Niet opgeven…

Koppig zijn, ’t is ook niet altijd gemakkelijk. Neem nu gisteren. Ik wilde mijn examenpunten binnen hebben voor middernacht, ook al kon het eigenlijk ook nog deze namiddag. Maar rond negen uur ’s avonds begon mijn rug weer serieus veel pijn te doen, en besloot ik dat het beter was om te gaan liggen, en het voor gezien te houden. De lumbago op zich zit weer op zijn plaats, maar alle spieren errond doen gemeen veel zeer. Ik ben maandagnamiddag nog naar mijn kinesiste – mijn lieve en zeer bekwame nichtje – gegaan, toen er daar iemand had afgebeld, en ook gisterenmorgen mocht ik nog langsgaan. Eigenlijk had ik toen toezicht op school, maar nadat de directie me had zien rondlopen, compleet scheef, met een grimas van de pijn, leunend op mijn stok en af en toe even gaan liggend in de zetel, vond die het helemaal geen probleem dat ik niet drie uur op een stoel kwam zitten. Want dat is nog steeds het ergste: zitten. Rondlopen en staan doen pijn, maar doen ook veel goed, want het is maar zo dat alles weer op zijn plaats komt. Dankzij de stevige massages trokken alle spieren minder tegen, en kroop de vermaledijde discus terug op zijn plaats.

Enfin, gisteren rond negen uur ben ik dus languit in de zetel gaan liggen, en heb ik naar iets op tv gekeken. En toen begon het toch weer te kriebelen om die laatste negen examens alsnog te verbeteren. De rugpijn was weer zo goed als weg, ik vond dat ik dus nog wel even mee kon.

Om tien voor middernacht was ik rond, oef. En dacht ik: de commentaren voor de klassenraad zullen toch voor morgen zijn, en ik zette dat ook op Facebook. Waarop een vriend commentarieerde: “Allez, tien minuutjes pauze dus”. Ik repliceerde: “Nee jong, echt niet”. En effectief een goeie tien minuten later zette ik erop: “Och zwijgt!” Ik lag effectief in bed om kwart voor één, maar met alle vakcommentaren ingetikt en alle klassenraadcommentaren doorgestuurd. Oef.

Deze morgen was het iets rustiger: ontbeten met de kinderen, rustig mijn spullen samengeraapt, en richting ’t stad gereden, voor Fantastic Beasts and where to find them, de film in de wereld van Harry Potter. Heerlijke, pretentieloze avonturenfilm met prachtige beestjes, en vooral ook rustige leerlingen. En daarna naar huis gereden, snelsnel macaroni met hesp en kaas voor de kinderen, een collega en mezelf gemaakt, en naar school gereden met de twee kleinsten mee.

Voor de eerste keer was er namelijk op woensdagnamiddag zelf kinderopvang voorzien voor ons. Want als leraars zijn we natuurlijk doorgaans zelf thuis op woensdagnamiddag, en ook al zit je te verbeteren of voor te bereiden, je bent er wel voor je kinderen. Niet als je klassenraden hebt, natuurlijk. Directie had drie zesdejaars bereid gevonden om te komen babysitten, en Merel en Kobe zagen dat compleet zitten. Ze hebben film gekeken, spelletjes zoals Twister gespeeld, pannenkoeken gegeten, enfin, blijkbaar zich goed geamuseerd vooral.

De klassenraden waren net op tijd gedaan om naar huis te rijden, de jongens zich te laten omkleden, boterhammen te smeren, en richting rugby te rijden. Voor Kobe was het een teambuilding avond: klimmen, in plaats van rugby spelen. Merel en ik hebben hem daar afgezet, hebben mijn fototoestel in iemands handen gestoken, en zijn zelf in de motregen gaan picknicken. Het heeft wel iets, in het pikdonker onder een grote paraplu boterhammen zitten eten… We reden terug naar het clubhuis, pikten er een klein stukje training van Wolf mee, reden terug naar huis, en ik ging plat. Als in: in slaap gevallen na een half uur.

Tsja…

 

Vogeltjes

Het is eigenlijk onnozel hoe goed gezind ik word van vogels, en meer bepaald roodborstjes in de tuin. Vorige week had ik een aantal mezenbollen en een nootjesrekje opgehangen, zoals elk jaar. Het is altijd bijzonder leuk om zien hoe de vogels daar op afkomen, maar dit jaar viel dat precies wat tegen. Te warm nog, zeker?

Enfin, vandaag had ik me aan de keukentafel gezet, en begon ik erop te letten. En jawel, mussen, meesjes en zelfs een roodborstje. En mijn humeur, ondanks de nog steeds ietwat tegenstribbelende rug? Dat ging prompt omhoog.

Nello en Patrasche

Gisteren was er een feestje bij Roeland voor Marnes verjaardag, en Batist, de man van Sarahs zus was daar uiteraard ook. Het is dus verre ‘aangetrouwde’ familie – de man van de zus van de vrouw van mijn broer – en eigenlijk ben zelfs ik trots op hem. Waarom?

Wel, hij heeft een pracht van een beeld mogen ontwerpen van Nello en Patrasche. Wie? Juist ja, een in Vlaanderen vrij onbekend verhaal, dat echter vooral in Japan gigantisch populair blijkt te zijn. Japanse toeristen gaan er zelfs speciaal voor naar Hoboken, waar een deel van het verhaal zich zogezegd afspeelt.

Ik vind het beeld heel knap, eenvoudig, en vooral het dekentje uit straatstenen bijzonder mooi gedaan. Batist zei dat hij ook de stenen zorgvuldig had uitgetekend, en er ook bij was om ze te laten leggen, want dat het anders wellicht wel in de soep was gedraaid.

Hier is een reportage van het VRT-nieuws te zien, en dit is een foto die ik van Batists FB heb geplukt.

15540867_10155486703187646_6602431528023712566_o

Syllogismen 2016

Net zoals vorige jaren heb ik ook in de afgelopen examenperiode in mijn zesdes de vraag gesteld naar een geldig syllogisme. De antwoorden zijn altijd interessant, gewoon om er de denkfouten uit te halen, en dus als remediëring. En eigenlijk zijn ze vaak ook gewoon grappig :-p

Ik geef u even het origineel van Aristoteles mee, om te vergelijken:
Alle mensen zijn sterfelijk.
Socrates is een mens.
Socrates is sterfelijk.

  1. Alle 17-jarigen maken examens.
    Kaoutar is een 17-jarige.
    Kaoutar maakt examens.
    Ne mens zou bijna medelijden krijgen.
  2. Planeten zijn bolvormig.
    De Aarde is een planeet.
    De Aarde is bolvormig.
    Uiteraard correct.
  3. Alle Spanjaarden eten paella.
    Celine is een Spanjaard.
    Celine eet paella.
    Smakelijk!
  4. België ligt in Europa
    Gent ligt in België.
    Gent ligt in Europa.
  5. Alle vissen kunnen zwemmen.
    Dory is een vis.
    Dory kan zwemmen (en blijven zwemmen, zwemmen, zwemmen).
    Maar spreekt ze ook whale?
  6. Alle leerkrachten dansen de tango.
    Meneer De  Vrieze is een leerkracht.
    Meneer De Vrieze danst de tango.
    Ik ben luidop in de lach geschoten. Serieus!
  7. Alle leerlingen moeten examens maken.
    Ik ben een leerling.
    Ik moet examens maken.
    Zie 1.
  8. Vissen kunnen zwemmen.
    Een rog is een vis.
    Een rog kan zwemmen.
    Alweer een vis. ’t Examen was nochtans niet op een vrijdag.
  9. Alle honden kunnen blaffen.
    Een labrador is een hond.
    Een labrador kan blaffen.
    Beestenboel, blijkbaar.
  10. Een goudvis is een vis.
    Een vis zwemt.
    Dus een goudvis zwemt.
    Wat is dat met die vissen, zeg? Maar niet alle punten, wegens maior en minor omgedraaid.
  11. Kabouters zijn klein.
    Plop is een kabouter.
    Plop is klein.
    Maar wel dik, plopperdeplopperdeplop!
  12. De mannen van The Walking Dead zijn knap.
    Rick is een man van The Walking Dead.
    Rick is knap. (-> geen inspiratie)
    Geen inspiratie? Hoe komt ze erop, zeg!
  13. Alle levende mensen ademen.
    Ik ben een levende mens.
    Ik adem.
    In de geest van die Walking Dead van hiervoor: duidelijk ‘levend’ vermeld.
  14. Alle koeien eten gras.
    Bella is een koe.
    Bella eet gras.
    Allemaal beestjes, ik zie een thema hier.
  15. Konijnen eten graag wortels.
    Nijntje is een konijn.
    Nijntje eet graag wortels.
    Maar geen worteltjestaart…
  16. Alle vissen zwemmen.
    Een haai is een vis.
    Een haai zwemt.
    Maar enfin! Ik heb nochtans geen visvoorbeeld gebruikt!
  17. Volleybalspelers hebben beenspieren.
    Daichi Sawamura is een volleybalspeler.
    Daichi Sawamura heeft beenspieren.
    Alsof andere mensen geen beenspieren hebben? Maar het principe is wel correct, natuurlijk.

 

Dooie rug is dood

Of zo voelt het toch. Eigenlijk, nee, zo voelt het niet, daarvoor doet het te veel zeer.

Ik ben gisterenvoormiddag door mijn rug gegaan, en dan bouwt dat zo zachtjesaan op. Ik had toezicht, en probeerde zo veel mogelijk rond te lopen en te staan, en zo weinig mogelijk te zitten. Mijn ontbijtafspraak met Gwen was sowieso in het water gevallen, maar ik ben naar huis gereden en gaan liggen. Toen Wolf thuis kwam, heeft hij me nota bene moeten helpen met mijn krukken, en is hij naar de Delhaize om een paar pizza’s gereden, want het ging echt niet.

Maar bon, de plicht riep, en een uurtje rusten, een stevige pijnstiller en een portie wilskracht later stapte ik in de auto, en reed naar het ziekenhuis om mijn pa op te halen. Ik ging nog naar de kapper met hem, reed terug naar huis, cancelde de rugby, en ging helemaal plat. Auw.

Vandaag is het nog niet beter, en ik voorzie al dat mijn verbeterplanning royaal in het honderd gaat lopen: ik kan maximum een kwartier na elkaar zitten, daarna moet ik weer, met behulp van krukken of mijn opa’s wandelstok, gaan ‘rondlopen’ of liggen.

Waar ik wel grondig van baal, is het feit dat ik vanavond naar een feestje wilde bij een goeie vriend. Elk jaar viert hij Yule, en ik amuseer me doorgaans te pletter. Maar het is drie kwartier rijden, en dat kan ik momenteel echt niet aan. Blah. Serieus blah.

Stomme rug.