijn.
Alleen had ik me miskeken op een pad langs de spoorweg waardoor ik in Sint-Amandsberg verzeilde. Niet erg, het een leidt naar het ander, en nog veel leuker, het leidde me onverwacht voorbij Gwens deur. Ik probeerde haar gsm, maar die was bezet – een van de dochters was die aan het gebruiken. Maar Gwen zat te werken op de eerste verdieping aan haar bureau en zag me staan. En toen hebben we een heerlijke twintig minuten staan kletsen, ik op straat en zij aan haar raam daar op het eerste.

Ik ben geen sociaal wezen, maar dit deed eigenlijk best wel deugd. Afijn, de fiets op en verder naar Oostakker waar nog een ongelogde cache lag langs een prachtig pad. Oordeel zelf.

De fietstocht ging verder richting Destelbergen naar een carpoolcache, dan naar de kerk, en dan langs de Schelde waar ik een stevige klim omhoog moest doen, maar die wonderwel lukte. Een kapotte rug is iets, koppigheid is ook iets.

Enfin, ik pikte nog eentje in een zijstraat op, fietste tot aan de kleine ring en ging dan rechts van de spoorlijn het fietspad volgen. Met een paar hele mooie graffiti, vond ik.

Van daaruit ging het over de Dampoort, opnieuw langs het water en de hele mooie promenade, verder tot aan een nieuw mooi aangelegd stukje aan de kop van het water.

En toen was blijkbaar de batterij van mijn fiets zo goed als op, na dertig kilometer volle ondersteuning. Euhm… Ik geef het u op een briefje, zo’n elektrische fiets is een zwaar ding! Maar ik kon er nog de laatste restjes minimale steun uit persen en geraakte toch nog netjes thuis.

Helemaal ontspannen, vrolijk uitgewaaid én met vijf caches op zak. Score!

En nu mijn handen gaan wassen se!