Neurologisch nieuws

Ik was het eerlijk gezegd, in de après-larp-zombieroes, bijna vergeten. Nog een chance dat mijn broer belde: “Gij gaat straks met ons pa naar de neurologe, juist?”

Ja dus.

Bij ons pa is het simpel: er valt niks aan te doen. Hij heeft Parkinson, maar ook nog een ander degeneratief hersenletsel. Kan eigenlijk zowat vanalles zijn, en zorgt dus uiteraard voor extra problemen bovenop de Parkinson. En dat dan natuurlijk gecombineerd met een zware depressie. Er is enkel medicatie om het bibberen wat in te perken, maar veel meer dan dat kunnen ze niet doen. De antidepressiva hebben dan weer een invloed daarop, dus die mogen we niet verzwaren. Het slapen is echter niet normaal, niet te verklaren door Parkinson. Het heeft wat overredingskracht gevergd – lees: ruziemaken – maar ons pa gaat akkoord met een slaaponderzoek. Wellicht scheelt er iets met zijn REMslaap waardoor hij altijd moe blijft. Enfin ja, we zien wel…

Zelf ben ik dan ook maar op consultatie geweest, in verband met dat flauwvallen van mij. Op school drong Sofie er op aan, na het débâcle op de eerste september, dat ik daar toch eens voor naar de dokter zou gaan. Mijn huisarts had wel al gezegd dat het normaal was bij een gevoelige nervus vagus, maar toch. Nu ons pa toch een afspraak had bij de neurologe, kon ik er meteen ook maar een afspraak achter plakken en haar mening vragen. Ze stelde me meteen gerust: gewoon brute pech, maar helemaal normaal. Zij had het zelf ook behoorlijk, was op haar eerste werkdag daar in het ziekenhuis ook plat gegaan. En het schokken en spartelen, zoals in juni? Ook dat was normaal. Blijkbaar hangt het af van de diepte en de snelheid van de bloeddrukval als reactie op de pijnprikkel. Ze citeerde een onderzoek aan Harvard, waar ze dertig studenten bereid hadden gevonden om bij zichzelf die vasovagale reactie op te roepen (met valmat achter hen): er waren er bij die amper een fractie van een seconde weg waren, sommigen lagen roerloos, en anderen hadden precies een epileptische aanval. Niks abnormaals dus, gewoon brute pech dat ik die overgevoeligheid heb, en er valt niks aan te doen. Het kan ook helemaal geen kwaad, zorgt niet voor hersenletsel, het vallen zelf is nog het gevaarlijkste.

Dus nee, ik kan er niks aan doen, en nee, het is niks ernstigs. Ik kan alleen proberen de omstandigheden die zo’n aanval uitlokken proberen te vermijden, maar da’s niet altijd evident. En u pijn doen, of darmkrampen, dat kan je moeilijk vermijden.

Ik heb het weer gekund…

Zo’n eerste schooldag, dat brengt toch altijd wat positieve zenuwachtigheid mee. Enfin, bij de kinderen toch, na 41 jaar valt dat bij mij eigenlijk wel mee…

Enfin, Bart ging naar school met Kobe en Merel, en Wolf ging met mij mee in de auto. Normaal zal hij met de fiets gaan, maar vandaag krijgt hij zijn boekenpakket, en lijkt de auto me iets verstandiger.

Zelf had ik vandaag eens geen klasvorming: ik was de hele ochtend ‘vrij’ om foto’s te nemen van alle nieuwe eerstejaars, en wat sfeerfoto’s. En in de namiddag lesgeven.

Bon, klasvorming is achter de rug, ik ga dus de eerste klas fotograferen, samen met de collega Spaans. Fluitje van een cent, ik doe dat nu ook al een paar jaar. Maar wanneer we de klas uit komen, krijg ik plots heftige buikkrampen. Ik excuseer me dus bij mijn collega, en loop naar het toilet vooraan. Mijn fototoestel gooi ik nog snel af bij de personeelssecretaresse, een vriendin. Op het toilet nemen de buikkrampen alleen nog maar toe, en is het stevige buikloop. En dan voel ik dat ik heftig begin te zweten, dat ik ongemakkelijk word, en dat het fout gaat. Ik trek nog snel mijn Tshirt uit om mezelf meer lucht te geven, maar helaas. Iets later word ik wakker, het gezicht tegen de tegelvloer, badend in een plasje zweet – en dat laatste is letterlijk te nemen, het loopt echt in straaltjes van me af. Ik blijf even liggen, en slaag er na een tiental minuten toch in mezelf op te rapen, terug op het toilet te gaan zitten, mezelf terug aan te kleden, en naar buiten te strompelen, waar gelukkig een lange zetel staat. Ik plof neer, en roep naar Peggy: “Help?”. Na mijn akkefietje van tijdens de examens heeft die onmiddellijk door wat er aan de hand is, nog die chance. Enfin, ik kreeg een handdoek om me af te drogen, daarna een dekentje tegen het klappertanden, en ze hebben me gewoon laten slapen in de zetel daar. Meer kon ik toch niet. Intussen heeft mijn onschatbare collega Spaans mijn foto-opdracht overgenomen en alle leerlingen gefotografeerd. Dikke, dikke merci, Sonia!

Ik bleef misselijk, dus dacht ik uiteindelijk om toch maar naar huis te rijden, maar tegen half een was het plots over. Beetje wankel, misschien, maar in orde. Ik heb me opgefrist, heb gegeten, en ben dan maar gaan lesgeven.

Ik geef wel toe: de rest van de dag heb ik in de zetel gelegen, want echt in orde voelde ik me toch niet, en de buik bleef grommelen…

Maar het was wel een memorabele eerste schooldag. Goed bezig, Rombaut…

Vasovagale syncope, ofte een stomme stoot

Ik ben vandaag weer wat tegengekomen… En ik vrees dat ik wellicht een van mijn studenten een levenslang trauma heb bezorgd :-p

Ik had dus de hele voormiddag mondeling examen met mijn zesdes. Dat betekent bijna vijf uur lang opperste concentratie, zonder pauze. Voeg daarbij een behoorlijk warm lokaal dat heel moeilijk af te koelen valt, en het feit dat het tegen één uur liep en ik dus honger had, en je hebt al een omkadering. Bon, ik had het laatste mondeling afgenomen, en was nog wat aan het napraten met Tibo, de laatste leerling, terwijl ik aan het opruimen was. Ik wil het grote tuimelraam dichtdoen, en die vensters gaan ofwel vrij stroef, ofwel klappen die zonder meer gewoon dicht. Hier was het dus wel degelijk het laatste, en mijn pinkje zat ertussen. Ik doe dus ongeveer dezelfde dansroutine als wanneer je met je kleine teentje een tafelpoot mee hebt. Maar wanneer ik eens beter naar dat pinkje kijk, zie ik dat er een stevige snee in zit, die begint te bloeden. Ik loop naar het lavabootje achteraan, en steek de pink onder de kraan. Helaas, dat stopt het bloeden niet. Ik vraag daarop aan Tibo om mijn handtas te pakken en er een zakdoekje uit te vissen, en ik wikkel dat rond het arme vingertje. Wanneer ik daarna terug naar het bureau loop en verder opruim, begint het plots gigantisch zeer te doen, en voel ik me misselijk worden. Ik ga zitten, maar helaas, het gevoel dat in me opkomt, ken ik helaas maar al te goed.

Ik slaag er nog in tegen Tibo te stamelen: ‘Tibo, ik denk dat ik neerga”, ga nog net liggen, en dat is dat. Toch voor zover ik zelf besef.

Tibo heeft me de rest verteld: hij zag me dus inderdaad flauwvallen, en eerst werd ik lijkwit. Lijkwit als in: grauw, blauwig, groene schijn. Eerst lag ik stil, maar daarna begon ik effectief ietwat te schokken en naar adem te snakken, en dan viel dat stil. Tibo was in alle staten, want hij dacht dat ik gestopt was met ademen. Op een bepaald moment wordt inderdaad je adem een stuk oppervlakkiger als je flauw bent gevallen, maar dat wist hij dus niet. Hij deed dan maar het meest logische, waar ik hem ook dankbaar voor ben: hij belde het noodnummer 112.

Intussen stond er echter een collega aan de deur te wachten, Hannah. Zij paste een week op Bo, het dochtertje van Vallery die in het ziekenhuis lag, en we hadden afgesproken om die middag samen met de kinderen in de McDonalds te gaan eten – mijn examen liep sowieso tot half een, te weinig tijd dus om zelf te koken op woensdag – en dan bij ons thuis te spelen. Bo en Merel spelen altijd mooi samen, vandaar. De mondelinge waren ietwat uitgelopen, en Bo en Hannah stonden dus aan de deur te wachten, daar op de tweede verdieping.

En dan is het het verhaal van Hannah: zij hoorde ons eerst nog praten en lachen, dan werd het plots stil, en daarop hoorde ze Tibo paniekerig in zijn telefoon praten, zonder dat ik nog te horen was. Ze gooide dus de deur open, en zag mij daar liggen, met een Tibo die helemaal zijn kluts kwijt was. Ze is daarop naar beneden gerend, waar Sofie, de adjunct-directeur, verpleegster én mijn nicht, nog op haar bureau zat, en die zijn dan samen terug naar boven gecrosst. Gelukkig kent Sofie mij, en kent ze het fenomeen.

Zij heeft dan overgenomen, ze hebben Tibo gerustgesteld, en Sofie heeft me dan wakker gemaakt. Ik moet dus wel een paar minuten weg van de wereld zijn geweest. Enfin, Sofie haalt me dus terug – ik weet nog dat ik dacht: “Moet dat nu? Ik lig hier zo goed!” – en ik hoor spreken over die ambulance. Het eerste wat ik gezegd heb, nog met mijn ogen dicht en niet in staat te bewegen, was: “Ik ben oké, ik ben gewoon flauw gevallen, het was een reactie van de nervus vagus, en het is allemaal niet erg”. Waarop Sofie dan de ziekenwagen heeft afgebeld, en een gerustgestelde Tibo naar huis is gegaan. Wat later heb ik dan ook tegen Hannah gezegd dat ze maar naar mijn huis moest rijden, de kinderen waren al thuis, en dat ze al moesten gaan eten, en dat mijn bankkaart gewoon op de tafel lag.

Wat was er nu precies gebeurd? Wel, iets waar ik al van mijn zesde last van heb, en waardoor ik in totaal toch al een keer of vijftig ben flauwgevallen: een vasovagale syncope. Ik heb een bijzonder gevoelige nervus vagus, en met de juiste prikkels en samenloop van omstandigheden (zoals wierook) ga ik plat. Heel vervelend, maar eigenlijk ook totaal ongevaarlijk, want het gebeurt niet zomaar, en ik heb vijf seconden waarschuwing, net genoeg om zelf te gaan liggen dus.

Het heeft wel nog een tijdje geduurd voor ik voldoende op mijn positieven was om recht te krabbelen – ik moest dan nog overgeven ook – en dan ben ik in serieus tempo en puur op wilskracht naar beneden gelopen, naar de zetel aan Sofies bureau, om daar eerst een tukje te doen. Want ook dat ken ik: mijn lijf wil na het flauwvallen altijd eerst even recupereren en dan slaap ik best even. Na een half uurtje ben ik dan, opnieuw puur op wilskracht, naar huis gereden, heb nog even de bloembak aan de voordeur bemest, en ben dan rechtstreeks naar de badkamer gelopen om te douchen. Ik was namelijk drijf- en drijfnat van het zweet, ook dat is een vast gegeven. Man, wat was ik andermaal dankbaar dat onze douche een zitje heeft…
Ik heb gedoucht, en ben gewoon met de handdoek om me heen gecrasht in Wolfs bed, klappertandend van de kou. Ik had wel mijn gsm bij, en heb Hannah even laten weten dat ik thuis was, en meteen ook Sofie en Tibo gerustgesteld.

Wolf was er bijzonder nuchter onder – die kent het intussen ook al – en kwam zodra hij thuis was, naar boven. Hij had meteen al een emmer bij, deed de rolluiken naar beneden zodat ik beter kon slapen, en ging een kersenpitje halen toen hij hoorde dat ik het koud had.

En dat was dat.

Een uur of twee later ben ik dan bij de rustig spelende kinderen en de immer fantastische Hannah gegaan, maar ik moet wel toegeven dat ik de rest van de dag mottig ben gebleven. Merel had bijzonder lief een boterhammetje voor mij gesmeerd, maar zelfs dat lukte niet echt.

In elk geval heb ik toch wel een paar mensen de stuipen op het lijf gejaagd, ben ik Hannah, Sofie en vooral Tibo bijzonder dankbaar, en heeft die laatste alweer een sterk verhaal om te vertellen. Want ja, wiens lerares Latijn valt nu niet zomaar flauw vlak na je mondelinge examen, hm?

 

Kroepoek is des duivels

Dat mijn maag en bij uitbreiding mijn ganse gestel niet van de sterkste is, dat wist ik al een tijdje. Dat het niet zo goed reageerde op vet, ook. Zo ben ik al een paar keer zó hard beginnen reageren op buikkrampen, dat ik er flauw van viel.

Maar het is maar met het herlezen van de vorige posts, dat ik een constante merk: kroepoek. Tiens. Dat had ik de vorige keer dus ook gegeten. De keer daarvoor niet, voor zover ik me herinner, maar da’s intussen ook al behoorlijk lang geleden.

Maar bon, het was dus weer van dat: ik had nietsvermoedend een halve zak kroepoek leeggevreten, en was gaan slapen. Om wakker te worden met gigantische buikkrampen, en dus richting toilet te spurten. Alwaar ik, te oordelen naar de buil op de zijkant van mijn hoofd, weer ben flauwgevallen tegen de muur. Ik weet wel dat ik me daarna languit op de stenen vloer heb gelegd, badend in het zweet, om alleen af en toe recht te krabbelen om weer op de pot te gaan zitten.

Uiteindelijk heeft Bart me in bed geholpen, maar het is pas toen ik ook mijn maag had kunnen legen, dat het beter begon te gaan. Ik heb vandaag zowat de hele dag in de zetel doorgebracht, flauw en slap.

Auw dus.

Geen kroepoek meer voor mij, hoe lekker ik het ook vind. Duivelsgebroed, ja!

Auw.

Dat mijn lijf gevoelig is voor vetrijk eten, dat heb ik intussen al door. Na zowat elk rijk diner heb ik het zitten: buikkrampen en misselijkheid, en uiteindelijk ook buikloop. Tsja. Ik weet dus dat ik moet opletten met vettige dingen.

Maar blijkbaar is er meer dan dat, is er wellicht iets specifieks waar ik op reageer, maar ik heb er geen idee van wat.

Want daarstraks, na het avondeten, ben ik opnieuw flauwgevallen van de buikkrampen, net zoals in juni vorig jaar. Nochtans had ik niet echt speciaal vettig gegeten of zo. Een beetje ontregeld door de Ankoria gisteren, misschien, en daar sandwichen gegeten met eiersla. Ook ’s avonds nog een halve zak kroepoek binnengespeeld, dat wel. Maar vandaag niks bijzonders.

En toch kreeg ik daarstraks gigantische buikpijn, met serieuze krampen. Een langdurig toiletbezoek was het gevolg, en jawel, plots werd ik weer enorm misselijk. Ik heb nog om Bart geroepen, en ik dacht dat ik nog uit eigen beweging gaan liggen was. De serieuze buil op mijn rechterwenkbrauw spreekt dat laatste helaas tegen. Volgens de kinderen ben ik toch wel een behoorlijk tijdje buiten westen geweest. Ik ben uiteindelijk met Barts hulp rechtgekrabbeld, heb nog wat op de pot gekampeerd, en ben dan de rest van de avond in de zetel blijven liggen.

Ugh.

Wist ik maar wat precies het veroorzaakt, dan kon ik dat vermijden. Maar ik heb dus echt totaal geen idee 🙁

Oei!

Nu ben ik weer wat tegengekomen…

Ik moet zeggen, ik loop dus eigenlijk rond met een keelontsteking, en de nodige antibiotica in mijn lijf. Reken daar de vermoeidheid van de examens bij, en de deliberaties deze morgen, en dan weet je dat het niet zo goed gaat.

Deze avond was er de barbecue van de zesdes, en ik was eigenlijk te moe en te mottig om ernaar toe te gaan. Aan de andere kant, het is zowat de laatste keer dat ik mijn lieverdjes zie, dus ik ging wel acte de présence geven, eten, en terug naar huis.

Op het moment zelf voelde ik me echter prima. Ik heb gezellig zitten kletsen met zowel collega’s als leerlingen, en heb genoten van de barbecue: massa’s gewokte groenten, twee scampispiesjes en een klein stukje entrecote, en dan nog het dessert, zijnde gebakken ananas met ijs. Zoveel heb ik dus echt niet gegeten, en ik heb er toch wel veel water bij gedronken. En toch…

Rond half twaalf ben ik doorgegaan, en in de auto kreeg ik plots serieuze buikkrampen, zodat ik me echt naar huis heb gehaast. Damn die trage auto voor mij! Thuis heb ik snel een emmer meegegrist in mijn haast richting toilet. En jawel, serieuze buikloop, overgeven, en een bijzonder mottig gevoel. Zo erg zelf, dat ik ongelofelijk ongemakkelijk werd, en blijkbaar zelfs ben flauwgevallen. Want plots werd ik wakker met het gevoel dat het toch wel erg hard was aan mijn hoofd. En toen ik mijn ogen opende, zag ik de tegels. Van de vloer. Hmmm. Gelukkig was Bart nog wakker, en die heeft me overeind geholpen, en uiteindelijk ook in bed gekregen. Kanjer van een koppijn, en een vreselijk gevoel.

Hopelijk geen hersenschudding…