Lectuur: “Cold Comfort Farm” van Stella Gibbons

Dit boek stond op mijn leeslijst der klassiekers en werd daarom ook toegevoegd, al had ik er nog nooit van gehoord, om eerlijk te zijn.

Achteraf gezien verwondert me dat ook niet: ik vind het niet bepaald een topper. Niet slecht, uiteraard niet, maar ook zeker niet wow. Maar voor een boek uit 1932 is het nog verrassend actueel, eigenlijk.

Flora Poste is een verwend kind van een jaar of 19 dat wees wordt, en dan niet goed weet waar of bij wie ze gaat wonen en op wiens kosten ze zal leven en haar uitgebreide sociale leven zal onderhouden. Na een aantal humoristische overwegingen trekt ze in bij een boerenfamilie die blijkbaar verwanten zijn, maar die ze voor de rest van haar noch pluimen kent.

Zodra ze de Cold Comfort Farm betreedt, maakt ze het tot haar missie om de mensen daar op te voeden en vooral een goede hygiëne aan te leren. Al bij al slaagt ze erin om tegen het einde van het boek alle personages op het juiste (of toch een beter) pad te krijgen en een beter leven te bezorgen.

Het boek is duidelijk een parodie op pakweg Far from the madding crowd van Hardy, of al die romans uit die tijd die het boerenleven schetsen en de high society van het toenmalige Engeland. De personages zijn karikaturen, de plot voorspelbaar, maar alles is gedrenkt in een fijne humor, dat wel, en dat maakt het heel leesbaar. Maar om het te bestempelen als een klassieker? Hmm…