Chocoladefondue

Om de veertien dagen speel ik met zes vrienden op woensdag een tafelrollenspel, Call of Cthulhu.

Gisteren was onze game master echter niet te vinden: hij antwoordde niet op mail, zijn GSM stond op voicemail… Alleen moest Anthony, bij wie we gingen spelen, wel stilaan weten of hij knabbels moest voorzien. Drank had hij in huis. Ik twijfelde, maar toen hij het woord ‘chocoladefondue’ liet vallen, was voor mij de kogel door de kerk: we gingen spelen!

Afhankelijk of de GM nog opdaagde, konden we dan Cthulhu spelen, en anders gingen we er gewoon een spelletjesavond van maken. Ik had Carcassonne mee (na anderhalf jaar nog steeds in de verpakking), en Kim die spelletjes verzamelt, had onder andere Macchiavelli mee. Die beide spelletjes hebben we dus gespeeld, met veel plezier overigens.

En Anthony had dus zijn chocoladefondue op tafel gezet, en ons overigens nog dik verwend ook: er waren verse gehalveerde aardbeien, stukjes heerlijk zoete ananas, appel, meloen, dikke druiven (die er uitzagen als kleine pruimpjes) en zelfs nonnenbillen. We hebben het niet eens opgekregen, en ik heb nochtans flink mijn best gedaan.

Ik denk dat ik ook zo’n ding wil. Of nee. Toch maar niet. Want dat komt gewoonweg niet meer goed dan :-p

Fox in a box

fox

Laat me even het concept uitleggen.

Je hebt al tijden geleden met vrienden afgesproken dat ze vrijdagavond komen eten bij jullie. Het was alweer veel te lang geleden, want jullie hebben het allemaal zo vreselijk druk en zo.
Nu blijk je intussen die bewuste vrijdagnamiddag nog een vergadering te hebben waar je niet onderuit kan. Geen tijd dus om boodschappen te doen. Ha ja, want je kookt echt wel graag, maar alleen met echte deftige verse ingrediënten. Wat nu?

Op restaurant gaan? Da’s niet hetzelfde, niet die ongedwongen sfeer waarbij de jongens onderuitgezakt in de zetel liggen te kletsen over de laatste nieuwe Mac en jij op je pantoffels rondhost.

Traiteur laten komen? Nah, da’s ook zo stom. En pizza’s, dan kan je meteen rechtstreeks aan je vrienden zeggen dat je geen moeite wil doen voor hen…

Wel, dan heb je meteen het ideale concept: Fox in a Box! Je kiest op de website de menu die je wil klaarmaken, en op de gewenste dag wordt netjes een doos afgeleverd, met alles erop en eraan. Kraakverse ingrediënten, voorgesneden en verpakt, met een prima handleiding (of recept, zo je wil). Alles zit in de doos: pakjes boter, flesjes olijfolie, voorgesneden verse kruiden, eventueel zelfs handschoenen en touwtjes voor een rollade. Het enige wat je nog nodig hebt, is een keuken en peper en zout. Geen geloop meer naar de winkel, geen oeverloos snijden en afwegen, dat is al allemaal gebeurd. Het enige wat je moet doen, is het effectieve koken. Je kotert de heren uit de zetel, zet iedereen aan tafel met een glas wijn, doet de ene persoon het vlees peperen, laat de andere het eiwit kloppen, en zelf leg je meteen de coquilles in de pan. Succes gegarandeerd, en 100% stressvrij. Je kan gerust zelf meekletsen en van je glas nippen, en je schotelt je vrienden een topmaaltijd voor zonder gedoe.

Persoonlijk zie ik maar één nadeel: het is niet echt milieuvriendelijk wegens het grote aantal potten en potjes, maar het is dan ook niet alsof je elke dag gaat foxen.

Bon, waarom nu die uitleg? Wel, Fox is al een tijdje op de markt, en was een beetje in zijn gat gebeten door het feit dat een aantal sterrenchefs nu met hetzelfde concept op de markt komen, hetzij dan enkel op bepaalde dagen. Daarom werden twee keer acht personen uitgenodigd om te foxen en dan daarover te bloggen. Bij deze dus :-p

Dinsdagavond werden daarom in Zottegem netjes zes zwarte auto’s naast elkaar geparkeerd, evenveel elektronische speeltjes te voorschijn gehaald, en gingen zeven girl geeks het concept uitproberen. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat Bart en ik al eerder hadden gefoxt (oudejaarsavond 2007, met de kinderen) en dat toen bijzonder goed hadden bevonden.
Fox en zijn vrouw waren zelf aanwezig, en hadden voor een verrassing gezorgd: champagne, door de gastvrouw te sabreren met een echte vossensabel! Monica was er niet gerust in, maar bijzonder opgetogen met het resultaat.

Even later gingen zij door en verkasten wij naar de keuken, waar de dozen vakkundig werden opengemaakt.

Bij deze het enige echte uitpakfilmpje: kan je meteen ook zien wat er precies in zo’n doos zit.


Uiteindelijk hadden we als voorgerecht gekaramelliseerde sint-jacobsvruchten met beetgare paksoi en een saus van limoen, gegarneerd met bieslook. Yup, zelfs de bieslook zit er versneden bij in een potje.

Als hoofdgerecht was er rollade van ossenhaas, ingewreven met een kruidenmengeling, aangebakken in de pan en gegaard in de oven, met verse frietjes, panzanella, en een heerlijke soort mayonaise, opgewerkt met versgeklopt eiwit. Lekker!

Het nagerecht was gewoon pure fun: kleine vuurvaste potjes crème brûlée, een goeie dosis bruine suiker, grappa, en lucifers. Ja, zelfs die zijn voorzien. We hebben dus aan tafel zitten flamberen, en dat geeft effectief wel een goeie brûlée :-p

Enfin, het was een schitterende avond, niet alleen door het exquise voedsel, maar ook door het gezelschap. Zeven dames onder elkaar, dat kón niet anders dan fout gaan qua gespreksonderwerpen :-p

Bedankt, Monica, Clo, Sofie (en Lola), Saskia, Sofie en Imke!

Ochtendconversatie

Deze morgen, aan tafel.

Wolf tegen Kobe: “Ben jij English?”

Kobe, met veel overtuiging: “Neuh! Kobe nie meisje, Kobe jongen!”

LOL. Wolf en ik gaan dus op die piste verder: “Is Wolf een meisje?”

Kobe: “Neuh, Wolf ook jongen!”

Ikke: “En papa, is die een meisje?”

Kobe: “Neeeeee!”

Ikke: “Wat is papa dan?”

Kobe, na even denken: “Papa giraf!”

Dan vraagt ne mens zich toch af wat er in dat hoofdje omgaat! Wij lagen alvast plat…

Kaartje

Wolf had op voorhand al uitgebreid in zijn klas verteld dat hij naar Plopsaland mocht. Daarop had de juf een hele goeie suggestie: geef je kind een kaartje mee waarop niet alleen zijn naam staat (dat weet hij/zij doorgaans wel) maar ook de telefoonnummers van de ouders of degenen met wie hij mee is. Als hij dan verloren loopt, kan er gebeld worden, en moet er niet omgeroepen worden en zo. Op die manier bespaar je een hoop paniek en gezoek.

Wolf had dus in zijn binnenzak zo’n kaartje zitten, op zijn eigen uitdrukkelijke verzoek. Hij voelde zich meteen een pak geruster.

Die juf van Wolf, die is nog zo dom niet 🙂

Tellen

Jawel, als lid van het onderwijzend personeel was ook ik opgeroepen mijn burgerplicht te gaan doen vandaag.

Helaas was ik, in al mijn onachtzaamheid, mijn papiertje met de coördinaten kwijtgespeeld. Ik steek het op de nakende verhuis en het feit dat zowat alle kasten al verdwenen zijn uit de living :-p
Gelukkig kon ik me nog de locatie herinneren: het Atheneum Wispelberg. Ik heb dan maar samen met nog een warhoofd alle telbureau’s afgelopen op zoek naar het juiste nummer, en bij ongeveer het tiende bureau had ik prijs. Letterlijk, want ik bleek effectief bijzitter te zijn, en niet zomaar reserve. Bij mijn vijfde oproeping moest ik dus wel degelijk dienst doen.

De voorzitter, een ingenieur, had alles minutieus voorbereid, en had al enige ervaring in het runnen van een telbureau. We werden ingezworen (gene zever!) en konden beginnen.
Eerst werden alle stapels stembrieven geteld, in gevouwen toestand, en nog eens herteld. We zaten ergens rond de 1500 stuks (drie stembureau’s) en dat bleek te kloppen.

We hadden een hoop tafels rondom ons gezet in een vierkant, met overal plakkertjes met de dertien lijsten. Op die manier konden we de brieven netjes sorteren per lijst, en daarbinnen ook nog per lijststem/naamstem. Twee uur later, een hoop geloop, en van mijnentwege een hoop opengevouw (zo kon ik blijven zitten en had ik geen last van mijn voet) hadden we 26 stapels (en stapeltjes) verzameld. Ook die werden opnieuw geteld en in een excelbestand gegoten. Het totaal klopte.
De lijststemstapels vlogen opzij, en de naamstemstapels werden in drie soorten gesorteerd per lijst: een stapel met enkel voorkeurstemmen voor effectieven, een stapel met enkel voorkeurstemmen voor opvolgers, en dan eentje met zowel effectieven als opvolgers. En jawel, dat moet zo, want die moet je apart doorgeven en zelfs inpakken achteraf.

Soit, pas op dat moment konden we beginnen met per twee echt streepjes te trekken op daartoe voorziene bladen: de ene las de nummers voor, de andere zette streepjes. Voorkeurstemmen dus. Alles werd netjes bijgehouden door de voorzitter, die zich intussen een weg probeerde te banen doorheen zijn papieren.

Tegen zeven uur waren we klaar. Dachten we. Want toen bleken er nog stapels inpakpapier te liggen, waarin elke stapel vakkundig moest gedraaid worden. Vakkundig werd het niet, wel praktisch :-p Per lijst vier stapels, dus 52 stapels en dan nog de blanco’s/ongeldige.

Onze voorzitter had gelukkig snel de magistraat van dienst gevonden, die de stapels kwam tellen, aftekenen, in een reusachtige juten zak deponeerde, toebond met een strokoord, en waar ondergetekende zich dan als een klein kind mocht amuseren door zegelwas op de knoop te druppelen.

Negentien uur vijftig: klus geklaard. Bijna zes uur aan een stuk doorwerken dus, en dat voor de vergoeding van 15,60 euro (waarvan ik eerlijk gezegd niet eens wist dat ze er was). Ja, er waren broodjes en drank, maar die kwamen er pas door tegen vijf uur, en bleken te bestaan uit een fles spuitwater, plat water en gele limonade, en een bak vreselijke broodjes: hamburgerbroodjes met een sneetje kaas, hesp of salami tussen. Ja, er waren er genoeg, maar we hebben meer dan de helft weggegooid wegens niet te vreten. Dan liever wat minder maar van aanvaardbare kwaliteit.

Enfin, ik ben dus weer een ervaring (en stijve armspieren) rijker. Maar ik geef toe, de volgende keer ga ik toch ook een geldige reden proberen zoeken om er vanonder te muizen. Want zo fijn vond ik het nu ook weer niet.

Plopsaland

Deze morgen was Wolf, ondanks de schoolreis van de dag voordien (waarover ik trouwens een bijzonder onsamenhangende uitleg heb gekregen, iets met een ouwe geit en krokodillen en twee glijbanen waarvan er eentje gevaarlijk was en een heksenbos) toch weer vroeg wakker. Ook nu zal de anticipatie er wel voor iets tussen gezeten hebben: zijn peter en zijn tante kwamen hem rond negen uur halen voor een dagje Plopsaland, samen met Branko, het tienjarig neefje van tante Else.

Toen ze binnenkwamen stond hij letterlijk te springen van opwinding en toertjes te crossen door de keuken. En geloof me, toertjes crossen in onze keuken met nog vijf man in, is niet eenvoudig, zelfs niet als je vijf bent.

Hij kreeg zijn regenjasje aan, stevige schoenen, en weg waren ze. Rond een uur of elf kwam er een fotootje in de inbox: Wolf die uitgebreid stond te grijnzen naast de figuur van Plop.

Ik had ze rond een uur of acht terugverwacht, maar het was net geen tien uur toen ze terug voor de deur stonden. Wolf zag er hondenmoe uit, maar met pretlichtjes in zijn ogen en blosjes op zijn wangen, en stoere verhalen natuurlijk. Ze hadden op alle mogelijke attracties gezeten (waar hij opmocht, tenminste) en ze waren zelfs natgespat, stel je voor! Om zes uur sloten de attracties, was er een receptie en broodjesmaaltijd en blijkbaar ook een buffet voor alle gasten van het interimkantoor (op wiens uitnodiging zij daar ook waren), en een uurtje later gingen een aantal attracties opnieuw open. Dat verklaarde meteen waarom ze zo laat waren.

Ze stonden daar allevier te glunderen, het was blijkbaar mooi geweest.

Nog geen drie minuten later viel Wolf met een diepe zucht in zijn bed. Ik vermoed dat hij al sliep tegen dat ik zijn kamer uit was. Maar hij glimlachte wel 🙂

Schoolreis

Wolf was deze morgen al vroeg wakker, de zenuwen, veronderstel ik. Want vandaag gaat hij voor het eerst echt op schoolreis.

Het eerste klasje heeft wel een ‘schoolreis’, maar dan blijven ze eigenlijk gewoon op school en is er een springkasteel en ijsjes en zo.

Dit jaar gaan ze echt op uitstap, compleet met lunchpakket, goeie stapschoenen en goed humeur.

Helaas… Het is al een paar dagen prachtig weer geweest, maar vandaag valt dat nogal hard tegen. De bedoeling is onder andere dat ze op een speeltuin spelen, maar in de gietende regen zal de lol daar snel af zijn. Wolf liet het aan zijn hart niet komen, ruilde de Crocs (juf had dat voorgesteld omdat ze daar makkelijk zelf het zand uit kunnen schudden) gezwind in voor gesloten schoenen, ritste zijn regenjasje dicht, en huppelde naar school.

Ik had me, na een blik door het venster, de moeite bespaard om mijn haar te drogen. Maar best ook: een verzopen kieken was er niks tegen.

Maar dan wel een kieken met een glimlach 🙂

Mao

Sinds gisteren half zes heeft dit huis een nieuwe bewoner erbij: Mao Tse Tung, ofte een kleine zwarte pluizenbol.

Ik wilde al lang een nieuwe poes, sinds mijn vorige is doodgereden vorig jaar. Ik had eigenlijk mijn zinnen gezet op een effen grijs exemplaar, maar blijkbaar zijn dat raskatten met een gemiddelde prijs van 500 euro per stuk. De moeite dus.

Gisteren viel mijn euro: het is het ideale moment om een poesje in huis te halen! Ik heb examens en ben dus veel thuis, maar de kinderen zijn er niet en dus kan ik de ramen gesloten houden. Het beestje moet namelijk een paar dagen binnenblijven om te wennen.

Soit, ik heb zowel het asiel van Evergem als dat van Gent gebeld: geen kleine katjes! Momenteel is de vraag groter dan het aanbod, liet een vriendelijke man me weten. Kom dat tegen!

Ik heb dan maar even op het net zitten kijken, en ben dan op een advertentietje gestoten van een gezin uit Lovendegem, dat een paar zwarte katertjes had die van de moeder wegmochten. Helemaal gewoon aan kinderen, en zelfs aan een hond. Ideaal dus!

Wolf en ik zijn dan rond half zes het beestje gaan ophalen, en het voelde zich hier quasi onmiddellijk thuis. Het heeft al zijn vaste plekje gevonden op een zeteltje van de kinderen, heeft met hen gespeeld (Kobe vond het schitterend), de hond kopjes gegeven, netjes gegeten en gedronken, en deze morgen heb ik toch nergens iets van uitwerpselen gevonden, dus ik vermoed dat ook de kattenbak goedgekeurd is. Het heeft gisteren bij me in de zetel liggen slapen, en daar heb ik intens van genoten.

Dus ja, Mao (Mauw) Tse Tung: je bent welkom!

Oog

Deze morgen in alla vroegte (ik moest er om 8.15u zijn, en het is een half uur rijden) naar de oogarts gereden, want dat oog van mij kwam niet goed.

Ze bevestigde dat het een gemene virale infectie was, maar dat het veel te dik stond om goed te zijn. Ondanks het glaucoom schreef ze me wel degelijk cortisonedruppels voor: er zou anders teveel druk op de weefsels rond mijn oog komen te staan.

Kobe had er ook van, maar in zodanig kleine mate dat ze me aanried er voorlopig af te blijven. Alleen als het erger zou worden, moest ik ook bij hem druppelen.

Ik loop dus nog steeds met een dik oog rond, en moet het voornamelijk gewoon uitzweten omdat het een virus is. Fijn. Lenzen zijn ook voorlopig uit den boze.

Maar oordeelt u vooral zelf.

oog