Isotopenscanner

Mijn linkervoet doet al een serieus tijdje behoorlijk wat pijn, en eind oktober was ik dan ook naar de orthopedist geweest, die me prompt naar de scanner stuurde. Allez ja, dat prompte zat er bij mij zo niet in: ik had daar hoegenaamd geen zin in tijdens de vakantie.

Deze voormiddag kreeg ik dus een radioactieve stof ingespoten, volgde er een eerste voetscan, en kon ik gaan lesgeven. Enfin, dat was het ideale scenario, want ik moest daar om 9.45 uur zijn, en de hele procedure duurde de volle acht minuten.Waren ze op tijd geweest, dan had ik netjes om 10.10 uur kunnen lesgeven. Helaas, ik heb dik anderhalf uur zitten koekeloeren (aka. lezen), en was dus pas om 11.30 uur op school. Tsja. Intussen heb ik wel het Latijn van de radioloog van dienst opgefrist, en heb ik zijn medische termen allemaal netjes genoteerd. Na al die jaren kwam er blijkbaar wel wat sleet op zijn Latijnse benamingen van de verschillende botten, zo bleek. Toen hij doorhad dat ik Latiniste was, kwam hij een kwartiertje later effectief met een netjes uitgeprint lijstje om te vertalen, dat nu op het prikbord ginder hangt. Ik moest lachen…

Enfin, lesgegeven, en dan tegen drie uur opnieuw naar ginder voor een uitgebreide scan: zowel de voeten grondig, als een volledige lichaamsscan. Als je dan toch radioactief bent, doen ze meteen je hele skelet. Ik lag prinsheerlijk op een soortement van behandelingstafel, onder mijn warme gilet, met het geruis van de scanner op de achtergrond, twee keer een kwartiertje. De verpleegster dimt zelfs het licht, en ik ben effectief twee keer ingedommeld. Zalig.

Waar ik me meer zorgen over maak, is de uitspraak in de namiddag van diezelfde jonge radioloog: “Ik denk niet dat het een stressfractuur is, mevrouw, ik zie toch niks op de eerste scans. Ik zie wel tekenen van versleten gewrichten. Maar maak u geen zorgen, dat is perfect behandelbaar.” Gemakkelijker gezegd dan gedaan, vind ik. Enfin, we zien wel. Dat waren ook nog de eerste scans. Maar ik ben er toch niet helemaal gerust op. Versleten. Allez kom zeg!

Zes jaar

Lieve muizie van me

zes jaar ben je vandaag, en ik kan het soms nog altijd niet geloven. Ik kan me eigenlijk geen leven zonder jou indenken, en dat het nog maar zes jaar is dat jij in ons leven bent. Zes vrolijke, lachende, zangerige, roze jaren. Want ja, roze is nog steeds je lievelingskleur, en je cadeau, dat je zelf hebt gekozen, is een pop.

Mijn vriendinnen lachen er soms mee: dat zo’n macho wijf als ik zo’n ongelofelijk meisje-meisje dochter heeft gekregen, die enkel rokjes en kleedjes wil dragen, ongelofelijk trots is op haar lange blonde haren, en ook echt enkel met meisjesspeelgoed speelt. Soms denk ik, Merel, dat dat net een reactie is tegen je twee broers en de rest van het macho gerief hier in huis.

Je moet inderdaad ook soms echt opboksen tegen je broers. Wat wil je, met een oudste broer die in alles goed is en altijd bij de beste van de klas is, en een tweede broer die zelfs een jaartje voor zit, en eigenlijk ook in alles uitblinkt. Jij hoeft dat voor ons niet te doen, hoor, en dat weet je intussen gelukkig ook wel. Vorig jaar had je soms last van faalangst, maar na een grondig gesprek met een hoop onnodige traantjes kon ik je eindelijk aan het verstand brengen dat je dingen kan ‘leren’. Dat een juf er is om jou dingen aan te leren, en dat je dan moet oefenen. Anders kon je alles meteen thuis, zonder proberen. Het is inderdaad niet makkelijk, met zo’n voorbeelden.

En verder heb je toch wel een uitgesproken karakter. Pas op, je bent heel lief en eigenlijk ook heel volgzaam en gehoorzaam. Maar als je aan het spelen bent met je broers, zal je je niet laten doen, en dat is dan desnoods met roepen, stampvoeten, huilen, en alles erop en eraan. Vorige week was ik boos op je, en toen heb je je zonder een woord te zeggen omgedraaid, en ben je naar je kamer gegaan. Jawel, met slaande deuren.

Wolf en ik lagen eergisteren nog strijk met jou: je had een redelijk onnozele vraag gesteld – maar ik zou begot niet meer weten wat precies – en Wolf gaf jou een uitgebreid, compleet onnozel antwoord. Je bekeek hem met je hoofd schuin, deed toen een meer dan volwaardige roloog, zuchtte, hief even je handen op, en zei toen: “Wo-olf…” terwijl je wegliep. Man, ik heb geschaterd!

Echte hobby’s heb je nog niet: we hadden erover gesproken om jou te laten paardrijden, maar het is er eigenlijk gewoon nog niet van gekomen. Het is eigenlijk ook al druk genoeg voor iedereen, en echt vragende partij ben je nog niet. We zullen volgend jaar wel zien, oké? Beloofd.

Maar je kan wel hele dagen prachtig spelen, meestal alleen. Dan speel je met een van je poppen die je zusje is, in de kinderwagen of de buggy. Of je maakt een leiband voor een van je hondjesknuffels, en dan krijgt die plots een mand, en een drinkbak, en ga je ermee wandelen en zo. Of je opent een winkel, compleet met prijzen (die Kobe dan voor je maakt) en een kassa, en een etalage en een ‘winkelmevrouw’. Gisteren was je nog een ontwerpster, en dan maak je allerhande ontwerpen op papier. Kobe zei dat hij eens ging proberen om een van jouw ontworpen hoeden ook effectief te maken.

Weet je, Merel, ik ben compleet verzot op jou. Hoe graag ik je broers ook zie, jij bent iets speciaals voor mij. Dan doen we af en toe samen meisjesdingen, lekker geheimzinnig, en genieten we daar mateloos van. Serieus Merel, ik ben ongelofelijk dankbaar dat ik je heb. En hopelijk mag jij mij langer hebben dan ik jouw oma had.

Dikke kus, enne… gelukkige verjaardag, liefje!

 

Romeinse en verder gewoon pokkedrukke dag

Nikske geen lekker rustige dinsdagochtend: om half negen stond ik samen met Wolf, drie collega’s en 74 leerlingen op de parking van de school op de bus te wachten. Die maar niet kwam, want in de file stond, maar die niks liet weten. Juist.

Enfin, iets over half tien wandelden we gezellig samen het museum binnen, kreeg mijn groep eerst het Gallo-Romeinse kledingproject, aten we in het aangename maar qua akoestiek niet ideale zaaltje, en deed ik in de namiddag nog een rondleiding en een project rond militaria mee.

Intussen nam ik stapels foto’s, en schreef ik in mijn hoofd al het verslag voor de schoolwebsite. Dat kan u, met alle foto’s, overigens hier bekijken. ’t Was wel redelijk de max, ja.

Kwart voor vier stormde ik terug te school binnen, want eigenlijk had ik nog les met de zesdes, en hadden we om half vier terug willen zijn. Wat ik behoorlijk fantastisch vond, was dat al mijn zesdes netjes stonden te wachten. Op papier hadden ze namelijk dispensatie gekregen, een misverstandje van het secretariaat. Maar de dag voordien had ik hen nog gezegd dat ik zeker les ging geven, dat ik normaal gezien op tijd ging terug zijn, en dat ze dus eventueel eventjes moesten wachten. Dat eventjes liep dus uit, op papier mochten ze naar huis – er ging hen eigenlijk niks te verwijten vallen – maar ze waren allemaal. Chic, echt chic. En bijzonder geapprecieerd.

Aansluitend, om kwart over vier dus, startten we de leesclub van de school weer op voor dit jaar. Niet dat dat erg lang duurde – het ging om data en boeken vastleggen – maar toch.

Ik repte me naar huis, net op tijd om snel een koffie te drinken en dan Wolf af te zetten voor zijn gitaarles, onderwijl nog een bakker passerend.

Thuis begon ik snel een beslag bij elkaar te kletsen, en bakte ik twee mooie cakes voor Merels verjaardag morgen, om uit te delen op school.

Gelukkig was intussen Bart thuisgekomen, en ging hij dan om half acht Wolf ophalen van de les.

Maar man, dat het druk was. Poeh.

 

Netflix

We hadden de boot lang afgehouden, van Netflix. We hebben hier per slot van rekening al PlayMore van Telenet, het is al duur genoeg. Maar Bart had plots een Chromecast mee voor de televisie, en Netflix was een maand gratis, dus waarom ook niet?

Mja.

Het is een gemak, ja. We hebben intussen al de hele reeks van Stranger Things bekeken, hebben de jongens kennis laten maken met Firefly – en die zijn daar, begrijpelijk, wild van – en hebben ook al het grootste deel van Black Mirror bekeken.

Destijds had ik op Canvas de reeks Outlander gemist, en mijn ma vond dat ik dat zeker eens moest zoeken. Nu ik ook van vrienden het doorkreeg als aanrader, ben ik eens gaan nakijken, en jawel, niet te vinden bij Telenet, maar wel op Netflix. Ik heb al meteen een aantal afleveringen gebingewatched.

Dat het een gemak is, ja. Mijn avonden worden er minder productief door, maar ik geniet ervan.

 

Dagje Oostende in de herfstvakantie

Of we zin hadden om een dagje in de vakantie naar Oostende te komen? Euh, redelijk idiote vraag, eigenlijk feitelijk.
Ik keek snel eens wat er zoal te doen was, die week.

  • ER WAS EENS…, een sprookjesparadijs in het gezellige Leopoldpark met straatacts, theatervoorstellingen, workshops en magische verhalen.
  • Voor de allerjongsten (tot 8 jaar) is er opnieuw de INTERACTIEVE EXPO DE SPIEKPIETJES in Fort Napoleon. In opdracht van Sinterklaas houden de miniscule Zwarte Pietjes een oogje in het zeil om te weten welke kindjes braaf of een beetje ondeugend zijn. Ga op zoek naar deze kleine Sinterklaashulpjes tijdens een meeslepende wandeling. Pik onderweg nog een knutselworkshop of vertelmomentje mee.
  • Naar jaarlijkse gewoonte verlicht de OKTOBERFOOR ook dit najaar opnieuw vier Oostendse pleinen. Gil het uit van plezier op één van de 75 duizelingwekkende kermisattracties van de kleurrijkste kermis, proef allerlei zalige zoetigheden of kom griezelen tijdens de Halloween-avond op vrijdag 29 oktober.
  • Op zondag 6 november organiseert MU.ZEE een boeiende voormiddag voor het hele gezin geïnspireerd door het audiovisuele werk van de Zweeds-Belgische kunstenaar CARSTEN HÖLLER. Laat je verrassen tijdens deze interactieve tentoonstelling en ga de creatieve uitdagingen aan in het atelier als een echte artiest.

Hmm. Het eerste was wel aanlokkelijk, maar wat als het dan de hele dag regent dat het giet? Dan loop je daar met drie kinderen en een kouwelijke vent… Het tweede was dan weer niks voor de jongens, alleen Merel zou daar nog plezier aan beleven, en Fort Napoleon op zich kenden we al. Leuke locatie, dat zeker, en ik vermoed dus wel een aanrader met kleintjes. Een kermis spreekt mij dan weer aan geen kanten aan. En toen was er de laatste optie: Mu.Zee. Had dat als eerste gestaan, dan was het pleit al meteen beslecht geweest. Sinds ik er in het voorjaar helemaal onverwacht verzeilde met een aantal leerlingen, ben ik fan. Ook de kinderen zijn altijd wel voor een museum te vinden, zeker als er een extra workshop of zo is, en dus was het beslist.

Tegen half elf liepen we het museum binnen, betaalden 18 euro voor het hele gezin, en schoven aan bij de rondleiding. Ik had eerder een workshop verwacht, maar dit was ook meer dan oké. Een frisse jongedame liet de kinderen nadenken over conceptuele en audiovisuele kunst, maar liep gelukkig vooral door de minder controversiële stukken van de tentoonstelling rond Carsten Höller. Het riep bij de jongens de vraag op: “Wat beschouw je als kunst? Wat is kunst, wat is het niet?”

Gelukkig kwam er ook nog een stuk rondleiding door de permanente collectie bij, vooral dan van Ensor en Spilliaert. De kinderen probeerden zelf dingen te tekenen, dachten na over bepaalde concepten, en werden uitgedaagd. Mooi.

We gingen daarna zelf nog even snuisteren op de bovenste verdieping, maar ontweken de precies toch redelijk expliciete beelden van Höller. Blij dat ik nog eens in het museum ben geweest, echt.

 

Aansluitend reden we dan richting parking Kursaal om iets te eten op een aanrader aan de dijk. Mja. Ik was er niet super enthousiast over, moet ik eerlijk zijn. De bediening was ronduit slordig, de kaart zeer beperkt, de toiletten vuil, en de prijs hoog. Maar het uitzicht was prachtig, dat wel.

Daarna gingen we voor een wandeling op het strand en langs de dijk. Ik moet het toegeven, er stond een fikse wind, en we waaiden bijna weg, maar kou had ik niet. De heren en jongedame daarentegen vonden het niet zo bijzonder aangenaam, daar in die ijskoude wind.

Toen het heel even begon te regenen, gingen we het strand af, op zoek naar een paar geocaches en een aantal graffitikunstwerken in het kader van The Crystal Ship. Die wandeling/fietstocht (respectievelijk 8 en 25 kilometer) zou ik toch graag eens in de zomer doen.

Tegen half vier kreeg ik de strakke ijzige wind echter niet meer verkocht aan mijn huisgenoten, en reden we dan maar huiswaarts. Voor een warme choco, pyjama’s en een knetterend haardvuur.

Maar heb ik ervan genoten? Hell yeah!