Einde van een tijdperk(je)

Schreef ik in mei 2019 nog dat ik zo graag voorlas aan Merel, dan is daar intussen een eind aan gekomen, jammer genoeg.

Ergens in december was het laatste voorleesboek – Sjakie en de grote glazen lift – uit en toen hoefde het voor Merel niet meer. Ze leest sneller zelf, maar ook: ze wordt al wat groter, en dan ligt ze eigenlijk liever te kletsen met haar mama. Want niet meer voorlezen betekent niet dat ik haar niet meer in bed moet stoppen, nee hoor. Zo goed als elke avond ga ik rond negen uur met haar naar boven en dan kruip ik bij haar onder de dekens. Dan knuffelt ze me helemaal en dan liggen we te kletsen. Over haar dag, over haar vriendinnen en het drama dat er die dag weer was geweest, enfin, over alles wat haar zoal bezig houdt. Heel vaak ontaardt het ook in een gigantische kriebelpartij, soms doe ik onnozel met een van haar knuffels, en vaak doen we gewoon alles door elkaar.

We genieten daar allebei van, en het is vaak een kwartier, twintig minuten dat ik weg ben. Maar ik heb ook de indruk dat het haar wel deugd doet: er zitten ongelofelijk veel muizenissen in dat koppetje van haar, en op die manier komen ze er ongedwongen uit.

Maar bon, het volgende voorlezen zal wellicht ooit voor kleinkinderen zijn, dus nog niet sebiet. Maar stiekem kijk ik daar toch al een beetje naar uit.

Voorlezen

Nog steeds lees ik elke dag voor aan Merel bij het slapen gaan. Nu ja, elke dag, toch elke avond wanneer ik thuis ben om haar in bed te stoppen.

Bij de jongens heb ik dat nooit zo lang volgehouden, ik weet eigenlijk niet goed waarom, want ik doe dat eigenlijk wel graag. Eerst kwamen zowat alle boeken van Roald Dahl aan de beurt, en af en toe iets anders. Aangezien de Dahls op waren, zaten we bij David Walliams, maar die leest ze nu liever zelf. We hebben ook al een van de grote sprookjesboeken gelezen. En nu, nu zijn we bezig in De Wind in de Wilgen, de klassieker van Kenneth Grahame. Die kan ze uiteraard ook al helemaal zelf lezen, maar ze vindt het leuker als ik bij haar onder haar deken kruip, met enkel het nachtlampje aan, en dat ze dan zachtjes kan liggen luisteren.

En het is dan supermooi om te zien, wanneer ze met haar poppen speelt, dat die ook verhaaltjes krijgen. Simpelere verhaaltjes, want de poppen zijn kleiner en het mag niet te moeilijk zijn, legt ze dan uit.

Mooi, toch?

Mathilda

Toen ze klein was, moest ik altijd een liedje zingen voor Merel. En eigenlijk ook altijd hetzelfde: “Slaap kindje slaap”.

Sinds een jaar of twee ben ik aan het voorlezen voor haar: eerst bibliotheekboekjes, en dan plots Pluk van de Petteflet: elke avond een hoofdstukje. Toen dat boek uit was, schoten we ons in de GVR van Roald Dahl, met minstens evenveel genoegen. En nu zijn we bijna aan het einde van Mathilda.

Merel geniet er intens van: elke avond weer kijkt ze ernaar uit, en lees ik een tiental minuten.

Is er een boek dat jullie daarna zouden aanraden voor haar? Nog iets anders van Roald Dahl? Of iets compleet anders? Doe gerust suggesties!