Soms…

Ik kan het soms nog steeds niet vatten. Soms kan ik mezelf nog net stoppen bij de vraag: “Tiens, is Vic ziek misschien?” omdat ik hem nog altijd in mijn klas verwacht. En soms zijn er ook van die Vicmomentjes in de klas, waarbij ik iets zeg, en het even stil blijft, gewoon omdat ik een opmerking van hem verwacht. En soms lees ik in de ogen van zijn klasgenoten dat ze dat ook vinden, dat ze dat ook verwachten. Soms zijn ze bijzonder onnozel en uitgelaten, als een standaard zestienjarige. Maar soms, al naargelang het onderwerp van de les, zijn ze stil, en somber.

En soms slaat het keihard in je gezicht. Zoals wanneer je per toeval nog eens het infokrantje voor de tweede graad in handen krijgt, en waarbij hij vrolijk lachend als voorzitter van de leerlingenraad in je ogen kijkt.

Vandaag hebben we hem herdacht. De Fietsersbond heeft een witte fiets ter zijner nagedachtenis geplaatst, en wij waren daarbij. De politie heeft het superdrukke verkeer gewoon tien minuten stilgelegd, zonder pardon, zonder vragen, in alle respect. En wij, wij namen nog eens afscheid.

Het zit diep. Het zit nog steeds heel diep. Want weet je, hij was een van de mijne. Zo simpel is dat. Een van de leerlingen, een van zijn vrienden, een van zijn scouts, een van alle lachende zestienjarigen op deze planeet, een kind van zijn ouders, een leerling van mijn collega’s, een van de mijne. Niet soms. Voor altijd.

 

En toen stopte de zon even met schijnen…

Ik heb er eigenlijk geen woorden voor… Deze morgen, toen ik Smartschool opende, werd de grond van voor mijn voeten weggeslagen. Ik heb zeker een volle vijf minuten blind naar mijn scherm zitten staren. Hij was een van de mijne…

Hier leest u waar ik het over heb.