84

Ons pa werd afgelopen donderdag 84 jaar. Een hele prestatie, zeer zeker, al is hij intussen wat wankel te been, bij momenten nogal afwezig en dus ook niet aandachtig als we iets willen zeggen. Maar dat neemt niet weg dat hij nog steeds graag leeft, met smaak eet, veel leest en af en toe tv kijkt.

Zoals elke zondag kwam hij ook vandaag bij ons eten, en ook Roeland was erbij met de rest van zijn gezin. Door een misverstand was Jeroen helaas niet van de partij, maar dat had er wel voor gezorgd dat de hoop beperkt bleef, zodat ik simpelweg spaghetti met bollekes heb gemaakt zoals ons ma dat altijd deed, en dat er dan taart was en zo.

We zaten buiten, genoten van het heerlijke weer en tetterden honderduit. En ons pa zat erbij, keek ernaar, en vond dat het goed was.

Een verjaardagsdagje

Kobe werd dus achttien gisteren, waarvoor ik hem dan ook eens ongestoord liet slapen. Ongestoord is eigenlijk niet helemaal het woord, want de poetsvrouw ging vrolijk te keer in de gang met stofzuigers en dweilen, maar dat stoorde blijkbaar niet. Pas tegen kwart voor twee kwam de meerderjarige boven water, zodat ik naar de winkel kon om koffiekoeken en boodschappen voor de grote ketel macaroni met hesp en kaas ’s avonds.

Ik had Merel al tegen elf uur naar het appartement gevoerd, waar ze Wolf en Arwen ging helpen met schilderen. Tegen zes uur – ik was onderwijl aan het koken – ging Bart ze weer ophalen, zodat we met zijn zessen aan tafel zaten. Daarna had ik nog taart voorzien, gewoon omdat die zo leuk was: een grote minion. Alleen had iedereen eigenlijk al te veel gegeten, maar Kobe kon het toch niet laten om vakkundig het oog te verwijderen. Zo is hij dan wel weer.

En toen reden we in twee auto’s richting de Kinepolis, voor de Fantastic Four. Kobe had er geen behoefte aan om vanavond nog uit te gaan met zijn vrienden, gezien het feit dat hij zijn verjaardag vrolijk had ingezet ergens op het Sint-Baafsplein en pas tegen vijf uur in zijn bed was gerold. Maar de film met zijn allen, dat zag hij dan wel weer zitten natuurlijk. En toen bleken zijn vrienden alsnog naar de Feesten te gaan, en kon hij daar niet voor onderdoen natuurlijk.

Ik denk dat zijn verjaardag adequaat is gevierd, ja.

Achttien

Lieve Kobe

het is eigenlijk bijna niet te geloven dat je nu pas achttien wordt: je lijkt vaak zo veel ouder…

Je bent ook gigantisch veel veranderd het laatste jaar, en dat is niet onlogisch: je hebt er je eerste jaar unief op zitten. Alhoewel het er nog niet helemaal op zit: vanaf 1 augustus begin je opnieuw te blokken, want je hebt 8 van de 13 examens opnieuw, en dat is een pak. Maar je ziet het nog steeds zitten, en wij dus ook, al kan het wel dat je nog een paar vakken volgend jaar opnieuw mee moet nemen. Maar je zegt het zelf ook: dit is wat je wil doen, en je bent per slot van rekening nog maar net achttien…

Ja, je bent nog steeds mijn vrolijke warhoofd, mijn ADHDer, en we hebben daar samen steeds meer een band over, al kunnen we nog steeds enorm op elkaars zenuwen werken. Maar ik snap jou en jij snapt mij. Dank de goden, overigens, voor het bestaan van medicatie: zonder jouw Medikinet zou het studeren niet lukken, denk ik. En dank de goden voor jouw scoutsvrienden. Je studeert samen met hen en voor jou werkt dat prima. Ik zou het niet kunnen, maar ieder zijn methode, zeker? De scouts zijn sowieso jouw lang leven: je zit inmiddels in de leiding en gaat er 100% voor: vergaderingen, voorbereidingen, kamp, voorkamp, maar ook gewoon hangen in de STAM, op stap gaan met je scoutsvrienden, afspreken met hen, samen in een bandje zitten… Je bent nog aan het zoeken naar een coole groepsnaam, maar blijkbaar werkt het wel: twee man uit de scouts, daarbij Brecht van school als drummer, en jij dus op bas. Ik ben benieuwd om jullie eens te horen.

Op sommige vlakken ben je uiteraard nog steeds dezelfde: even nonchalant, vergeetachtig, maar ook gewoon slordig. Je laat overal spullen achter, ik moet dagelijks zagen over je kamer, je slaapt overal doorheen, en je concentratie is een ramp. Maar tegelijk ben je ook nog steeds het zonnetje: zodra jij binnenkomt met je grote stralende glimlach, de twinkeling in je ogen, je gekke dansmoves en je muziek, breng je een positieve vibe. Tenzij je slecht gezind bent of vroeg moet opstaan: ga dan maar uit de weg, want dan heeft een donderwolk er niks aan.

Het is vreemd dat je pas nu, met dat jaar unief achter de rug – nou ja – achttien wordt: je moet dringend eens werk maken van dat rijbewijs want dat kan je wel gebruiken bij de scouts, en ook pas nu mag je overal binnen. Meerderjarig zijn, het brengt ook wel wat verantwoordelijkheid met zich mee. Je zit bijvoorbeeld chronisch met een geldtekort: geen idee aan wat je dat allemaal uitgeeft, maar bon. Ik heb je bezworen dat je van je spaarrekening af moet blijven, want daar is dat geld niet voor bedoeld, voor het bijpassen van een drankrekening van de Gentse Feesten, of voor het aanschaffen van nog maar eens een paar nieuwe oortjes omdat je de vorige alweer kwijt bent. En om te werken voor je geld ben je naar de luie kant, en past het ook vaak niet in je agenda. Je wilde eigenlijk werken tijdens de Gentse Feesten, maar was natuurlijk veel te laat om daarvoor te beginnen kijken. Je krijgt nu wel geld voor de hulp bij het opruimen van opa’s huis, maar ook daar ben je liever lui dan moe en ben je al vaak gewoon thuis gebleven om hier te zitten niksen. Ach liefje, je moet het gewoon zelf weten, daar ben je nu eindelijk oud genoeg voor.

Zolang je maar beseft dat wij er altijd zijn voor jou, en dat je altijd bij ons terecht kan om je te helpen wanneer je jezelf in nesten hebt gewerkt, groot of klein. Of ook gewoon voor idiote vraagjes, zoals hoe je een quiche bakt – al heb je dat intussen stevig onder de knie – of hoe je best een scoutsteken op je hemd naait. En met die glimlach van jou krijg je hoe dan ook zowat alles van me gedaan, en dat weet je maar al te goed.

Liefje, ik zie je graag, al achttien jaar lang, en hopelijk nog veel, veel langer. Geniet er maar van, zolang je lekker student kan zijn, de verantwoordelijkheden best wel meevallen en wij nog steeds helemaal je vangnet zijn.

54 en woest

Maandag wordt Gwen 54 – ik volg in november – maar dan zit ze de hele dag in Brussel. En in juni doen wij al graag eens van ontbijtje. Vandaag stonden we dus om negen uur – en we vonden het allebei eigenlijk te vroeg – in de Brugsepoort bij Woest. Ik kende het niet, maar ik vond het er zeer aangenaam: je kon buiten zitten of binnen, of, zoals wij, strikt genomen binnen maar bij een volledig opengeschoven raam, dus eigenlijk ook buiten.

Ik had voor haar een mandje gemaakt, geïnspireerd op wat Merel doet voor haar vriendinnen. Er zat een soort lantaarn in voor buiten, met drie appelblauwzeegroene kaarsen en drie nepkaarsen op batterijen, een theelichthoudertje in dezelfde kleur, een snoer lichtjes voor eventueel rond de lantaarn, een fijn notitieboekje zoals ze vaak gebruikt, een set stylo’s in snoepkleurtjes en vooral… een fotoboekje. We gaan nu al jaren samen eten en dingen doen, en vrijwel elke keer neem ik wel een foto. In het begin was dat analoog, en die foto’s heb ik dus niet meer, maar ergens, zo’n 14 jaar geleden, begon ik digitale foto’s te nemen. Nee, ik heb ze lang niet allemaal teruggevonden, maar de recente waren wel oké. De helft heb ik afgedrukt als foto in het Kruidvat, de helft wilde hij niet afdrukken wegens te slechte kwaliteit en die heb ik dan maar hier op mijn printer afgedrukt. Resultaat: ik heb gisterenavond nog ettelijke uren zitten knippen en plakken en data zitten opzoeken, want ja, ik wilde er wel zo veel mogelijk de juiste datum bij zetten. Ik had dus een fotoboekje met foto’s van toen Merel en Lena-Mare nog baby’s waren, tot vorige maand.

Bart had het gezien, vond het wel mooi, maar zei dat hij dat niet zo leuk zou vinden wegens nogal confronterend. Ja, we zijn een pak ouder geworden in die tijd, dat klopt. Gelukkig ken ik mijn bestie wel een beetje, en zij begon zowaar te huilen toen ze het kreeg, zo zalig vond ze het. Kroniek van (een deel van) een vriendschap, als het ware.

En toen was er dus het ontbijt met uitgebreid buffet, zowel zoet als hartig, met basisdranken à volonté, met een heerlijke zalmbereiding maar ook eitjes en alles erop en eraan. Aanrader, jawel.

Een goeie twee uur later, toen we zelf al aan het denken waren om te vertrekken, kwamen ze ons vriendelijk vragen of we het zagen zitten plaats te ruimen voor een groot gezelschap dat kwam lunchen. Zo staat het ook op de website: ze voorzien twee uur voor het ontbijt.

Samen trokken we nog naar de Kringwinkel van de Haspelstraat, om de hoek, eentje die ze niet kende. Ik vond er zowaar, voor tien euro, een prachtige set van rok en iets tussen vestje en tuniek van Kaat Tilley, in een donkerpaars, en in perfecte staat. Ik was er meteen verliefd op, ik had het ook meteen in de gaten. Jammer genoeg is het niet mijn maat, maar dat deerde niet voor die tien euro. De rok is maat 42, dat zal dus een wensdroom blijven, maar het vestje, daar kan ik al in, al is het nog bijzonder krap en dus niet draagbaar. Maar het is wel een extra reden om verder te vermageren, en dan lukt het hopelijk wel.

Ik heb het trouwens even opgezocht: online zou ik het kunnen verkopen voor rond de 300 euro, denk ik. Serieus.

Enfin, ik was pas weer thuis tegen half één, maar wat een heerlijk ontspannende voormiddag in de examens, en wat een machtige uitdrukking op Gwens gezicht toen ze het fotoboekje zag. Héérlijk!

Gelukkige tachtigste verjaardag, ma!

Hey ma,

ik bel om u ne gelukkige verjaardag te wensen he! Tachtig, een schoon getal. Ik denk dat ge nog altijd een wreed kranig geval zoudt geweest zijn, waarschijnlijk wel met last van uw knieën, maar toch niet opgevend en wellicht nog altijd op wandel aan het Sas.

Ik kan me nog altijd niet indenken dat ik u al negen jaar moet missen, ma. Ge zoudt zo mega trots zijn op uw drie kleinkinderen, maar geloof me, pa is dat in uw plaats. Elke keer als hij ze ziet, begint hij te glunderen. Elke week is Merel gegroeid, elke keer is Kobe ne langen en Wolf nen breden. Ja, hij komt hier nog elke zondag eten en de kousen sorteren en mijn blog lezen.

’t Is wel een gemak nu: sinds eind maart zit hij hier letterlijk om de hoek in een WZC, de Vroonstalle. Is het ideaal? Goh, er valt wellicht overal wel iets op aan te merken, maar ik heb er in elk geval een goed gevoel bij, en hij is er wel graag, zegt hij. Het is natuurlijk niet thuis, maar hier hoeft hij zelf ook nergens aan te denken en moet hij ook niet bang zijn dat hij iets vergeet: hij krijgt er drie deftige maaltijden per dag, koffie met iets bij, en vooral: hij krijgt zijn medicatie zoals het hoort, en daar liep het vroeger al eens fout. Hij eet ook geen ganse week meer van hetzelfde bord, maar zijn kleren, dat is nog altijd niet helemaal comme il faut: hij zou nog steeds een hele week met hetzelfde aanlopen, als ik er niet op aandrong om te wisselen. Hij moet nochtans zijn was niet doen of laten doen: ik pak die elke week mee, en vaak krijgt hij die dezelfde zondag nog terug. Verder kijkt hij tv en leest hij vooral veel. Het is nooit ne wreed sociale mens geweest, en dat verandert ook nu nog altijd niet: de activiteiten, dat ziet hij blijkbaar niet zitten.

Hij heeft wel – gelukkig – de cafetaria beneden ontdekt en gaat er af en toe eens in de tuin zitten om een ijscrème te eten, als er is. Daar ben ik blij om, want zelf initiatief nemen, dat is moeilijk.

Ach ma, ge zoudt hem onder zijn voeten geven en ge zoudt gelijk hebben ook.

Intussen staat het huis in Zomergem leeg, en ma, ik kijk er absoluut niet naar uit om het te moeten leeghalen. Man, maar gulder hebt rommel verzameld! Aan de andere kant zijn er ook miljoenen kleine dingetjes die mij aan u doen denken en waarvan ik het dus moeilijk heb om ze weg te doen. En er zijn dan ook nog heel veel dingen die nog altijd bruikbaar zijn. Het zal kringwinkel worden, denk ik dan. Gelukkig is er geen haast bij: het huis zal verkocht worden en wellicht afgesmeten om plaats te maken voor een appartementsblok, maar we hebben het geld niet nodig, en het wordt dus een werk van lange adem. Eerst moet Jeroen zijn eigen brol uit de garage halen voordat we daar kunnen beginnen verzamelen en sorteren. En dan mag iedereen langskomen om mee te nemen wat hij of zij wil. De jongens en ik gaan zeker nog eens langsgaan om de kast uit Roelands kamer mee te nemen voor Wolf zijn kamer op kot, en wellicht ook de wasmachine voor ginder. En dan nog wat kleine spullen, vermoed ik.

Ach ma…

Het zijn zo allemaal van die praktische dingen, maar ik zou er verdomd veel geld voor geven om nog echt ne keer met u aan telefoon te kunnen hangen. Pakt een uurke of twee dan, en ik denk dat we nog niet uitgetetterd zouden zijn.

Maar weete? Het is nen wreed schonen dag vandaag, de zon schijnt, de witte rozen in mijnen hof bloeien, en ik denk met weemoed terug aan u. Ge waart een straffe madam, een speciaal geval, een zotte doos, en een wreed goeie moeder. Geniet maar van uwen verjaardag, ma’tje. En ge hebt de groeten van Bart en de kinderen.

21

Lieve Wolf

nu kan ik er echt niet meer omheen: ook in de vroegere, ouderwetse termen ben je nu volwassen. Je prefrontale cortex zou intussen stilaan volgroeid moeten zijn: je bent eindelijk de vlinder – of dikke mot? – die uit dat rupsje is voortgekomen. Een rupsje dat ik heb mogen koesteren, dat ik zich heb zien inspinnen in een cocon, en de vlinder die ik nu echt moet loslaten, want vlinders en gevangenschap gaan niet goed samen.

Niet dat ik je gevangen wil houden, liefje, dat zou je ook niet toestaan, maar soms vind ik het lastig je los te moeten laten. Je hebt een eigen leven, dat heb je al even, maar je huis – ons huis – is al lang niet meer je voornaamste verblijfplaats, behalve dan misschien tijdens de blok en de examens. Je hebt nu eindelijk je definitieve kot voor de komende jaren, ons nieuwe appartement, en dat ben je dan ook met rustige zekerheid aan het inrichten. En daarnaast denk ik dat je meer wakende uren in Lovendegem bij Arwen doorbrengt dan hier bij ons in Wondelgem. Ik begrijp dat volkomen, liefje: zij is een huismus en het is makkelijker voor jou om naar daar te gaan dan voor haar om hier te komen. En daar heb je meer gaming gerief, meer plaats, de dieren, dat soort dingen, terwijl je hier toch maar op je kamer zit.

Maar ik hou van je rustige, kalme aanwezigheid. Daarin trek je zo hard op je papa. Ach, je trekt in zo heel veel dingen op je papa, en dat zorgt er alleen maar voor dat ik je nog liever zie. Je hebt zijn doorzettingsvermogen, zijn vastbijten in de dingen, zijn droge humor, zijn ernst… Maar tegelijkertijd heb je ook mijn koppigheid – al wil ik hiermee niet gezegd hebben dat je papa niet koppig is – en dat zorgt ervoor dat je ook zo vlot door je studies gaat. Je inzet, je werkpaardattitude is immens. En nu is daar, nog meer dan vorige jaren, UGent Racing bij. Je zit in het bestuur, je bent hoofd van de afdeling Autonomous, je werpt ideeën op, raakt gefrustreerd als daar dan niks mee gedaan wordt, werkt dan zelf maar dingen uit, en steekt er uuuuuren in. Met volle goesting en het occasionele gegrommel. Want ja, net als je ouders ben je het principe van Roger toegedaan: “Wat je zelf doet, doe je – meestal – beter”. Dat je tijdsmanagement daardoor niet altijd optimaal is, zal je worst wezen: slapen doe je wel als je dood bent, je bent maar één keer jong, toch?

Ach liefje, ik hou enorm van de man die je geworden bent. Geen idee of we, als we dezelfde leeftijd hadden gehad, ooit vrienden hadden kunnen zijn, dat weet ik nog zo niet. Maar het feit is dat je me gigantisch trots maakt, dat mijn hart telkens weer opspringt als je door de garagedeur binnenkomt, als je hier naast me in de zetel ploft, als je met een grote grijns een snoepje uit een van de glazen potten pikt of als je je zusje kan plagen.

En dan kan je me gemakkelijk manipuleren om toch maar weer een extra pull voor jou te betalen, of je mijn auto te lenen, of iets extra voor je te doen. Jij weet dat je me manipuleert, ik weet dat je me manipuleert, jij weet dat ik dat weet, en stiekem genieten we er allebei van.

Want zolang je zo hulpvaardig blijft, zo lief, zo zorgzaam, zo medelevend, zo onzelfzuchtig en tegelijk toch zo zelfbewust, zolang jij Wolf blijft, zal ik je graag zien. Ook de volgende veelvouden van eenentwintig jaar.

53

Verjaren op een gewone schooldag terwijl ge zelf ziek thuis zit, dat is het toch niet. Maar de kinderen hadden ontbijt voor me voorzien – Kobe was nog speciaal naar de winkel gefietst gisteren – met mango en een fijn speculaasyoghurtje en wat slingertjes en zo, en ik ben stomweg een foto vergeten maken. Er waren ook min of meer cadeautjes: van Bart – die in Amsterdam zit – kreeg ik een cadeaubon van de Avothea, de winkel in verkleed- en larpspullen die hier nu letterlijk om de hoek zit, en van de kinderen kreeg ik, wel, een CD die ze niet meer vonden :-p

Ik weet het, ik denk dat we zelfs geen CD-speler meer in huis hebben, toch al zeker niet meer in de woonkamer, want we luisteren via de Sonos naar Spotify, maar sommige CD’s zijn nu eenmaal hebbedingetjes. Zeker als het een CD is die The Cure uitbrengt na een stilte van zestien jaar. Dus ergens in huis lag, netjes nog in een bubbeltjesenvelop, Songs of a Lost World op me te wachten. Merel voelde zich mega schuldig want ze hadden alle drie al het halve huis afgezocht, maar ik ben er redelijk gerust in: dat ding kan niet weg zijn, dat is gewoon ergens achter gevallen of tussen geglipt.

Ik heb het, toen ze allemaal het huis uit waren, toch opgezet via Spotify en ervan genoten. De recensies zijn zonder uitzondering lovend, het album scoort overal in de hitlijsten zeer hoog, en ik snap waarom: het is vintage The Cure, met een Robert Smith die op zijn 65ste nog steeds vrijwel hetzelfde klinkt als in zijn beginjaren. Ja, hij ziet er intussen uit als een oude oma, maar who cares? Het was in elk geval een fijn cadeau en een fijn begin van mijn verjaardag.

En verder ga ik niet zagen over mijn rug en de staat van mijn lijf, dat heb ik vorig jaar al gedaan.

53, begot.