Moestuin

Ik zei het al eerder: mijn lieftallige echtgenoot is een buitenmens aan het worden. Een jaar of twee geleden had ik je voor gek verklaard, en hijzelf ook, als je dat ook maar had durven opperen.

Maar bon, na de talrijke bloemen, de stapels extra klimplanten – passiflora, witte rozen, kiwibessen – de frambozenstruiken, de vijgenboom, de perelaars, hazelaars en kerselaars, appelboompjes en twee kruidenbakken, is er nu ook al een eerste heuse moestuinbak. Bart had die nog voor de winter gekocht, en die had de hele tijd in de garage gelegen. Buiten stond er nog een halve kubiek teelaarde en een hoop schors in van die grote zakken te wachten.

Deze week hebben Wolf en hij de koe bij de horens gevat en zijn ze beginnen bouwen. Met de nodige verbale assistentie van mij, want hoe graag ik ze ook zie, ze zijn niet altijd even praktisch, die heren van mij.

Het in elkaar zetten verliep vlotjes, het ophangen van het worteldoek eigenlijk ook, eenmaal ik hen het nietjespistool had bezorgd. Daarvoor hadden ze samen een gans stuk omgespit, effen gelegd en aarde weggeschept met tal van onkruid bij.

Maar toen realiseerde Bart zich dat hij niet genoeg aarde ging hebben om de bak te vullen, waarop ze netjes de oude aarde begonnen te scheppen. Je weet wel, die vol met onkruid… Soit, die aarde ging toch ergens gebruikt moeten worden, maar dat worteldoek was een maat voor niks. Tot ik opperde dat ze dan misschien wel nog een laag karton konden aanbrengen, zoals onderaan, gewoon om het onkruid tegen te houden. Je zag het gewoon dagen in beider koppetjes. Karton genoeg, dankzij mijn vooruitziende echtgenoot.

Een dikke laag karton later kon er verder geschept worden, maar dan wel met de teelaarde. Er was net genoeg om de bak helemaal te vullen, en toen werd er zelfs nog een paadje rondomrond aangelegd. Het zag er gewoon fantastisch uit! En nu wachten op worteltjes, pluksla, snijbiet en al de rest dat Bart van plan is te planten.

De bedoeling is dat er nog een grotere zelfgemaakte bak naast komt, en dan een klein serretje voor tomaten.

Ik ben benieuwd, maar ik kijk er wel naar uit!

Jefferson

Wie is dat nu weer, hoor ik u denken tot hier?

Wel…

Ik was zaterdag naar de Aveve geweest om croissants en om surfinia’s: dat zijn mijn favoriete bloembakbloemen die ik elk jaar opnieuw staan heb. Standaard koop ik de Blue Sky variant, en die hebben ze niet in de Brico, vandaar. Al vond ik het wel jammer dat er geen zwarte waren, want die vond ik de max.

Maar bon, gisteren wilde ik die dus uitplanten en vroeg ik aan Wolf om in het tuinhuis de zak met teelaarde te halen: die is te zwaar voor mij. Wolf, lief als hij is, liep naar het openstaande tuinhuis. En toen klonk er een vreemde gil en kwam een opgewonden Wolf teruggelopen: “Mama mama mama, er zat een egel in die zak met aarde, en die sprong eruit, en ik denk dat hij dood is, maar ik weet het niet zeker, en ik ben mij dood verschoten, en kunt ge eens komen kijken?”

Ik ben uiteraard mee gaan kijken, en inderdaad, een mooie grote egel die zich niet verroerde, maar wel duidelijk aan het ademen was. Ik gaf hem een duwtje en hij kroop onder een rek. Ah bon?

Maar egels worden niet verondersteld in tuinhuizen te zitten, dus Wolf legde wat kattenvoer in kleine hoopjes om hem naar buiten te lokken, en installeerde zelfs een heus egelplekje buiten in het achtertuintje, met bladeren en een donker hoekje en een kartonnen doosje en een afdakje.

Een paar uur later was het beest inderdaad verdwenen van dat plekje, maar hij kon evengoed ergens anders onder gekropen zijn, dus lieten we het tuinhuis nog gewoon even open, om zeker te zijn.

Vandaag wilden Merel en ik in de namiddag opnieuw gaan fietsen, en Merel tilde in de garage een grote plastiekzak op, met opnieuw een ietwat vreemde kreet: Jefferson – want zo hadden de jongens hem intussen gedoopt – was onder die plastiekzak gekropen. Euh, geen goed idee, beest! Ik heb een kartonnen doos genomen, hem daar voorzichtig ingerold, nog een vastgesteld hoe schattig zo’n luizenbeest eigenlijk wel is, en hem dan buiten gezet aan dat egelplekje.

We hebben hem sindsdien helaas niet meer gezien, en ook het kattenvoer wordt niet meer aangeraakt, hoewel hij de eerdere hoopjes had opgegeten.

Tsja.

Het was wel leuk geweest, zo’n egel in de tuin. Al was het maar om alle slakken op te vreten die standaard aan mijn aardbeien zitten.