Nog meer kuisvrouwgedoe

Eerder schreef ik al dat we een beetje in de rats zaten met onze kuisvrouw – poetshulp is het correcter woord, maar niet veel mensen gebruiken dat – sinds Asse half december hier gevallen is.

Intussen is ze nog steeds niet terug en houdt het gedoe aan. Tot hiertoe heb ik wel elke week één iemand kunnen krijgen, voldoende om de living te stofzuigen en te dweilen, beide toiletten aan te pakken en de badkamers. Als ik erin slaag om ook nog een tweede te pakken te krijgen, worden ook de kamers onder handen genomen, wordt er stof afgedaan en dat soort dingen. Hélan doet echt zijn best, maar het lukt dus lang niet altijd.

Ondertussen hadden ze me een nieuwe dame toegewezen, Maritou, die op dinsdag en woensdag zou komen. Vorige woensdag was ze er voor het eerst, vandaag had ze hier ook moeten zijn, maar helaas: het werd negen uur en er daagde niemand op. Ik probeerde te bellen naar Hélan, maar het nummer dat geafficheerd werd op hun website, was buiten gebruik, en ook het hoofdnummer met een doorverwijs viel gewoon stil. Na heel veel gedoe en rondgevraag en hulp van een kennis die blijkbaar voor Hélan werkt op IT, bleek er een probleem te zijn met hun telefooncentrale. Soit, na veel vijven en zessen – en zevenen en achten, geloof me – kreeg ik te horen dat ook Maritou geblesseerd was en een tijd buiten strijd. Voor deze week lukt het niet meer om iemand anders in te plannen – de kinderen zullen moeten stofzuigen – maar volgende week heb ik dan twee dagen na elkaar ene Natacha. Oef. Dan kunnen ook de kamers nog eens een hoognodige poetsbeurt krijgen.

Ze gaan bij Hélan ook opnieuw uitkijken naar nóg een andere vaste poetshulp, want Asse lijkt niet meer aan het werk te gaan en ook Maritou is buiten strijd voor een langere tijd.

Poeh. Soms nog een chance dat hier nooit iemand over de vloer komt…

Vette Veemarkt 2024

Naast die van Anderlecht is dit nog de enige Vette Veemarkt te lande, zo blijkt. Nog steeds is het in Zomergem een feestdag: het is en blijft in essentie een boerengemeente, en tradities zijn er om in ere te houden.

Ons pa had me de avond voordien nog gebeld: dat ik wel nog tot in zijn straat geraakte, dat ze die ingang niet hadden afgesloten. De hele dorpskern – markt, alles rond de kerk, de omliggende straten – waren wel afgesloten: op de markt zelf stonden de dieren voor de keuring, maar daarrond stond ook nog vanalles. Jeroen stond als vanouds bij een wedstrijd waarbij je het gewicht van twee varkens moet proberen inschatten. Alexander en Marie-Julie gaven dan weer optredens met de fanfare, terwijl voor de rest het hele dorp op stelten stond. Mooie tradities ook: de ossenkar, de paardentram, de schapen, de neerhofdieren… Ik ging even met ons pa luisteren naar de fanfare, kocht tulpen tvv. Komop tegen Kanker, ging Jeroen even uitlachen, en toen reden we richting Wondelgem. Moest het stralend weer geweest zijn en we niet nog wilden supporteren voor Wolf, dan zou ik misschien nog wat langer gebleven zijn.

Een vreemdsoortig nostalgie, maar geen spijt. Oh nee.

Wolf loopt de marathon

Toen Wolf enkele maanden geleden af kwam met het feit dat hij de marathon ging lopen, schudde ik ongelovig mijn hoofd. Het idee alleen al! Maar blijkbaar zou hij hem lopen samen met Tiemen – diens moeder had hen uitgedaagd – Arend-Jan en Toon. Van die laatste wist ik al dat hij dat uiteindelijk niet zou doen, en Arend-Jan is vorige week stevig gevallen met de fiets en was geblesseerd. Ook voor Wolf was het nog onzeker: in december waren we naar de orthopedist gegaan omdat Wolfs heup pijn deed bij het lopen, en hij had toen steunzolen gekregen. Alleen zorgden die bij de training voor nog meer problemen, zodat hij die op aanraden van zijn kinesist nog even achterwege liet. Het resultaat was namelijk dat zijn ene voet echt wel veel pijn begon te doen, zodat hij een tijdje zelfs moeten stoppen is met lopen.

Maar vandaag, vandaag stond hij er. Snipverkouden, dat wel, maar verder topfit, en met een haalbare voet, kuit en heup, zei hij. Hij had wel nog nooit meer dan 20 kilometer gelopen, maar dat is een zaak van mind over matter, verklaarde hij, en hij is koppig genoeg. Van wie zou hij dat hebben, hmm?

Enfin, Bart bracht hem naar zijn kot, en vandaar ging hij met de fiets naar de start. 15.000 lopers, je kon niet in de buurt komen met een auto, vandaar.

Bart en Merel gingen hem een eerste keer aanmoedigen aan frituur Lily, op de Vlaamse Kaai. Ik was niet mee, ik ging intussen opa ophalen.

Na het middageten reden we – Merel, opa, Bart en ik – naar Barts kantoor aan de Foreestelaan. De marathon passeerde namelijk langs de Moutstraat, een vijftigtal meter verder. We parkeerden, deden opa een klein eindje wandelen, en Bart nam twee plooistoelen mee uit het kantoor.

Ik vond dat Wolf er nog redelijk fris uitzag, maar hij vertelde achteraf dat hij al rond kilometer 13 pijn begon te krijgen in heup en onderrug, en dat hij meermaals aan opgeven had gedacht. Maar daar was hij te koppig voor, en zijn supporters hielpen ook wel: Arwen stond hem samen met Elin op een viertal plaatsen op te wachten, en ook zijn maten stonden diverse keren op het parcours. Aan de eindmeet stond er zelfs een man of tien hen op te wachten.

In totaal deed hij er 4.15 uur over, Tiemen klokte af op 3.26 uur. Chapeau. Ze zijn nog met zijn allen naar de McDonalds gegaan en rond vijf uur ben ik hem gaan ophalen. Hij was stikkapot, alles deed pijn, maar trots!

Is het voor herhaling vatbaar? Niet echt, vond hij: apesaai. Tiemen is overigens dezelfde mening toegedaan. Maar ze hebben nu wel bewezen dat ze het kunnen, dat ze er staan. Ik kan alleen maar bewondering tonen.

Italiëreis nummer twee

Schreef ik in 2022 nog vol verwondering over het feit dat ik al een zoon had in het laatste jaar van het middelbaar, en dat die volgend jaar dus op ’t unief zou zitten, dan heb ik er nu zo twee.

Ik kan er niet altijd bij: mijn oudste is gewoonweg al twintig. Twintig! Hij groeit en bloeit en is zo ongelofelijk veel zelfbewuster geworden, heerlijk om te zien.

Maar nummer twee is dus nu diezelfde richting aan het opgaan. Was hij tot vorige jaren nog bijzonder speels en kinderlijk, dan is dat kindse er nu echt van af aan het gaan. Hij is groot, loopt nog altijd te zingen, is nog steeds maar zestien, maar zit dus ook in zijn laatste jaar. En is vannacht vertrokken naar Italië voor zijn eindejaarsreis.

En volgend jaar, volgend jaar heb ik er dan twee aan ’t unief. Eentje bij de burgerlijks, eentje bij de bio-ingenieurs. Nog geen idee hoe Kobe dat zal doen, hij heeft het moeilijk met studeren en zich concentreren, maar is het laatste jaar daarin al behoorlijk veranderd. Hij zal dus nog maar net 17 zijn wanneer hij aan ’t unief begint. Maar ik zal dus twee studenten hebben, twee quasi volwassen kinderen, met elk een eigen leven dat me beetje bij beetje ontglipt, zoals dat hoort.

Damn…