Opgepept

Vandaag ben ik tot de constatatie gekomen dat ik écht wel af en toe tijd voor mezelf nodig heb, zonder kinderen, zonder rushen. Dat doet wonderen voor mijn humeur. Was ik eerder deze week superslecht gezind, dan is dat intussen alweer helemaal opgeklaard, en daar zit mijn “vrije dag” vandaag voor veel tussen.

Wat heb ik gedaan? Goh, vanalles eigenlijk. En tegelijk ook weer niks. Ik heb Chantal helpen opruimen en kuisen, heb gordijnen opgehangen, was opgevouwen, bureau wat opgeruimd, naar de garage gereden, was buiten gehangen, administratie voor school gedaan, dat soort dingen. Gegeten. Gitaar gespeeld, koffie gedronken, wat kleine klusjes gedaan. Kinderen afgehaald. Genoten van het toestromen te voet/per fiets van alle ouders. Naar kinderverhalen geluisterd, veranda’s laten repareren.

Hoop en al niks, en toch heb ik geen minuut stilgezeten. Maar het feit dat dat allemaal in alle rust en stilte kon, op mijn eigen ongestoorde tempo, dat doet goed. Meer dan goed.

Rustdagje… Of eigenlijk toch weer niet

Het zijn drukke weken geweest voor de kinderen, die eerste weken van de vakantie.

Sportkamp, scoutskamp, dan zo wat uitstappen, of Gwen die langskwam met de kinderen… Er zaten natuurlijk ook wel rustiger dagen tussen, waarbij enkel uitgebreid gekookt werd, of eventjes tot aan de speeltuin werd gegaan.

Maar de voorbije dagen was het druk, en dat kwam uiteraard door de Gentse Feesten. We zijn lang niet alle dagen geweest, maar er waren voorstellingen allerhande, we gingen in Ronse naar het Muziekbos, de jongens deden van Fyxxilab, we gingen spelen in het Zuidpark, we trokken naar het Coyendanspark voor de voorstellingen van MiramirO…

En dus zal het de komende dagen wat rustiger zijn. Ze zijn er ook aan toe, heb ik de indruk, aan een paar daagjes gewoon rustig thuis zijn, en spelen met hun eigen spullen. Merel speelt continu “mama” met haar popjes, en de jongens amuseren zich te pletter met hun Clicks en de loombandjes.

Vervelen?

Nee, eigenlijk doen ze dat niet, ze vinden altijd wel weer iets nieuws.

En ik, ik kan intussen die vermaledijde garage van mij  opruimen. Iets van bomen en bos, en licht aan het eind van de tunnel. Zucht.