Geocachen in Lochristi (deel 1)

Zondag nam ik ons pa nog eens mee op sleeptouw om te gaan cachen. Pro forma protesteerde hij nog wat, maar ik zag de lichtjes in zijn ogen, én hij had zijn pet en zijn sjaal meegebracht van thuis, eigenlijk had hij dus geen bezwaar.

Ja, het was fris en grijs buiten, en op het randje van regenen, maar we hebben er toch deugd van gehad. Cacher Francobello is bezig met een ganse reeks caches te leggen in Lochristi, 31 stuks tot zover, en wij deden er de eerste zes van. Allez ja, nr. 1 was al geen spek voor ons bek, want daar heb je een hengel voor nodig aangezien hij op een meter of 5 hoogte hangt, maar dat wisten we wel op voorhand.

We reden van de ene cache naar de andere en op het eind wandelden we gewoon een stuk langs een wegel naar de volgende cache. Gelukkig werden ze wel allemaal redelijk vlot gevonden.

Op de terugweg keken we nog even een van mijn caches na en bestudeerden we vooral een werfbord dat een mysterie bleef voor ons: moeten die putdeksels nu open of dicht? En hoe zit het met die werfhekkens?

Enfin, de koffie en de taart smaakten dubbel zo goed na onze wandeling!

Sneeuw, jawel

Het zal vermoedelijk niemand verbazen dat het vandaag over sneeuw gaat. Die hadden ze immers met veel bombarie aangekondigd, en dan vooral ook het feit dat het de komende dagen gaat blijven vriezen en dat die sneeuw dus gaat blijven liggen. Da’s al een behoorlijk tijdje geleden…

Ons pa durfde het – terecht – niet aan om zelf met de auto tot bij ons te komen. Ik twijfelde even, maar toen ik hoorde dat net nu zijn chauffage het begeven heeft en hij dus in de kou zit, ging ik hem fluks halen. De warmte deed hem zichtbaar deugd, net zoals het gezelschap.

En intussen viel er poedersneeuw. Helaas niet van die mooie dikke vlokken zoals die ene zaterdag een paar weken geleden, maar van die sneeuw waar geen zak mee te beginnen valt: je kan er amper een sneeuwbal mee maken. Op de stenen bleef ze eerst ook niet liggen, zeker niet op ons terras, behalve dan op één steen. Begrijpe wie begrijpen kan, wij hebben er alvast geen uitleg voor.

De kinderen trokken naar buiten en Wolf had een groots plan opgevat: een heuse glijbaan! En dan echt wel eentje met een ramp, iets met de bank en een stoel en zo. Ze hebben er veel meer werk aan gehad dan gedacht, net omdat het geen poedersneeuw is, maar ze hebben zich wel keigoed geamuseerd. Ze hebben er zelfs de bolderkar bij gehaald om sneeuw te verzamelen, want een grote sneeuwbal rollen als basis lukte niet.

En intussen deed moeder wat schoolwerk en bakte ze een speculoosbrood. Ha ja, want ik ging ons pa echt niet naar huis sturen om daar in de kou te gaan zitten eten. Hier had hij zich bij de haard geïnstalleerd, hij slaagde er gewoon niet in om warm te blijven.

Al bij al een fijne winterzondag.

Goat it an?

Deze morgen zat ik plots te denken. Ja, dat gebeurt me heel af en toe wel eens.

Je zal nu, in dit vriesweer met de belofte van een koudegolf, maar een Fries zijn met een sprankeltje hoop op een Elfstedentocht.

Bij de laatste editie, in 1997, was je 15 en mocht je nog niet deelnemen. Evert Van Benthem, de winnaar van 1985 en 1986, is je grote held, zijn foto hangt al eeuwen boven je bed.

Sindsdien heb je elke winter weer getraind, gehoopt, geschaatst, gekluund. Je werd 25, je werd 30, en intussen ben je er 39. Veel tijd is er niet meer voor jou, als je die schaatstocht van 200 kilometer ooit nog wil rijden, de Tocht der Tochten.

En dan is er 2021 en een sprankeltje hoop op voldoende ijsdagen. Hier heb je al die jaren voor getraind, voor gezweet. Ja, het is nog wachten op de kwaliteit van het ijs en het aantal ijsdagen, en liefst geen sneeuw, maar toch is er die hoop.

En dan mag het niet omwille van corona.

Dan eet je als Fries toch uit pure frustratie je eigen schaatsen op? Ja toch?

Kutwinter

Ik heb het gehad met die winter. Normaal gezien vind ik winter absoluut niet erg, het is een kwestie van induffelen. Maar dan moeten er wel van die prachtige winterse helblauwe luchten zijn, de laagstaande zon, de vrieskrakende adempluimen.

Ik snak naar deftige wandelingen in dat soort lucht, in dat soort licht. Maar het enige dat we krijgen, is regen. Regen, en van die vaalgrijze luchten. Wandelen in dat weer, daar is gewoon geen lol aan. Ik had gehoopt in de kerstvakantie te kunnen gaan geocachen, maar het is gene vette geworden, de tweede week heeft het quasi onophoudelijk geregend.

Vorige week sprong ik nog een gat in de lucht omdat ik eindelijk nog eens met de fiets naar school kon. De zon scheen van geen kanten, maar het was tenminste droog.

Gisteren scheen dan eindelijk eens de zon. Mijn zesdes zaten met half dichtgeknepen ogen, maar niemand vroeg om de zonwering naar beneden te laten, iedereen genoot er zichtbaar van. Helaas, tegen dat ik goed en wel thuis was, begon het alweer te overtrekken. Echt…

Ik ben wel nog snel even de tuin ingedoken, gewoon om te kijken of daar misschien al sporen van de nakende lente waren. En jawel, de narcissen en de tulpen zijn aan het schieten en de botten van de japonica zijn aan het zwellen.

Oef.