Dagje geocachen rond Melle

Jawel, een stralende zon vandaag – eindelijk! – en een rug die vandaag eens geen pijn doet, en dat leek me de ideale combinatie om eens te testen hoe ver die rug het al doet, en eindelijk eens wat frisse lucht happen en de benen eens deftig strekken. En wat rusteloosheid uit mijn lijf te krijgen, dat ook.

Ik trok richting Melle maar bleef hangen waar ik het eigenlijk niet eens bedoeld had maar wel heel fijn vond: Gontrode, begot. Ik was wel degelijk met de auto, want ik vertrouwde mijn rug nog absoluut niet: de fiets was geen optie want die wilde ik nu echt niet op en af de fietsendrager moeten tillen – bestaat daar geen deftige oplossing voor, eigenlijk? – en te voet riskeerde ik me ook niet, want wat als ik dan halverwege een wandeling plat zou vallen? Dan moest ik hoe dan ook toch nog terug naar de auto.

Maar ik verzeilde in Gontrode, genoot met volle teugen, stelde tot mijn zeer grote verbazing vast dat er ooit tijdens de oorlog een vliegveld was in Gontrode waar ze een zeppelin van maar liefst 180 meter bouwden – het ding staat, als je goed kijkt, aangeduid op het uitlegbord – en liep zelfs gewoon rond in een dikke gilet en een sjaal, want de zon scheen. En ik had koekjes en hete thee mee.

Ik haalde maar liefst 20 caches – eentje vond ik niet – en dacht toen: “Eigenlijk zou ik 2024 willen eindigen met 365 caches, eentje voor elke dag. Ik moet er nu nog 25…” En dus reed ik nog tot in Bottelare, waar er drie series labcaches liggen, goed voor 15 caches dus. Het werd wel donker, maar voor labcaches – waar je geen potje moet zoeken maar een vraag beantwoorden – kan dat best wel. Alleen werd het verschil met overdag plots heel erg duidelijk: het werd pokkekoud! Dus vest, handschoenen en pinnenmuts, en jawel, 15 caches.

En de rug? Die was moe, maar deed eigenlijk niet echt pijn, gewoon de standaard zeurderigheid die er altijd is als ik moe ben.

Maar man, wat heb ik ervan genoten vandaag! Kunnen rondlopen, kunnen genieten, zon, stilte, caches, groen, vrijheid…

Dit, dit is echt vakantie voor mij.

En die laatste tien caches? Die haal ik in de komende dagen nog wel ergens.

Lissabon dag 1

Bart had het al een tijdje gezegd: nu de kinderen wat groter zijn, waarom gaan we met zijn tweetjes niet op citytrip naar Lissabon? We gingen eerst de kinderen meenemen, maar Wolf moet studeren, Kobe zit op Jamboreeweekend, en met Merel alleen, dat zag ze ook niet zitten. Maar ik zei geen nee tegen een tripje naar de zon met ons tweetjes.

Disclaimer: Barts foto’s zitten hier ook tussen, en nee, ik had absoluut geen zin om horizonten recht te trekken of storende details af te knippen. Deal with it.

Rond goed half acht zaten we in de auto naar het Sint-Pietersstation, goed tien voor acht reden we opnieuw naar huis, goed kwart na acht stonden we aan het station mét klein rugzakje waarin onder andere mijn identiteitskaart zat. Een goed begin van onze citytrip dus. Meh.

Maar we namen rustig de trein, stapten over in Brussel Zuid richting luchthaven, checkten daar alsnog onze bagage in omdat de vlucht goed vol zat en we dan niks hoefden mee te zeulen, en gingen voor een tweede ontbijtje. Ik ben er ook achter gekomen dat ik zo’n hekel heb aan de luchthaven omwille van de drukte: in zo’n aparte pod kwam ik helemaal tot rust.

Om kwart voor twaalf zaten we goed en wel in het vliegtuig, een klein halfuurtje later sliep ik diep, jawel. Een paar stevige tukken gedaan, zodat die drie uur eigenlijk snel voorbij waren. Ook de landing ging vlotjes, pas bij het taxiën werd ik alsnog lichtjes mottig. Tsja.

Het ophalen van de bagage duurde eventjes, het vinden van de Uberparking was een ander paar mouwen. Een eerste chauffeur gaf het op en rekende ons een annulatiekost aan omdat we niet stonden waar we moesten, blijkbaar, bij de tweede chauffeur hadden we rondgevraagd en stonden we uiteindelijk toch op de goeie plek. Nog een chance, want Mario bleek een zeer sympathiek man met een uitstekende Tesla en een zeer aangename rijstijl.

Hij gaf ons tal van tips tijdens de rit, onder andere over Sintra waar we woensdag of donderdag naartoe willen, en hij stuurde me nog een massa info via Whatsapp. Ik denk dat we hem gaan boeken voor een privérit naar Sintra, in plaats van met een busje waarop ik gegarandeerd wagenziek ga worden.

Maar bon, tegen vier uur waren we in ons hotel: een aangename kamer met een zeer goed bed, op een plein dat je het best kan vergelijken met de Korenmarkt, denk ik: te midden van de winkelbuurt, met een rechtstreekse, autovrije straat naar de zee. Echt zalig, met uitzicht op het kasteel, maar met een ongelofelijke geluidsisolatie, want met de ramen dicht hoor je echt niks meer van de gigantische drukte beneden.

We installeerden ons en gingen voor een wandeling, want intussen kon je ook wel van een hongertje spreken. We gingen voor een terrasje met de onvermijdelijke pasteis de nata, wandelden verder tot aan de Taag, genoten gigantisch van de zon en de fantastische temperatuur van 22°, dronken nog een verfrissende limonade en kuierden verder langs onder andere de Time Out Market.

Uiteindelijk verzeilden we op een fijn pleintje op een terrasje van Boa Bao, een Vietnamees restaurant. Blijkbaar waren we nog net op het goeie moment, want na ons begon er echt een lange wachtrij te ontstaan. En ik geef toe: het werd ook frisjes op dat terras, ondanks onze vestjes.

Uiteindelijk wandelden we terug naar het hotel, ploften rond negen uur lokale tijd – tien uur in België – neer op ons bed, en Bart nam zelfs nog een douche om op te warmen.

Veel meer fut dan dat hadden we niet, dus we lazen nog wat, prutsten op de gsm, en vielen prompt in slaap.

Maar wat een stad, wat een weertje, wat een vakantie!