Tallin: dag 5
Opnieuw bleef Bart in de voormiddag rustig binnen, terwijl ik – ook niet echt vroeg – op mijn eentje opnieuw ging rondbanjeren. Voor een keer had ik het weerbericht niet nagekeken, en ik was vertrokken onder een stralende zon, richting een park en al. En toen begon het plots te onweren en te gieten. Eerst kon ik me nog even verschuilen onder het dikke bladerdak van een boom, maar wat later ben ik toch gevlucht naar een kerkportaal, want ik werd zo’n klein beetje zuipnat. Gelukkig was het nog steeds niet koud, maar heel erg warm had ik het toch niet meer.
Gelukkig wachtte me er een warm onthaal, een handdoek en een middagmaal, dus het ‘leed’ was snel geleden.
Na de middag gingen we opnieuw op pad, nadat de meeste onweersbuien gepasseerd waren. Deze keer hadden we wél de regenjassen mee, want er was ook weer een eindje wandelen bij. We lieten ons afzetten bij het KUMU Art museum. Zoals de perstekst zegt: “Kumu is the main building of the Art Museum of Estonia and the largest and most representative exhibition place in Estonia. The task of the Kumu Art Museum, opened in 2006, is to preserve and make sense of Estonian art from the 18th century to the present day. Kumu sees its role as a initiator of social and cultural debate, both in the exhibitions of art history and in the gallery of contemporary art, which is a source of new ideas for artists from Estonia and abroad.
Kumu’s permanent exhibition introduces Estonian art from the beginning of the 18th century to 1991, and the temporary exhibitions also include international and contemporary art.”
Qua kunstwerken was er niks dat er echt uitsprong, maar zoals Bart zei: het was best wel mooi om te zien en ik heb vooral gigantisch veel bijgeleerd over de geschiedenis van Estland. Het was ook knap om de evolutie te zien in de kunst, van tsarenperiode tot soviet tot onafhankelijkheid.
We wandelden een eind verder, onder een dreigende hemel, doorheen het Kadriorg park tot aan het Kadriorg Paleis, effectief een paleis van tsaar Peter I, maar binnen viel niet zo veel te zien wegens net verandering van tentoonstelling. Maar de buitenkant alleen was het zien waard.
Tegen dan was het alweer welletjes geweest en namen we een Uber terug naar huis, voor een rustmomentje, want tegen zeven uur werden we in de Teleturm verwacht, een prachtige uitkijktoren een eindje verwijderd van de stad zelf. We verwachtten niet veel van het restaurant, maar het was best in orde, compleet met entertainment doordat er een hele familie zat voor een familiefeest en Bart en ik alle mogelijke scenario’s zaten te bedenken.
Maar het werd een fijne avond, en tegen tien uur ongeveer waren we terug op het appartement, beetje moe, dat wel.
365 – 08 augustus 2025 – hoog en droog
Tallinn: dag 4
Ik vermoed dat het aan de ADHD ligt, maar waar Bart er plezier in vond rustig op het appartement te blijven en te lezen en te schrijven en wat te werken, toog ik op mijn eentje opnieuw de stad in om te verkennen en extra caches te loggen – iets waar Bart niks aan vindt en waardoor ik hem dus niet ambeteer.
Ik ging eerst voor een koffie met een kaneelpretzel in één van de oudste koffiehuizen van de stad, compleet met een nyckelharpa serenade.
Ik wandelde verder, genoot van de staalblauwe hemel en de prachtige middeleeuwse architectuur, las alle mogelijke infoborden, stadslegendes en uitleg over alle mogelijke plekjes, en genoot.
De laatste foto is trouwens genomen van aan ons voordeur.
Bart had intussen boodschappen gedaan en maakte een fijne omelet, en daarna trokken we opnieuw de stad in, naar een andere wijk deze keer, Rotermann, om er naar PoCo – Pop-Art Museum te gaan. Eerlijk, ik had er me niet al te veel van voorgesteld omdat er weinig reclame rond is, en de locatie boezemde ook al niet te veel vertrouwen in: een gewoon rijhuis in een hippe buurt met alle bekende winkels. Maar het verraste, met veel bekend werk, herkenbare profielen en nieuwe namen. De moeite waard, jawel.
Aangezien we nu toch in zo’n hippe wijk zaten, dronken we iets op een terras, parkeerde ik Bart daar en ging op zoek naar cadeautjes voor de kinderen. Sinds een paar jaar is dat een coole T-shirt voor de jongens, maar je moet altijd eens de gezichten zien van het hippe personeel als ik daar dan in zo’n winkel in de T-shirts ga snuisteren… Soit, ik vond voor iedereen iets, dronk nog een extra koffie en we wandelden terug.
En ’s avonds gingen we chic gaan eten in een sterrenrestaurant, maar dat krijgt later nog zijn eigen aparte post.
365 – 07 augustus 2025 – Roy
Tallinn: dag 3 – eigenlijk Helsinki
Om acht uur ging de interne wekker en kon ik vaststellen dat de hoofdpijn alvast verdwenen was, de snotproductie naar een haalbaar niveau was gedaald en de mottigheid onder de mat kon geveegd worden. Goed zo!
Tegen negen uur gingen Bart en ik op pad, 25 minuten wandelen naar de ferryterminal. Het ziet eruit als een vlieghaven, compleet met check-in lijnen, douanecontrole, aanschuifdinges en al. En zo’n ferry naar Helsinki, dat is groot, man! Vier dekken auto’s, drie dekken voor passagiers, met verschillende restaurants, een Burger King, een gigantische winkel zoals in, jawel, een luchthaven, met luxegoederen en parfums dus, met overal plekken om te zitten en te hangen en te werken, en vooral dus twee uur door te brengen. Er stond een stevige bries waardoor de boot licht schommelde, maar boven op het zonnedek in de zon en de wind stoorde het me absoluut niet: ik vond het daar zalig zitten!
Het was dik half één toen we van dat drijvende pretpark af waren, zodat we een taxi namen, meteen richting het Kiasma Museum, het museum van hedendaagse kunst ginder in Helsinki. We zochten iets om te eten, vonden eerst niks deftigs, en verzeilden toen voor amper 15 euro per persoon in een “all you can eat sushi”. De prijs vonden we eerst verdacht, maar er zit gewoon één iemand aan de ingang die iedereen dezelfde prijs doet betalen, en verder is het zelfbediening, zodat ze flink uitsparen op personeel. En ja, heel veel keuze en dik in orde! En daarnaast lag een hele speciale kapel, een houten constructie gewoon midden op een plein neergepoot.
Ik kon het niet laten om er even de uitstekende akoestiek te testen, maar had zelfs niet door dat Bart aan het filmen was.
We passeerden langs het prachtige art deco station, liepen er zelfs even door en gingen dan naar het Kiasma museum van moderne kunst.
Ik was niet bijzonder onder de indruk van de kunst, wel van het gebouw. Knap. Maar hier en daar was er toch wel iets dat me aansprak.
En toen liepen we rond, langs de bibliotheek, verder doorheen het centrum naar de Domkerk die deels in de steigers stond, en dan verder tot aan de Upenski kathedraal. Een stevig wandelingetje, maar het is duidelijk dat Helsinki iets heeft met architectuur.
En toen deden de voeten zeer en dronken we iets langs het water, aan de voet van de kathedraal.
Te voet terug naar de ferryterminal zagen we niet zitten, maar ubers zijn hier niet duur, we lieten ons rijden en waren er eigenlijk veel te vroeg. Dat zorgde ervoor dat ik nog even, vanuit die terminal, terug wandelde tot aan een behoorlijk vreemd beeld van een Manneke Pis, maar dan op een iets andere schaal en met de naam Bad Bad Boy. En een ijsje met de smaak van een kaneelbroodje mocht ook niet ontbreken, vond ik.
De boottocht terug was net iets saaier: het was behoorlijk hard aan het waaien, waardoor er werd aangeraden niet buiten te gaan zitten, en dat was behoorlijk frisjes ook. We zaten gewoon beneden in van die comfortabele vliegtuigstoelen, maar lezen of zo zat er niet in want zo’n ferry mag dan groot zijn, zelfs zo’n ding wiebelt als het waait.
Soit, we waren terug in Tallinn rond half tien, namen een Uber terug, kwamen nog even op onze positieven en gingen toen slapen.
365 – 06 augustus 2025 – ergens in de Finse Golf
Tallinn: dag 2
Ik sliep lang, en dat had zijn redenen: ik ben echt wel ziek nu. Maar met de nodige medicatie – ik kan helaas geen Sinutab of zo nemen wegens glaucoom – kon ik mezelf genoeg oppeppen om eerst om de hoek te gaan ontbijten in een Frans-Belgische zaak: het was niet ver en ook niet echt duur. Het weer was al bij al best doenbaar, al hingen er echt vreemde wolken. Iets voor Lieven Scheire, me dunkt.
We liepen even terug naar het appartement en namen de nodige regenjasjes en zo mee, want we wilden naar Kiek in de Kök. Jawel, dat heet echt zo: vroeger, in de tijd van de Hanzesteden, sprak men hier Middelduits, en dit is de naam van een toren van waarop de soldaten in de keukens van de lager gelegen huizen konden binnenkijken. Kiek in de Kök dus.
Concreet bleken het vier verschillende torens te zijn, met elkaar verbonden door een oude vestingsmuur met houten looppaden, zo van die dingen die je vaak in films ziet. Best wel wijs, maar man, wij hebben trappen gedaan zeg! Zo van die smalle draaitrapjes, stijl Gravensteen en al.
Na een uurtje stonden we weer buiten en moesten we het tweede deel, de onderaardse gangen, nog doen, maar ik stond letterlijk te trillen op mijn benen. Gelukkig heb je vier uur de tijd om de tickets te gebruiken, zodat Bart me mee naar huis sleepte en ik prompt anderhalf uur sliep.
Tegen half twee was ik voldoende opgeknapt om dat tweede deel te doen, maar dan toch eerst met een lunch achter de kiezen. Het begon licht te regenen, maar Bart loodste ons feilloos naar een heel fijn restaurantje met een beperkte maar inventieve en lekkere kaart. De serveuse stelde het blijkbaar zeer op prijs dat ik zei dat ik blij was dat we niet in een toeristenval verzeild waren.
Nu die innerlijke mens versterkt was, kon ik het wel weer aan om terug naar die Kiek te gaan en de ondergrondse gangen in te duiken. Die zijn blijkbaar middeleeuws, maar vooral ook tijdens de tweede wereldoorlog gebruikt als schuilkelders. Griezelige dinges, als je het mij vraagt.
Bon, we doken weer boven op als een stelletje mollen, ik zocht en vond nog een cache, en we gingen op zoek naar een bakkerijtje want het brood hier is van de rare, voorverpakte soort. Alleen bleek dat bakkerijtje, ook al om de hoek – er zijn hier nogal wat hoeken – bijzonder populair te zijn voor zijn kaneelbroodjes. We hadden geluk: er was net een tafeltje vrij, maar ik moest nog even wachten want de kaneelbroodjes zaten nog in de oven en ze vlogen, jawel, als zoete broodjes de deur uit: er stond vrijwel constant een lange rij mensen aan te schuiven.
Oh, en dat brood? Dat was al uitverkocht, ze hadden dat maar heel beperkt. Dan toch maar, intussen weer in de regen, naar de supermarkt om de iets verdere hoek gelopen.
Rond half zes waren we thuis, rond half zes lag ik in mijn bed en sliep ik, en tegen half acht begon Bart de tafel te zetten zodat ik ook weer wakker werd.
De dag werd afgesloten met een Finse reeks, een telefoontje met mijn dochter en nog een halve doos zakdoekjes.
Dju, ne mens kan zich ellendig voelen. Hopelijk morgen beter, want dan wordt het Helsinki.
365 – 05 augustus 2025 – ondergronds Tallinn
Tallinn: dag 1
Ik zou goed geslapen hebben, ware het niet dat mijn neus compleet verstopt was vannacht. Ik vrees dat ik een stevig geval van sinusitis heb: koppijn, verstopte neus, dan weer loopneus, pijnlijke ogen, enfin, het hele gedoe. Ik ben echt wel mottig…
Maar ik genoot van het ochtendlicht in onze living, ook al sliepen we vrij lang.
We ontbeten – daar had Bart voor gezorgd, die had melk en cornflakes mee van thuis – en tegen elf uur gingen we de stad in. Ons logement ligt dus echt op een straat van het centrale plein, heerlijk gewoon. En het was warm vandaag, dik 27 graden. We liepen rond, deden van geocache en gingen vooral ook naar ‘boven’, waar je panoramisch zicht hebt over de stad. We wilden dat vooral vandaag doen, nu de zon nog schijnt.
We liepen – uiteraard – ook de Alexander Nevskikathedraal binnen, een pareltje van Russisch-Orthodoxe kunst en zagen waar Trump zijn inspiratie voor bling vandaan haalde.
We wandelden verder naar beneden, terug naar het centrale plein, en konden daar hoegenaamd niet weerstaan aan de naam van een restaurant: Troika. Drs. P. zou trots geweest zijn op ons. Het bleek een Russisch restaurant te zijn, compleet met barse bediening, maar met een degelijk, goed maar pokkezwaar stoofpotje. Ik kreeg Super Mario vibes toen ze het kwamen brengen.
En toen gingen we even terug naar ‘huis’ want ik voelde me echt slecht en wilde even slapen. Bart vond dat helemaal niet erg, zeker niet toen het dan ook nog eens begon te onweren en er een heuse wolkbreuk boven ons hoofd hing. Het water liep in kanaaltjes naar beneden.
Bart was wel al even naar de supermarkt gelopen, we konden dus gewoon brood eten, en tegen kwart na zeven gingen we voor een avondwandelingetje: om half acht was er, op zo’n vijf minuten wandelen, een geocache eventje van Nederlandse cachers, en dat vond ik wel leuk. Bart moest lachen.
Jammer genoeg begon het daarna weer te druppelen, zodat we onze wandeling wat inkortten en tegen goed acht uur terug op het appartement waren. Tsja. Maar ik was tegen dan toch weer behoorlijk ellendig, dus erg vond ik het niet. Morgen gaan we proberen tegen zonsondergang terug boven te gaan, zodat we daar een uitzicht op hebben.
En vooral: ik hoop dat ik me beter voel, want dit is het toch niet, nee.