Rust zacht, nonkel Wim.

Eerder deze week bereikte me het bericht dat mijn grootnonkel Wim plots overleden is. Allez, strikt genomen is hij inderdaad mijn grootnonkel, wegens het kleine broertje van mijn grootmoeder, een achterkomertje, maar eigenlijk was hij ongeveer even oud als mijn ma. Zijn jongste dochter is Ellen, jonger dan ik, in wier huisje in de Ardennen we al zo vaak zijn mogen gaan logeren. Ik heb eigenlijk best wel een goed contact met haar, dankzij ons beider blogs, en ik volgde de gezondheidstoestand van haar pa wel een beetje dus. Ja, ik wist dat hij parkinson had, net zoals mijn pa, maar wel in veel ergere mate. En ik wist ook dat hij sinds een paar maanden in een verzorgingstehuis was opgenomen, omdat tante Francine het echt niet meer aankon om voor hem te zorgen, zo hulpbehoevend was hij intussen.

Maar zijn dood zelf was eigenlijk heel erg plots, totaal onverwacht. Dus ja, ik was behoorlijk verschoten. Ons pa was gevraagd aan de koffietafel, maar aangezien hij zelf niet meer mag rijden, had dat wel wat voeten in de aarde om alles geregeld te krijgen. Hij is gelukkig mee kunnen rijden met Jeroen, en ik heb hem dan tot aan de zaal gebracht, waarna hij met een van mijn nonkels kon meerijden. Gelukkig.

En de begrafenis, goh, ik had er hartzeer van. Ja, zoals zijn kinderen zelf zeiden, was het al een lange weg geweest van afscheid nemen. Afscheid nemen van het klussen, afscheid nemen van het auto rijden, afscheid nemen van het samen op vakantie gaan, afscheid nemen van het fietsen, afscheid nemen van de lange wandelingen, uiteindelijk zelfs afscheid nemen van de gesprekken… En dan ben ik toch ongelofelijk blij dat ons ma dat niet heeft moeten meemaken. Dat ze tot vijf dagen voor haar dood gewoon nog zelf boodschappen had gedaan en zelf had gekookt. Dat ze tot op het einde nog ongelofelijk helder was, en dat het allemaal zo rap is gegaan.

Maar ik voelde mijn hart opnieuw breken in Ellens plaats. Ja, ik weet het, we moeten onze ouders allemaal afstaan, maar soms is het gewoon te vroeg. Ik denk niet dat haar kinderen zich hun opa echt zullen herinneren, en dat, dat besef alleen al, doet pijn. Dat vond ons ma ook het ergste: dat ze de kinderen niet meer ging zien opgroeien, en dat Marne zich haar wellicht nooit meer bewust zal herinneren.

Ik heb ons pa afgezet en ik ben nog gaan cachen in Deinze. Gewoon, op mijn eentje, uitwaaien, alleen met mijn gedachten. Ik had dat even nodig, en gelukkig begrijpt Bart dat ook.

Want soms, soms gaat het diep.

Rust zacht, nonkel Wim.