Rondje Rieme, deel drie

Ik zat alleen thuis, het ging niet regenen, het waaide fantastisch en ik had efkes genoeg van het cursus schrijven, en dus ging ik nog het laatste stukje van het Rondje Rieme doen dat ik al een stuk met de fiets en een stukje met ons pa had gecached.

Ik stapte de auto uit, hield mijn gezicht naar de zon en oordeelde dat ik geen extra jas nodig had, dat het meer dan warm genoeg was met mijn dikke gilet. Ja hoor. Al na een dikke vijf minuten stappen kwamen er dikke dikke wolken opzetten, nog tien minuten later hield ik mijn vest stevig tegen mij aan en nog wat later ging ook de kap op tegen de regendruppels. Meh. Maar ik waaide wel helemaal uit, kreeg het warm van het stappen, verzamelde een prachtig veldboeket en vond meteen ook alle caches.

Rondje Rieme? Afgewerkt!

Rondje Rieme, deel twee

Sprong ik gisteren nog fluks op de fiets om een deel hiervan te loggen, dan sleepte ik vandaag ons pa mee naar diezelfde Riemse velden om nog wat extra caches te zoeken.

Eerst had hij zich uiteraard van zijn kousentaak gekweten:

En daarna dus richting Rieme. Het was niet ver en ja, het was warm, maar ons pa had toch echt wel problemen met die twee kilometer 400 meter. Hij moest regelmatig naar adem happen, zelfs in die mate dat ik verschillende keren voorstelde om de auto te halen, maar daar wilde hij, trots als hij is, niet van weten. Ik was zelfs bang dat hij iets zou krijgen, om eerlijk te zijn. Maar er was een bankje en er was tijd, dus dat ging wel. En er waren prachtige zichten en drie caches en veldbloemen met hopen.

En achteraf was er vooral ook koffie en taart.

Dat het van die fijne, gelukkige middagen zijn.

 

Rondje Rieme, deel één

Wellicht een van de laatste stralende dagen dit jaar, en ik had al de hele voormiddag zitten werken voor school. Ik had het een beetje gehad, om eerlijk te zijn, en morgen kon ik ook nog wel werken en toetsen opstellen en zo.

Dus maakte ik bewust mijn namiddag vrij, sprong op de fiets en reed naar Rieme, zo’n 8 kilometer verder, om daar een geocacherondje te doen. Ik reed door industriegebied, natuurgebied (een koppelingsgebied), oude en nieuwe wijken, veldwegen, en zag toen dat het goed was geweest, dat het welletjes begon te worden voor de rug, en vooral dat mijn fietsbatterij het niet zo heel erg lang meer ging uithouden en ik nog 8 kilometer terug moest.

Maar het resultaat? Een kleine dertig kilometer gefietst, het hoofd leeg, de rug los, de longen vol (en de fietsbatterij sjiekeplat). En mentaal weer wat opgeladen: we kunnen er weer eventjes tegen.

Boomklautercaches

Ik zat rustig in mijn zetel toen ik een reeks boomklautercaches zag uitkomen op een viertal kilometer, in Rieme. Er bestaan boomklimcaches waarvoor je echt klimgerief nodig hebt, maar dus ook klautercaches in bomen waar je met enige behendigheid en durf gewoon kan inklimmen.

Meteen dacht ik: “Dat is niks voor mij, ook al is dat maar een paar kilometer van ons vandaan.” Met een gebroken rug is boomklauteren namelijk niet echt een optie, en eigenlijk heb ik dat nooit echt graag meer gedaan sinds ik een jaar of achttien ben. Maar… toen dacht ik dat mijn team aapjes dat wellicht wel leuk ging vinden. Toch voor zover pubers zoiets leuk vinden als je hen in de vakantie van hun computerschermen wegrukt.

Met een lichte druk kreeg ik hen toch mee de auto en de boom in. Mijn moederhart was er bij momenten niet helemaal gerust in, maar hey, op hun leeftijd deed ik net hetzelfde. Wolf en Kobe maakten er een race van, Merel stond erbij, keek ernaar, en klom soms toch ook al tot op behoorlijke hoogte.

Het was misschien frisjes, maar eigenlijk deed het ook gewoon deugd.

De laatste cache was dan weer eentje waar we laarzen voor nodig hadden: een duiker onder de weg. Kobe trok de laarzen aan en ging de buis in, maar keerde vrij snel terug: hij was er niet gerust in, een beetje claustrofobie en gewoon, jah, griezelig. De laarzen werden doorgegeven aan Wolf en die kroop op zijn beurt de pijp in. Kobe moet zo goed als aan de cache gestaan hebben, wellicht. Wolf vond hem vlotjes, was erover verwonderd dat die pijp eigenlijk zo proper was, en logde de cache.

Op een uurtje waren we terug, lekker uitgewaaid, verfrist, en vijf avontuurlijke caches rijker. Dik in orde.

Just another Sunday

De dag begon natuurlijk met cadeautjes en knuffels voor Bart. De inhuizige puber lag nog te slapen.

Maar zelfs op zijn verjaardag haalde Bart zijn innerlijke chefkok boven, schotelde ons als voorgerecht een trio van paté voor, en maakte een fantastisch gerecht klaar met haas, een keur van paddenstoelen en een heerlijke truffelrisotto. Wow…

En daarna gingen ons pa en ik naar Rieme om een paar caches op te pikken, maar veel geluk hadden we niet: we konden er twee totaal niet vinden, alleen een derde. Tsja…

Het werd een korte maar fijne wandeling, wel een beetje koud.

Maar thuis was er hete koffie en lekkere taart, en meer moest dat totaal niet zijn op deze vredige zondag.

Het executieoord in Oostakker

Oostakker, dat is voor mij nog altijd synoniem met Lourdes. ’t is niet alsof ik daar veel kom, eigenlijk. Meestal gewoon als doorgaand verkeer naar Lochristi en alle winkels daar langs de steenweg. Maar bij het terugrijden naar de R4 was me telkens wel het bordje ‘Executieoord’ opgevallen. Ik vond het wat sinister, maar was wel geïntrigeerd. En dus gingen mijn dochter en ik eens op onderzoek uit.

Wel…

We waren diep onder de indruk.

Wikipedia weet me het volgende te zeggen over deze plek:

Het Executieoord Rieme-Oostakker is de plaats in de Gentse deelgemeente Oostakker waar 66 verzetsstrijders tussen 8 februari 1943 en 24 augustus 1944 door de Duitse bezetter werden geëxecuteerd.
Hier wordt ook de herinnering levend gehouden aan de 20 verzetslieden die omkwamen op de executieplaats van Rieme. Dat terrein moest in 1998 verdwijnen omwille van de aanleg van het Kluizendok van de Gentse haven.
De executies werden in het geheim voltrokken en de slachtoffers werden anoniem begraven. Een aantal van de in Rieme gedode verzetsstrijders werd teruggevonden in een massagraf in Hechtel-Eksel. Bovendien werden er ook Duitse militairen en Belgische criminelen gefusilleerd. Door deze omstandigheden is het nog steeds onduidelijk hoeveel mensen er de dood vonden. Na de Bevrijding werd het massagraf in Oostakker blootgelegd. De slachtoffers werden geïdentificeerd en in hun woonplaatsen begraven. De kruisjes op het terrein hebben dus een symbolische betekenis. Toch is het executieoord ook een begraafplaats: in 1952 werden de overblijfselen bijgezet van 15 in München onthoofde West-Vlaamse politieke gevangenen.
Op het terrein staat een treinwagon waarmee honderden Belgen naar concentratiekampen in Duitsland en Polen werden gedeporteerd. Het executieoord werd in 1966beschermd als landschap.[1]
In 2009 schreef historicus Tim De Craene het boek Terechtgesteld over de geschiedenis van de executieoorden Rieme en Oostakker. Jaarlijks wordt op de tweede zondag van mei een herdenkingsplechtigheid georganiseerd.

Merel en ik werden al stil van de ingang alleen al: de twee leeuwen, en het magistrale zicht daar tussenin.

Onder de indruk liepen we het oord in, keken naar de graven, lazen de inscripties, en stonden stil bij het verleden. Mijn zesjarige dochter vroeg me: “Mama, waarom voeren mensen oorlog, en moeten er zo veel mensen voor sterven?” Ik keek haar aan, en antwoordde in alle eerlijkheid: “Ik weet het echt niet, meisje, ik heb er geen idee van, en ik snap het ook niet.”

Aan mijn hand werd zelfs mijn dartel springkonijn helemaal stil. We keken naar de graven, stonden stil bij al die mensenlevens, en snapten het nog steeds niet.

Bij de deportatiewagon was ik haar weer wat uitleg schuldig. Ze luisterde, knikte begrijpend, en zei toen: “Mama, die Duitse soldaten, vonden die dat dan zelf niet erg? Want dat zijn toch ook maar mensen?”

Het komt goed met de wereld, mensen, zolang er monumenten van de oorlogen bestaan, en kleine onschuldige meisjes die er de complete waanzin van inzien.