Pairi Daiza dag 2

Om half acht gingen onze wekkers, want om acht uur wilden we aan het uitgebreide ontbijtbuffet zitten, waar vooral de jongens het zich bijzonder goed lieten smaken. Maar daarvoor hadden we alweer uitgebreid de beren bestudeerd. Het heeft wel wat, zo een paar beren bij je ochtendkoffie.

Tegen negen uur hadden we een groot deel ingepakt en zaten we klaar voor het voederen van de bruine beren aan ons raam, en jawel, dat was echt wel eens de moeite om te zien.

We zetten onze valiesjes klaar zodat we die later op de dag aan de receptie konden ophalen, zeiden salu tegen het huisje, en gingen kijken naar het voeren van de ijsberen. Allez ja, dat deed de rest toch, want goed halverwege merkte ik dat ik blijkbaar mijn gsm nog ergens in het huisje laten liggen had. Goed bezig. Maar in het teruglopen had ik wel een zeer tamme ooievaar op mijn pad, én zag ik eindelijk eens deftig de vrouwelijke eland. Ons logement was schuin tegenover de elanden, maar het mannetje heeft zich in twee dagen niet laten zien. Zij was net iets minder schuw, maar bon.

We spraken af bij de Canadese wolven want die werden dan weer om tien uur gevoederd – leuk, zo’n uurtje in het park voordat de deuren opengaan – en dan ging de tocht naar het Australische deel van het park.

Wolf en Kobe hadden goed in de gaten gehouden wat we nog moesten zien, en dus zagen we een babynijlpaard bij zijn moeder, nog gorilla’s, maar ook de lemuren en dergelijke, en vooral ook het aquarium. Bart had nog even getwijfeld of we niet beter rond elf uur naar huis konden gaan, maar ik ben bijzonder blij dat we alsnog wat langer gebleven zijn, want dat aquarium was echt de moeite.

En toen hadden we natuurlijk honger en waaiden we het Aziatische  restaurant binnen. Ook hier eigenlijk niet het fastfoodgevoel dat je in de meeste dierentuinen en pretparken hebt, maar een deftig restaurant. En vooral ook veel te veel.

Maar toen deden iedereen zijn voeten alweer pijn en vonden we het welletjes. We passeerden op weg naar de uitgang wel nog even de eland, en het vrouwtje stond rustig te eten. Maar dat mannetje? Koppig mormel, zeg ik u.

Enfin, mocht u nog twijfelen of Pairi Daiza een aanrader is? Dan hebt u dit verslag niet gelezen, denk ik zo.

Pairi Daiza, dag 1

Kobe had al lang gezegd dat hij voor zijn verjaardag eigenlijk elanden wil zien. Bart gaat nog eens met hem op citytrip, en misschien wordt dat dan wel Finland of zo. Maar met die coronatoestanden kunnen we niet echt ver lopen momenteel, al hebben we natuurlijk onze vakantie in Tunesië al gehad.

En toen zag Bart ergens die reclame van Pairi Daiza, en dat je er kon overnachten, en dacht hij: “Dat doen we!” Veel was er niet meer vrij – ondanks de serieuze kostprijs – maar gelukkig wel nog een Full Moon Lodge op een weekend dat ook wij vrij waren. Yes!

Iets na half tien zaten we deze ochtend in de auto, iets voor elf stonden we in de rij aan te schuiven voor de hotelformule. Ha ja, blijkbaar kan er per nacht zo’n 500 man logeren in de verschillende soorten logementen. En die Full Moon Lodge, dat is een soort van hobbithol met een ronde deur, ingegraven in een dijk, met een volledig houten interieur én zicht op de bruine beren en Europese wolven. Zàlig gewoon! Maar we mochten onze bagage gewoon afgeven, vanaf drie uur was ons huisje beschikbaar en zou de bagage er klaar staan.

Wij gingen dus meteen al op onderzoek uit: we waren nog nooit in Pairi Daiza geweest, maar uit goede bron hadden we vernomen dat het bijna niet te doen is om alles op één dag te zien, toch niet als je nog een paar voeten wil overhouden.

Al meteen passeerden we voorbij de elanden, maar die lieten zich niet zien, iets wat zo’n beetje het thema van het weekend zou worden, helaas. We liepen dan maar verder naar de uitstekende brasserie waar we jammer genoeg wel binnen moesten zitten, maar verder geen klachten hadden, noch over de mosselen, noch over de steaks. En de prijs? Goh, redelijk correct toch.

En toen ging het uiteraard verder op tocht, tot we toch tegen drie uur naar ons huisje konden, want toen vonden zowel mijn rug als die van Wolf dat een klein beetje rust misschien toch geen kwaad kon.

Het park zelf is ook gewoon  ronduit mooi, met ongelofelijk veel aandacht voor detail, veel meer dan in pakweg de Zoo of Planckendael, en dat maakt toch wel een groot verschil, ja. Er is ruimte, maar alles is ook perfect aangelegd. Elk gebied heeft zijn eigen kenmerken en dus ook details, tot en met vlindertjes in de klinkers op de grond, of de afboording van de perken waarbij om de zoveel stenen eentje is vervangen door een blok hout. De designers: chapeau, echt waar. En ook het landschap zonder dieren is prachtig aangelegd. Of wie legt er nu gewoon een rijstveld in het Aziatische deel?

Maar bon, onze verblijfplaats, ons hobbithol. De kamers en badkamer – met sauna en bubbelbad, wat we niet eens gebruikt hebben wegens geen tijd – heb ik zelfs niet op foto gezet.

Na een goed uur van liggen en installeren en zo trokken we er weer op uit, nieuwe diertjes. De zonen leidden ons van het ene naar het andere, en we zagen eindelijk ook een échte eland. En reptielen. En spinnen. En tijgers. En zere voeten.

Tegen kwart na zeven waren we opgefrist en zaten we in het restaurant, chiquer dan ik verwacht had, eigenlijk. Er was een driegangenmenu met een beperkte keuze, maar alles was dik in orde. Oordeel zelf.

Tegen kwart voor tien waren we terug aan ons huisje – na een enthousiaste begroeting in het passeren door een dikke zeeleeuw – en Bart vond het meer dan welletjes. Maar als hotelgast mag je in twee van de zones ook ’s nachts ongelimiteerd rondlopen en dus ging ik met de kinderen nog even tot aan de wolven. Enfin, namen de zonen me mee richting de wolven. En dat was…

Magisch.

Hoezo? Het was bijna donker, en de Canadese wolven hadden zich gegroepeerd, waren aan het spelen, en begonnen plots te huilen. In groep. Naar de maan. Ik had kippevel tot in mijn voetwortelbeentjes. Een goeie opname ervan hebben we niet, maar ik heb geprobeerd. Gewoon luisteren, zou ik zeggen.

Toen werd Merel echt moe en besloot ik met haar terug te keren, terwijl de jongens nog wat verder in het donker gingen verkennen. En begonnen de wolven opnieuw. We hebben nog een hele tijd staan luisteren…

Nog wat later kwamen de jongens thuis met schitterende ogen.

Carpe diem, noemen ze dat.