Beetje te veel voor Corneel…

Ik heb me vandaag een beetje overdaan. Een beetje veel, eigenlijk.

Het begon al deze morgen: ik ben op ’t gemakske met de kinderen naar school gewandeld, en ik heb daar serieus deugd van gehad. Wat me ook opviel: ik had er geen enkele last meer van, van die anderhalve kilometer. Voor de vakantie moest ik daarna thuis onmiddellijk gaan liggen, maar nu heb ik eerst nog opgeruimd, koffie gemaakt, enzoverder.

De rest van de voormiddag heb ik me koest gehouden, want om een uur stond ik op school: een vergadering met de zesdes rond de uitvaart en de stand van zaken. Moet ik dat perse doen? Nee hoor, ik zou het kunnen vragen aan een collega, maar ik doe het al jaren, weet er intussen alles van, dus waarom ook niet?

Enfin, kwart voor twee ging ik langs bij de financieel coördinator, om samen de flyers voor de openschooldag te bestellen. Ik had die opgemaakt, onze onvolprezen grafica Lisa heeft dat naar druknormen gebracht, en nu moesten ze dus besteld worden. Iets voor mij? Goh, ook dat doe ik al een paar jaar, dus waarom niet?

Daarna heb ik Kobe ingeschreven voor volgend jaar. Er is sinds dit jaar een centraal aanmeldsysteem, maar gelukkig krijgen broertjes, zusjes en kinderen van personeel nog voorrang. Oef.

Aansluitend waaide ik binnen bij Peggy, de personeelsverantwoordelijke. Samen hebben we uitgezocht dat er effectief zoiets bestaat als een reïntegratietraject, waarbij ik 60% zou kunnen gaan werken. Dat zie ik zitten, voltijds nog niet. Als ik het bekijk in mijn agenda, zou dat acht uur lesgeven betekenen, en 4 uur website, wat ik eigenlijk altijd blijven doen ben. Ik moet nog wel goedkeuring krijgen van MEDEX, maar ik zie niet in waarom niet.

Tegen dan was het ongeveer half vier, en ging ik richting grote zaal, want volgende weekends is er het fameuze schooltoneel. Ik maak daar de programmaboekjes van, en ook dit jaar, ziekteverlof of niet, zag ik dat zitten. Alleen waren de foto’s die ik doorgestuurd had gekregen, wel heel mooi – er zaten echt schitterende portretten tussen – maar niet sprekend genoeg voor een programmaboekje, en dus ging ik zelf foto’s nemen. Alleen… ik dacht van een kwartiertje te blijven, maar dan ging ik vast en zeker prominente scenes missen, en dus ben ik maar meteen de hele doorloop gebleven, de volle twee uur.

Mijn pijp was uit. Meer dan uit, ik was stilaan misselijk aan het worden. Ik ben naar huis gereden, en Wolf zag het meteen. “Mama, jij gaat nu meteen in de zetel liggen. En geen gemaar, wij legen de auto wel uit”.

Ik heb de gevoel dat mijn kinderen mij goed kennen, ja. Maar ik was wél tevreden van mijn dag, en tevreden van mijn foto’s. Straks eens dat programmaboekje afwerken se.

tToneel: Binnenste Buiten

Schooltoneel.

Ik hou niet van het woord, ik vind het op zich al een negatieve bijklank hebben. Het doet me denken aan stoffige turnzalen met een amper gebruikt podium en dus nog stoffiger coulissen. Een zaal vol enthousiaste ouders wier kind schoon kind is. Ik denk aan een klungelig in elkaar gestoken voorstelling, met kinderen wier acteerniveau dat van de gemiddelde sanseveria benadert, met pakjes die in elkaar gestoken zijn door liefhebbende en behulpzame oma’s. Ik denk aan een zingende selder, quoi.

Het hoeft gelukkig niet altijd zo te zijn. Ik ben dan ook enorm opgelucht dat op mijn school het woord ‘schooltoneel’ eerder een vorm van kwaliteitsvol jongerentoneel is. En de voorstelling die ze er afgelopen twee weken vijf keer gespeeld hebben, kan gerust naast om het even welk ander jongerentoneel staan, dat subsidies krijgt en meedraait in het reguliere circuit.

Het bijzondere aan tToneel, de groep van het Atheneum Mariakerke, is dat ze zo ongelofelijk democratisch zijn. Iedereen van de leerlingen die wil, mag meedoen. Geen audities, geen leeftijdsbeperking, geen beperking van het aantal acteurs, nee. Dat resulteerde dit jaar in een groep van vijftig leerlingen, van twaalf tot twintig jaar, die elke woensdagnamiddag en de helft van de kerstvakantie aan het repeteren sloegen.

Kan je een stuk vinden voor een dergelijke groep? Niet echt. Is dat erg? Al helemaal niet: het stuk moet organisch groeien, en komt uit henzelf. Dit jaar ging het over de speelplaats, en hoe iedereen daar toch met zijn eigen gedachten bezig is, met zijn eigen problemen, en hoe moeilijk het soms is om beslissingen te nemen en keuzes te maken.

Ik moet zeggen, ik vond het stuk écht goed. Serieus.

Ik heb er een bespreking voor geschreven, voor de schoolwebsite. Die kan je hier lezen. En chapeau voor de leerlingen. Echt waar.

’tToneel

Elk jaar is er op mijn school een schooltoneel, en elk jaar opnieuw sta ik versteld van de kwaliteit. ’t Is niet alsof ze van een bestaande tekst vertrekken, ze improviseren het hele stuk zelf in de loop van de repetities bij elkaar. En elk jaar opnieuw kijk ik met andere ogen naar sommige van mijn leerlingen.

Bon, ik ga hier nu geen verslag schrijven, dat heb ik namelijk al twee keer gedaan vandaag.

Eén keertje voor Gentblogt: http://www.gentblogt.be/2015/01/18/gaar

en één keertje voor de schoolblog, die ik begin dit schooljaar heb opgestart en sindsdien quasi dagelijks onderhoud. Een bezigheid als een ander. En hier vindt u trouwens ook de meeste foto’s.

https://kamariakerke.wordpress.com/2015/01/18/gaar-2/

Ik heb ons ma en de jongens meegenomen, en ik heb de indruk dat ze er allemaal deugd van gehad hebben. Het was dan bij momenten ook hilarisch, ik heb echt staan lachen, tussen het foto’s nemen door. Maar achteraf heb ik hen nauwelijks nog gezien, want ik moest met de collega’s de bar bemannen. Da’s ook altijd leuk, trouwens, want dan zie je vooral ook veel oudleerlingen.

Enfin, schooltoneel, da’s veel werk, maar ook bijzonder veel voldoening.

“Als vissen zwemmen, ga ik dood”

Schooltoneel.

Ik hou niet van het woord, ik vind het op zich al een negatieve bijklank hebben. Het doet me denken aan stoffige turnzalen met een amper gebruikt podium en dus nog stoffiger coulissen. Een zaal vol enthousiaste ouders wier kind schoon kind is. Ik denk aan een klungelig in elkaar gestoken voorstelling, met kinderen wier acteerniveau dat van de gemiddelde sanseveria benadert, met pakjes die in elkaar gestoken zijn door liefhebbende en behulpzame oma’s. Ik denk aan een zingende selder, quoi.

Het hoeft gelukkig niet altijd zo te zijn. Ik ben dan ook enorm opgelucht dat op mijn school het woord ‘schooltoneel’ eerder een vorm van kwaliteitsvol jongerentoneel is. En de voorstelling die ze er afgelopen weekend drie keer gespeeld hebben, kan gerust naast om het even welk ander jongerentoneel staan, dat subsidies krijgt en meedraait in het reguliere circuit.

Het bijzondere aan tToneel, de groep van Koninklijk Atheneum Mariakerke, is dat ze zo ongelofelijk democratisch zijn. Iedereen van de leerlingen die wil, mag meedoen. Geen audities, geen leeftijdsbeperking, geen beperking van het aantal acteurs, nee. Dat resulteerde dit jaar in een groep van dertig leerlingen, van twaalf tot twintig jaar, die elke woensdagnamiddag en de helft van de kerstvakantie aan het repeteren sloegen.

Kan je een stuk vinden voor een dergelijke groep? Niet echt. Is dat erg? Al helemaal niet: het stuk moet organisch groeien, en komt uit henzelf. En blijkbaar was ‘angst’ wat hen dit jaar vooral bezig hield.

Angst. Bijzonder herkenbaar. Dertig leerlingen die ervoor uitkomen wat hen uit hun slaap houdt. Waar zij van wakker liggen. Hun toekomst. Hoe zij door anderen gezien worden. De angst om vergeten te worden, alleen te staan, hét gelukkigste moment in hun leven te missen, of de kans om de partner van hun leven te ontmoeten te vergooien.

Het gaf een aantal pareltjes van scènes, die ongelofelijk mooi tot een geheel werden gesmeed. De rode draad was een soort van telefoon: drie micro’s die geregeld naar beneden werden gelaten, en waardoor je dus de ene helft van een telefoonconversatie kon volgen. Dat was, naast een resem stoelen, trouwens zowat de enige mise-en-scène. De leerlingen zorgden zelf voor het visuele: terwijl een praatscène aan de gang was, kregen we geregeld een soort van choreografie te zien, die vaak een bevreemdend effect opwekte.

En waar zijn de jongeren van tegenwoordig bang voor? Het ging van – zeer amusant gebracht – de vraag hoe je een meisje moest versieren op een fuif, over het in de steek gelaten worden door je lief omdat zij niet overweg kan met de té heftige emoties die de liefde met zich mee brengt, tot de angst voor zwanger worden. Of nog dieper: de angst voor de dood. Niet gewoon het doodgaan an sich, maar wel de twééde keer doodgaan: dàt moment waarop je door niemand nog herinnerd wordt, waarop je naam voor de laatste keer wordt uitgesproken. Als afsluiter gaven ze nog ‘a word of advice’ van Burroughs, een bijzonder sterk einde, waarin de hoop voor de toekomst het overnam van de angst.

Dit alles, en nog veel meer, resulteerde in een bijzonder krachtige voorstelling: evenwichtig, visueel, bij momenten grappig, maar vooral iets om over na te denken. Regisseur Gregory Caers heeft hier knap werk verricht: een voorstelling als deze kan gerust naast veel professioneel toneel staan, geloof me.

De drie voorstellingen waren uitverkocht en het stuk wordt niet hernomen. Reclame maken heeft dus geen zin. Maar ik wilde eigenlijk gewoon mijn bewondering uiten voor de jongeren van mijn school die dit gerealiseerd hebben. Die ik nu trouwens met andere ogen zie, dan gewoon als een van de vele bezette stoelen in mijn les.

Schooltoneel. Ik hou nog steeds niet van het woord. Maar als het gebracht wordt zoals afgelopen weekend, dan mag het er staan. En zal ik telkens weer met volle goesting gaan kijken.

Respect.