Saleich dag 6: de laatste

Morgen moet ik alweer naar huis, en dus was dit vandaag mijn laatste échte dag hier.

Ik ben deze voormiddag eigenlijk vooral veel geld kwijt geraakt. Véél geld, en ze hadden me nochtans zo gewaarschuwd voor die verleidelijk grote markt in Saint Giron…

Monica en ik reden samen door, Muriel en Eve kwamen achter, en Carmen stond met haar zelfgemaakte quiches, briks en desserten ergens op een andere markt. Eerst kwamen we bij een handelaar in muziekinstrumenten, waar ik ongelofelijk twijfelde over een prachtige, handgemaakte maar ook met kennis van zaken in elkaar gestoken handtrommel. Maar 120 euro vond ik nogal veel, ja. Voor tien euro kocht ik echter zo’n heerlijk schud-ei, een of andere houtsoort gevuld met korreltjes die een prachtig geluid maken. Wat verderop stak ik voor 16 euro een echte Opinel op zak, kocht ik twee zomerhoeden voor tien euro, en nog wat verder kwam ik prachtige rokken van Indische zijde tegen. Ik heb voor mezelf een donkerpaarse gekocht en voor Merel een zwarte, samen 60 euro. Tsja. En toen bleek er ook een standje met van die handgemaakte boekjes in embossed leer ingebonden, een ideaal cadeautje voor Kobe. Ik nam er voor mezelf ook eentje mee, en dan nog 6 van die kleintjes voor de Vossen. 34 euro eraan voor de moeite. Twee armbandjes voor Wolf maakten me ocharme 6 euro armer, en toen ging ik alsnog de handtrommel halen omdat het zo’n zalig ding is. De verkoper was al gezakt naar 100, en ik had nog welgeteld 110 euro op zak. En toen wilde ik er eigenlijk nog een speciaal gewatteerd tasje erbij dat eigenlijk 20 euro kostte, maar voor die tien euro was het oké. En toen bleek er geen bâton bij te zitten. Waarop de verkoper bedenkelijk keek, ik mijn portefeuille liet zien, en hij er met een grijns de speciale klopper gewoon bij stak. Ik moest wel beloven dat ik contact ging opnemen als er een probleem was, en hij toonde ook hoe ik het vel moest opspannen en ontspannen. Enfin, veel geld kwijt, maar een zalig ding.

Intussen hadden we ook Muriel en Eve opnieuw ontmoet en kochten we een gigantisch lekkere, maar sowieso gigantische burger van pulled porc noir, zoals ze het hier zo mooi zeggen.

En toen was het echt welletjes geweest en was de markt eigenlijk – gelukkig – ook afgelopen. We reden huiswaarts, ik deed een siësta, en Eve knutselde een geocache in elkaar. Zelf willen ze niet echt geocachen omdat ze liefst zo min mogelijk online willen te vinden zijn, maar ze vond het wel een fantastisch idee om er eentje in de buurt te leggen en te onderhouden. Het werd een heel mooi queer-feminist doosje, en dan moesten we uiteraard ook nog de wandeling maken die Monica en ik op de eerste dag hadden gemaakt.

Sommige foto’s kon ik opnieuw nemen, en ik moet toch wel toegeven dat mijn techniek intussen behoorlijk wat is verbeterd. Allez, hoop ik dan toch.

En de cache locatie? Een ronduit prachtige oude kastanjeboom die helemaal gedraaid is en achteraan een soort holte heeft, ideaal voor een cache natuurlijk. Knap gezien!

Eindigen deden we die avond met een koud buffetje en een karaoke, buiten onder de grote schuur. Elk hebben we een nummer gezongen, maar wel met de blonde Olgapruik op en een drinkhoorn als micro. Trànen  gelachen! En nee, daar zijn geen foto’s van. En waarom had ik die dingen mee, zult u zich misschien afvragen? Wel, het was een ideetje van Monica om eventueel rond magisch-realisme te werken, maar eigenlijk zijn we daar niet eens aan toe gekomen.

Saleich: dag twee

Vijf over acht werd ik door heerlijke geuren naar de ontbijttafel gelokt: Carmen had pancakes gebakken, maar onder andere met ricotta. Ongelofelijk lekker!

Intussen had ik al gedoucht, want het weer is hier vooral enorm vochtig. Rond de 30 graden ’s middags, dat ook, en de zon brandt stevig, maar het is vooral de vochtigheid die het zo drukkend maakt. Laat ik even visueel verhelderen: het eerste is mijn haar bij het opstaan, het tweede na een douche en het gebruik van de haardroger en het derde na een wandeling van een uur of twee vlak voor de middag. Hmpf. Vakantiehaar, noemen ze het hier.

Bon, na het ontbijt wandelden Monica en ik naar de Chapelle de Vallatès, twee kilometer in vogelvlucht en de trotse bezitter van een geocache. Uiteraard kreeg ik ondertussen les over compositie, vluchtlijnen en vonden we eindelijk ook hoe ik die bloody autofocus van mijn toestel kon temmen. Een paar beelden van onderweg:

En toen vond Monica ook haar eerste geocache ^^

Na nog wat extra uitleg wandelden we met een omwegje terug, een goeie 5 kilometer in totaal en wellicht een halve liter zweet. Ik kan goed tegen de warmte, maar hier zweet ik er me wel te pletter bij.

Na het middageten (met gevuld brikdeeg en groenten uit de moestuin en van de markt, en een stukje taart dat Carmen nog over had van haar kraampje op de markt)

en een korte rustpauze – kwestie van de rug te laten bekomen – reden Monica en ik naar Saint-Giron, het dichtstbijzijnde stadje: er moesten kaartjes gekocht worden, koffie gedronken, foto’s genomen en geocaches gezocht, of wat dacht u? Die geocaches waren onder andere in een mooi bos met een stevige stijgingsgraad, en het was eigenlijk wel jammer dat we niet de tijd hadden om het hele rondje te doen, aangezien we toch al tot het hoogste punt waren gekomen. Maar het was zo al tegen zevenen voor we terug waren.

En toen had Monica stoverij gemaakt ter ere van de Belgische feestdag en er waren verse frieten en pruimpjes in de oven als dessert en heb ik andermaal veel te veel gegeten.

We zijn ook vooral met zijn vijven blijven zitten tot half elf of zo, daar buiten op het terras onder het hoge afdak.

Yup, vakantie.