Verandaperikelen

Half november schreef ik dat we met een waterlek in de veranda zaten, en dat ik dus een doosje moest zetten om het water op te vangen dat langs het raamkozijn naar beneden liep. Dat lukt niet altijd even vlot, waardoor er op het halfparket daaronder intussen een ganse zwarte plek is ontstaan. Hmm.

Ik kreeg eindelijk de verandahersteller te pakken die ook in 2010 alle dichtingen is komen vervangen. Die had toen prima werk geleverd. Ergens eind november kwam er effectief een man langs om op te meten – er zat ook een binnenraam gebarsten – en kregen we een offerte, waarvan we prompt het voorschot betaalden.

En dat was dat.

Grote stilte.

Nog meer stilte.

Ik belde ergens in februari en kreeg te horen dat ze het ongelofelijk druk hadden want dat ze alleen maar konden werken op de droge dagen en dat het eigenlijk nog zo goed als niet gestopt was met regenen. Maar het raam was besteld en geleverd, hij ging zien wat hij kon doen.

Stilte.

Ik belde terug eind maart: nog steeds veel te druk, en madammeke, er zijn mensen met veel erger problemen dan uw lek, en die pakken we sowieso eerst.

Ik snapte dat. Maar dan nog…

Stilte.

Ergens in mei belde ik nog eens. Ik vond dat ik eigenlijk al bijzonder geduldig was geweest, maar er zijn niet bepaald veel alternatieven en we hadden al een voorschot betaald. Ha, madam, doe mij desnoods een proces aan, ik kan niet op tegen het weer he, en het stopt niet met regenen.

Zucht.

Stilte.

Eind juni: maar madam, voor ’t bouwverlof gaat dat echt niet meer lukken, we zitten volgeboekt. Maar ik bel u na de 15de augustus, oké?

Euh, ja zeker? Ik kon er toch niks aan doen.

Bon, het werd eind augustus: geen telefoontje. In september had ik het zelf veel te druk om mij hier ook nog eens druk in te maken, want ja, ik was al behoorlijk boos geworden aan de telefoon.

Maar vorige week had ik de telefoon in Barts handen geduwd en hem gesommeerd ook eens te bellen. De man wist blijkbaar onmiddellijk wie we waren en verklaarde: “Uw vrouw doet mij dood!” Het school inderdaad niet veel, maar bon…

Vandaag stonden er hier dus plots zes man: de baas zelf en vijf van zijn werkers, want ja, die nieuwe ruit is echt wel smal en lang en kan dus zeer makkelijk breken. En ook het lek pakten ze aan: er zat blijkbaar iets verstopt daar ter hoogte van het lek, waardoor het water zich een andere uitweg zocht.

En toen ik het lief vroeg, ging een van de mannen ook nog eens met een spons over de ruiten, zodat het ook eindelijk gekuist was en niet meer groen.

Ne mens zou kunnen stellen dat het precies een beetje lang heeft geduurd, maar het is eindelijk in orde. Allez, hoop ik toch. Ik hou het nog even in de gaten.

Krabpaalreparaties

Onze oude krabpaal, toch al zo’n 15 jaar oud, had het wel gehad, ja. Het krabgedeelte was versleten, het liggedeelte gewoon vuil en niet meer proper te krijgen. Ik had al een tijd zitten denken om die te vernieuwen, maar het is niet alsof de katten daar echt veel op liggen, om eerlijk te zijn. Stom geld, dan.

Maar op Hoplr zag ik dat iemand twee straten verderop haar krabpaal weggaf: haar kat was gestorven aan twee tumoren en ze kon het niet aan om dat ding nog in huis te hebben. Ik zei meteen ja, nam de auto, laadde het ding in de koffer, en reed er content als een katjen mee naar huis. Alleen het onderste stuk touw was losgekrabd, maar geen nood, dat was perfect te repareren.

Ik wapende met touw, nietjespistool en lijmpistool en ging aan het werk. Het vraagt een beetje geduld, maar niet bepaald veel expertise. En ja, zo’n touw is ruw aan de handen, dat ook. Maar na een kwartiertje of zo zag het er zo uit:

Nu Nazgûl ervan overtuigd krijgen dat het geen indringer is en geen gevaarlijk object en dat hij er dus geen schrik van moet hebben, maar dat komt wel. En hopelijk blijft hij dan van onze stoelen af met zijn klauwtjes, en ligt hij ook af en toe bovenop naar buiten te kijken zoals bij de oude paal.

Nog eens merci aan de vriendelijke buurdame!

Reparatietochtje

Yup, mijn rondje van 18 caches langs dat fietspad had weer eens een opfrisbeurt nodig: enkele kletsnat, enkele vol en ook enkele verdwenen. Bon, geen regen, dus de fiets op met de cachebak in de fietstassen, en richting Bourgoyen om eerst de verste cache – nat en vol – te repareren, en dan op ’t gemakje van cache naar cache om ze na te kijken. ’t Is een bezigheid als een ander, geloof me. En ja, ik genoot van het feit dat ik buiten kon zijn zonder dikke jas en zonder regen.

Ik reed zelfs even verder tot aan het nieuwe Bloemekenspark om te kijken of ik daar ook geen cache kon steken, ik had toch alle gerief bij. Ik kwam op de Kiosk Kiosk uit, en vond daar warempel een oude, wel weggestoken maar nooit geactiveerde cache van Troopeg terug. Ik heb er dan zelf maar geen gestoken maar hem gecontacteerd, en ik mag het plekje gebruiken. ’t Zal voor later zijn.

Bizarre kiosk, overigens. Geen idee wat er precies mee bedoeld werd, maar het is een raar iets.

Speekmedaalde voor Wolf en mezelf

Het is duidelijk een kwestie van timing: Murphy sloeg weer eens toe. Kobe is gisterenavond thuisgekomen van kamp, ik moet dus wel een paar wasjes draaien voor hij zondagochtend in alle vroegte weer weg is.

En wat deed mijn droogkast? Niks. Nada. Noppes. Niente. Of jawel, ik kreeg het signaal dat ik het waterreservoir moest legen, terwijl dat compleet leeg was. Ik checkte de filters, probeerde ettelijke keren opnieuw, maar na een minuut of twee was voor het ding telkens weer de maat vol. Of toch de waterbak.

Hmpf.

Alles dan maar op droogrekken gehangen en beginnen googelen. En ja hoor, het is blijkbaar een bekend probleem bij de Siemens Avantixx droogkasten: die dingen zijn zelfreinigend, maar slagen er toch niet helemaal in zichzelf proper te houden, meer bepaald de sensoren die vaststellen of het water wel weg kan gepompt worden. Het is dus een kwestie van het ding open te vijzen, die sensoren te reinigen, de boel terug toe te vijzen, en hoppa, klaar is Kees. Geen idee of hij Kees heet, maar het was wel een Nederlander die het verlossende en bijzonder duidelijke filmpje op Youtube had gezet.

Bon, Bart en Wolf hebben het onding uit zijn plaats gehaald, en waar Bart gezegd had dat hij me ging helpen, bleek het de facto Wolf te zijn die vrolijk aan het vijzen ging. Want ja, dat ding zit verdomd goed toegeschroefd. Na een dik kwartier schroeven op mijn aanwijzingen overhandigde hij me de vermaledijde sensor, die kraakhelder wit had moeten zijn.

Bon, het ding grondig schoongemaakt, aan Wolf overhandigd, en een half uur later werkte mijn droogkast opnieuw compleet naar behoren. Nikske geen vol reservoir meer, gewoon doen wat het moet doen, namelijk drogen.

Awel, dikke merci voor Wolf, en een speekmedaalde voor mezelf dat ik het opgelost heb. Bart was ook al aan het googelen geslagen, maar dan voor een nieuw exemplaar. Liever niet, nee: dit is een net iets goedkopere oplossing. En ietsje sneller, want die kampwas, die droogt zichzelf niet. Of toch veel trager.

Speedy Gonzales op mijn dak

Deze voormiddag zag ik plots veel beweging zo voor ons deur: er waren dakwerkers bij de overburen.

Maar toen ik rond tien uur de deur uitstapte – ik moet om tien over tien beginnen lesgeven vijf kilometer verderop – dacht ik er plots aan dat een van de afdekleien verdwenen was. Dat zijn geen gewone leien zoals de rest van ons dak, maar een lei die aansluit op de muur van de buren, een speciaal model dus. Veel tijd had ik niet – understatement – dus sprak ik een van die mannen die net op straat stond, heel snel aan of zij dat soort werk ook deden. Ja hoor, de ontbrekende lei was hem zelfs al opgevallen. Of ik er nog zo liggen had? Euh nee, wel gewone, maar die liggen op zolder en daar had ik nu écht geen tijd voor. Of hij op dat plat dak kon en mocht, en of de kans erin zat dat die lei daar nog lag? Welzeker. Awel, dan ging hij eens kijken, en eventueel naar de bouwmaterialenwinkel verderop rijden om zo’n lei. Ik vond dat allemaal goed – de minuten tikten weg – zei hem dat hij dat gerust mocht repareren als hij het gerief vond, nu hij toch met ladders en al voor mijn deur stond, en stak hem mijn kaartje in zijn handen. Prompt kreeg ik ook het zijne, want ik moest anders maar ne keer bellen.

Drie uur later kwam ik thuis bij een gerepareerd dak, en geen levende ziel meer te zien.

En gij nu!

Geen idee wie het precies waren, het waren er van Oostakker, maar ik vind dat kaartje dus al niet meer. Goh, ik zal de factuur wel krijgen zeker?