Tandperikelen

Jawel, alweer. Vorig jaar is er twee keer een stuk van een tand afgebroken, in december en februari, in augustus 2020 ook al, en in 2017 was een tand gewoon in twee gebarsten en niet meer te redden.

Datzelfde was nu het geval: de tand naast die ontbrekende kies was al een tijdje ontzenuwd. Blijkbaar zijn die tanden dan een stuk brozer, en jawel, maandagavond tijdens het eten voelde ik plots een “krak”, een vreemde pijnscheut en een in twee gebarsten tand. Ik voelde de barst zo lopen en één van de twee stukken tand zat gewoon los! Niet dat ik er hem zelf kon of wilde uittrekken, dat nu ook weer niet. en het deed eigenlijk ook behoorlijk veel pijn zodra ik er op beet. Geen goed idee dus.

Dinsdag een telefoontje naar de tandarts, en die kon woensdag een kwartiertje vrijmaken om het losse stuk uit te trekken en me tenminste van de pijn af te helpen.

Zo geschiedde dus: het losse stuk was snel weg, de wortel werd afgedekt, het overgebleven stuk werd afgevijld tot een kegeltje zodat ik mijn tong er niet aan kon snijden, en ik kreeg een nieuwe afspraak. De tand valt niet te redden, er kan ook geen kroon op wegens te diep afgebroken. We gaan eens grondig moeten kijken wat we eraan kunnen doen, want twee tanden naast elkaar weg, dat is niet zo praktisch meer om te bijten.

Ik word oud, jong, ge hebt er geen gedacht van.

Tandperikelen

Allez zeg! Ga ik maandag nog met de kinderen naar de tandarts, neemt ze foto’s en verklaart mijn tanden prima in orde, breekt er daarnet (elf uur ’s avonds) toch wel een stuk van mijn achterste kies linksboven af zeker?

En ’t is niet alsof ik tijd heb morgen om opnieuw naar de tandarts te gaan: er is de begrafenis van mijn grootmoeder, en ’s avonds gaan we op restaurant. Mja. We zullen het wel zien maandag zeker? En hopen dat ik ondertussen geen tandpijn krijg.

’t Is toch ook altijd wat, he. Zucht.