Gisteren, na het gedoe met ons pa, kon ik alsnog richting Nederland vertrekken. Rond kwart na vier pikte ik Mireille op ter hoogte van Kemzeke, en daarna gingen we vrolijk in de file rond Antwerpen staan. Zodoende was het effectief zes uur tegen dat we onze auto op het vertrouwde plekje bij Hanneke konden parkeren. Rebel, haar poes, kwam ons al meteen tegemoet.
Binnen werden we bijzonder hartelijk verwelkomd door zowel Hanneke als Sabrina: die kwam uitgebreid koken voor ons viertjes en gastvrouw spelen. Met Hanneke gaat het namelijk niet zo goed, en dat is een understatement. We wisten dat uiteraard al een tijdje, maar hadden nog volop genoten op Big Rivers vorige zomer. Maar Mireille en ik wilden dolgraag Hanneke nog eens zien, en we wisten allemaal dat dit perfect de laatste keer kon zijn. We hebben het onderwerp ook niet geschuwd: Hanneke liet ons een pracht van een nummer horen dat ze op haar uitvaart wilde laten afspelen, Sabrina las ons haar speech voor, en Han had net haar Marla-jurk – uit onze favoriete larp Poort – gewassen om daarin begraven te worden.
Het deed niet akelig of vreemd, maar hard en intens was het bij momenten wel, ja. Dat weerhield ons er niet van om extra hard te genieten. Sabrina had een heerlijke, bijzonder uitgebreide chili klaargemaakt, en ik wist dus echt niet dat ik chili lekker kon vinden – ze had er speciaal voor mij de bonen uit gelaten. Maar die waren er dus als extraatje, net zoals de nacho’s met gesmolten kaas, en de guacamole, en de paprika’s en al. Serieus, veel te veel gegeten eigenlijk.
Daarna werd er rustig gechilld in de zetel, zaten we te kletsen, tot er een berichtje van Leon binnenkwam, Hannekes zoon die enkele straten verderop in dezelfde wijk woont: de bevers waren actief! Jawel, die hele wijk is via kanaaltjes en watertjes verbonden met de Biesbosch, een groot natuurgebied naast Dordrecht, en die bevers hebben er niets beters op gevonden dan een burcht te beginnen bouwen daar tussen de huizen.
Wij dus allemaal een vestje aan en naar buiten, naar de bevers. Maar zo wijs!
Eentje zwom wat verderop – er is daar een fijn pad aan deze kant zodat je kan meevolgen – en ging daar vrolijk in een tuin een stuk struik afknagen om die dan naar zijn burcht te slepen. Als die mensen niet op tijd een soort afsluiting voorzien, hebben ze binnen de kortste keren geen tuin meer…
En wij, wij stonden daar als gekken te kijken en te filmen. Serieus, daarvoor moet ge veertien dagen in Canada zitten om geen enkele bever te spotten, en dan gewoon in Dordrecht tussen de huizen hen te zien zwemmen.
We keerden op onze stappen terug, en Hanneke ging rond half tien slapen, het was genoeg geweest. Wij bleven nog even zitten praten, tot Mireille en ik richting de logeerkamer gingen en Sabrina ging overnachten bij haar zoon wat verderop.
De volgende morgen was er een bijzonder uitgebreid ontbijt – die twee zijn gewéldige gastvrouwen – en daarna leerde Sabrina ons werken met ecoline. Ja, een Vossenweekendje is dat niet zonder dat we op zijn minst ook iets maken of knutselen. Ik vond het best wel geslaagd, ja.
Wat later aten we bij wijze van middageten Mireilles zeer geslaagde applecrumble, en nog wat later verklaarde Hanneke dat het welletjes was. Mireille en ik waren sowieso al bijzonder opgetogen dat we hadden kunnen overnachten en op die manier wat extra tijd met ons vieren hadden kunnen doorbrengen.
We namen hartelijk afscheid en spraken meteen ook af voor Big Rivers in juli. Hoop, nietwaar.
Maar het was prachtig weer, en ook al kan Mireille niet echt veel – long covid with a vengeance – rustig wandelen zit er gelukkig nog wel in. We gingen eerst naar het Sterrenburgpark voor vijf labcaches.
En toen zagen we dat er een ongeluk was gebeurd op de autostrade ergens in de buurt van Zwijndrecht en dat we daar twee uur zouden stilstaan, en dus kozen we voor nog een extra wandeling in de Biesbosch, met uiteraard ook nog enkele labcaches. Wat een prachtig, muisstil natuurgebied zeg! Heerlijk gewoon, zeker in die zon…
En toen bleek het bijna half zeven, stond er nog steeds behoorlijk wat file, en kregen we een hongertje. De bistro aan dat Sterrenburgpark had er zeer behoorlijk uit gezien, zodat we daar iets gingen eten: zeer ruime porties voor weinig geld, zo hoort dat.
Het resultaat was dat we rustig zonder file naar huis konden rijden, Mireille werd opgepikt door Arend, en ik tegen tien uur, helemaal uitgerust en opgeladen, terug thuis was.
Vossenweekendjes – al is het tijdens de week – ik ga dat gigantisch missen. En dat niet alleen.