Filosofie

In het zesde middelbaar geef ik na Pasen altijd Antieke Filosofie: Thales, Plato, Aristoteles, Epicurus, enzovoort.

Vaak krijg ik van leerlingen het jaar daarna dankbare opmerkingen: ze zien dit aan de universiteit, en zijn blij dat ze het al op voorhand snappen en al eens grondig gezien hebben.

Dit jaar kreeg ik van twee oudleerlingen (elk afzonderlijk) via Facebook een voorzichtige vraag: of ik hen soms een bepaald stuk nog eens wilde uitleggen. Vooral Plato met zijn allegorie van de grot en zijn kennisleer zorgde voor problemen. En Zeno, natuurlijk.

Zeno

Via chat is dat niet te doen, dus gaf ik hen mijn telefoonnummer. En legde ik zowel zondag als vandaag via de telefoon Plato nog eens uit.

Ze waren allebei verbaasd dat ik dat wilde doen, overigens. Ik was eigenlijk zelfs gevleid: ik was blij dat ze nog aan hun oude leerkracht dachten, en dat ze me benaderbaar genoeg vinden om het te vragen. En eigenlijk vooral dat ze mijn uitleg beter vinden dan om het even wat dat ze kunnen opzoeken op internet, of bij hun medeleerlingen. Meer nog, Anke bedankte me, en zei dat ze nu haar medestudenten ging opbellen om het hen op haar beurt uit te leggen.

Ik ben toch wel trots, ja.