Lectuur: “De Aeneis” van Vergilius in de vertaling van Robert Fagles

Ik heb een hele tijd geleden eigenlijk gewoon de Ilias herlezen omdat ik ook dringend de Aeneis moest herlezen: ik zou op den duur mijn leerlingen ook hier wat wijsmaken. Maar deze had ik duidelijk vaker gelezen destijds, toen ik er mijn thesis over maakte.

Ligt het nu daaraan? Ligt het aan het feit dat de brontaal, het Latijn, me nu eenmaal meer ligt dan het Oud-Grieks? Aan de vertaling op zich kan het niet liggen, het was dezelfde vertaler. Maar feit is dat dit een pak vlotter las dan de Ilias destijds. Sommige stukken zaten inderdaad zeer ver, zoals bijvoorbeeld het feit dat hij zijn vrouw Creüsa wel degelijk bij zich had maar haar kwijt geraakte in het gewoel en niet, zoals het in mijn hoofd zat, dat zij bij haar zus was gaan slapen na de overwinning. Tsja.

Da’s dus de reden dat ik deze nog eens herlezen heb. Dat, en omdat het eigenlijk nog altijd gewoon een echt goed verhaal is, dat van de Latijnse held Aeneas. Ik geef die lessen in het vijfde dan ook nog steeds doodgraag.

Bon, en dan nu me nog ook eens door de Odyssea worstelen, want daar weet ik echt niks meer van.

Lectuur: ” Ιλιάς” van Homeros

Toen ik zowel de Women of Troy, de Penelopiad als de Song of Achilles las, viel me opnieuw keihard op hoe zeer ik door de jaren beïnvloed was door de versie van de film Troy: ik wist aan geen kanten meer hoe het precies zat met de relatie Achilles-Patroklos, hoe Hector precies aan zijn eind komt, enzoverder.

Ik vond het dus hoog tijd om na dertig jaar de Ilias nog eens te herlezen. Man… Ik heb me daar serieus aan mispakt, om eerlijk te zijn. Ik dacht: ik lees dat wel eventjes op een dag of drie. Bleek het in de schitterende Engelse vertaling van Robert Fagles om 683 pagina’s te gaan waar ik meer dan drie weken zoet mee ben geweest.

En het boek zelf? Dat was zoals ik het me herinnerde: veel gedetailleerde gevechten, een opsomming van alle helden, weinig karakteriële diepgang, relatief bloederig en nogal macho. Als in: de vrouwen spelen ook effectief geen enkele rol, zelfs niet in de achtergrond. Helena wordt vernoemd, en uiteraard ook Chryseïs en Briseïs, maar dat is het wel zowat.

Maar ik snap wel dat het nog altijd, na bijna 3000 jaar, tot de verbeelding spreekt. Het is nog steeds goed geschreven, het verhaal van Achilles en Patroklos spreekt tot de verbeelding, de relatie tussen Achilles en zijn moeder Thetis ook, net zoals het slechte karakter van de Olympische goden en hun eeuwig geruzie. De relatie Zeus-Hera is er overigens ook eentje die een relatietherapeut kan gebruiken…

Ik ben blij dat ik het herlezen heb, al heb ik af en toe toch even op de tanden moeten bijten. Maar ik kan mijn leerlingen in het vijfde jaar nu tenminste weer de correcte versie vertellen.