Slapeloos…

Een van de redenen dat ik zo moe ben, is dat ik niet kan slapen. Een van de redenen dat ik niet kan slapen, zijn mijn sinussen.

Al sinds de kerstvakantie sukkel ik met verkoudheidsachtige dinges. Eerst hardnekkig slijm in mijn luchtpijp, en dan die kopvalling die nog net geen middenoorontsteking werd, en waardoor ik quasi een maand lang niks geroken of geproefd heb.

Reuk en smaak zijn gelukkig wel terug, lang leve de neusdouche, maar de week zware antibiotica tegen de sinusontsteking heeft eigenlijk geen bal uitgehaald. Nog steeds lopen die sinussen muurvast, en als ik dan kan snuiten, is wat eruit komt fluo geel en groen van kleur. Niet goed, niet goed.

Ik geraak nauwelijks in slaap, lig gemakkelijk wakker tot drie uur, en dan slaap ik onrustig. En tegen zevenen word ik wakker van de pijn en de druk in die sinussen.

Zucht.

Zon. Serieus.

Al heeft het ook zijn voordeel: het boek dat ik vrijdag begonnen ben, en dat tegen morgen uit moet wegens boekenclub, is uit. Ne mens moet toch iets doen, als hij in zijn bed ligt te liggen, nee?

Moe

Ik ben er zeker dat het voor een groot deel aan het weer ligt: ik heb zon nodig! Deze morgen was ze even heerlijk aan het schijnen, maar toen ons pa hier ’s middags toe kwam, was het alweer aan het gieten. En neem dat maar letterlijk: van dat kleine eindje van zijn auto naar onze voordeur was hij serieus natgeregend. Blah!

Het is nota bene de laatste dag van een vakantie waarbij we ons huis niet zijn uitgekomen – niemand had daar behoefte aan – en toch ben ik nog altijd moe.

Maar bon, er was alweer een fantastisch maal vanwege mijn liefste.

Daarna trokken de twee kleinsten naar de scouts, en Wolf was al rond half twaalf vertrokken naar een gitaarwedstrijd. Ons pa vond dat hij ook veel werk had thuis, en verdween ook al kwart voor twee.

En toen was het magisch stil in huis. Na een ganse week. Heerlijk. Ik zie ze graag, mijn kinderen, maar soms…

Good parenting?

Vakantie is hier per definitie ook klusjestijd. Zoals het eindelijk repareren van klinken, het opnieuw stevig bevestigen van de krantenbak, het vervangen van een losgesprongen rolluikriem en het vervangen van een tegensputterende starter van een TL-buis.

Bij veel van die dingen roep ik de hulp in van de jongens. Nee, ik heb hen niet altijd nodig, al is een extra paar handen doorgaans wel handig. Maar het principe is eigenlijk dat wat mijn vader ook altijd toepast: veel van die dingen zijn niet moeilijk, maar je moet het ooit eens gezien hebben.

Toen de verbouwers hier in huis bezig waren, heb ik vaak op hun handen staan kijken, en verdomd veel geleerd: de perfect rechte scheiding tussen plafond- en muurschilderwerk, of hoe je een venster inzet.

Wolf en ik hebben samen zijn kapotte rolluikriem vervangen. Ja, we hebben stevig zitten sakkeren op de dichtgeverfde afdekplaat, maar het is ons gelukt. De riem vervangen zelf is een kwestie van logisch nadenken, en dat heb ik Wolf dan ook luidop doen doen, zodat ik hem kon verbeteren.

Idem voor het vervangen van de starter van de TL-buis in de garage. Da’s een bijzonder lang, onhandig ding, dus ja, ik had de extra handen nodig. Maar vooral Kobe vond het de max om zien hoe ik, balancerend op een ladder, eerst voorzichtig de buis losdraaide, dan de starter eruit haalde, de nieuwe er terug indraaide, en dan heel voorzichtig de lange lamp terughing.

Hebben ze het zelf moeten doen? Nee hoor, maar nu weten ze tenminste hoe het moet.

Ben ik handig? Nee, maar ik heb een goed stel hersens, en vooral bijzonder goeie ogen. En anders is er altijd Dobbit TV, waar ik ’s avonds laat al zappend graag eens blijf hangen, niet voor concrete projecten, maar gewoon om te kijken hoe ze het aanpakken.

 

Fotoboekjes

Ik ben er eindelijk weer eens geraakt, met die fotoboeken. De bedoeling is dat ik elk half jaar, in de grote vakantie en in de kerstvakantie, een fotoboekje maak, zowel voor ons, als een exemplaar voor Nelly en ons pa. Merel zit er ook regelmatig in te bladeren, en die vindt dat de max.

Alleen was het er deze keer zo precies niet van gekomen. Enfin, al hele tijd eigenlijk feitelijk, want ik had er nog geen van 2015 én 2016. Ik heb me daar in de vakantie nu eens aan gezet, en het lastige is niet zozeer het lay-outen van het boekje zelf, als wel het doorploegen van de tonnen en tonnen foto’s die ik blijk te nemen. Apart valt me dat zo niet op, maar als ik er dan zo eens doorga…

Enfin, de boekjes zijn er eindelijk! En het is vooral heel mooi om te zien hoe de kinderen jaar na jaar opgroeien en veranderen…

fotoboekjes

Wilde mannen en woeste wijven

Nee, niet het Gentse stadsfestival, wel Marie-Julie en Alexander die in de namiddag kwamen spelen.

Jeroen zette hen af rond twee uur, en meteen trokken ze allemaal naar boven. Het werd geen dreigende en dus omineuze stilte, maar wel een gegil, geren, geroep en gelach van jewelste. Blijkbaar speelden ze een tijdlang allemaal samen. Daarna mochten de drie heren even op de computer, en gingen de meisjes iets anders doen.

We maakten vlaai, bananenmilkshake, er werd buitengespeeld, en er was weer poppenkast.

En tegen half zeven had ik drie uitgetelde, maar zeer vrolijke kinderen.

Meer moet dat niet zijn, zo in een regenachtige vakantie.