Urbex in de tuin in Zomergem

Op zondag ga ik steevast ons pa ophalen om hier te komen eten, en nu hij eindelijk nog even thuis was, stond ik ook vandaag in Zomergem.

Deze keer had ik wel een missie, een dubbele zelfs: ik wilde in de oude serre kijken of de tafels daar nog bruikbaar waren, en ik wilde in de wijnkelder een deftige fles wijn halen voor een upscale loterij of zoiets.

Euh…

Dit was wat ik zag toen ik in de tuin kwam:

Centraal in beeld staat de serre. Dat donkere vlekje, jawel.

Ik wrong me doorheen de eerste linie en kwam dichter:

Gelukkig kon ik nog dichterbij komen, ondanks mijn sandaaltjes. Voor de deur hing een waar gordijn van klimop, en daaronder kon je inderdaad de deur ontwaren. Tot mijn grote opluchting stond die open, zodat ik binnen kon.

En binnenin groeit zowaar een boom, naast alle klimop overal. De tafels, helaas, waren toch te veel geroest, en vooral: geen idee hoe je die eruit kan halen zonder alles eerst af te breken.

En toen moest ik nog terug, al zag je nauwelijks het paadje dat ik gebaand had.

En de wijnfles? Ook dat lukte niet, aangezien er ongeveer een meter water in de kelder staat. Ook dat gaan we toch eens moeten aanpakken binnenkort, me dunkt.

Opnieuw overwoekerd

Vandaag moest ik nog eens in ons pa zijn tuin zijn: ik wilde een paar takjes van de bruidssluier halen om te zien of we die hier wortel konden doen schieten.

Euh…

In 2018 ben ik nog met de kinderen en een extra paar handen het ergste onder handen gaan nemen: het tuinpad was weer zichtbaar, de rozen gesnoeid, een paar jonge bomen weggehaald, dat soort dingen.

Toen Jeroen daarna tijdelijk zijn intrek in het kantoor nam terwijl er bij hem werd verbouwd, had hij de hele tuin laten kortwieken omdat zijn kantoor er nu eenmaal op uitkijkt en je de klanten moeilijk een wildernis kunt laten zien. Het was een beetje kaal, maar bon, het was nodig.

Awel, ik was nu al heel lang niet meer in zijn tuin geweest, enne… Zucht.

Laat ons zeggen dat we wel met minder moeite dan de vorige keer tot aan het timmerkot zijn geraakt, maar dat ik toch nog de snoeischaar heb moeten hanteren om de wilde rozenranken uit de weg te halen.

Nee, we gaan er geen energie meer insteken, dat is voor de volgende eigenaar. Ik wens die mensen alvast veel goeie moed toe.

Overwoekerd

Ons ma genoot echt van haar tuin, en werkte daar precies ook graag in. Elk najaar plantte ze nieuwe voorjaarsbollen, om die dan uit te halen en andere dingen te planten. En rozen: ze was behoorlijk zot van rozen, maar evengoed staan er clematis, akeleien, zonnehoedjes, pioenrozen, dahlia’s…

Sinds ze gestorven is, is er helaas naar de tuin niet meer omgekeken. Mijn vader zwoer bij hoog en laag dat hij er eens ging aan beginnen, en dat hij dat zeker ging doen, en dat we geen tuinman moesten zoeken, en…
Intussen zijn we dik twee jaar verder, en is de tuin helemaal overwoekerd. Overwoekerd, als in: er is geen gras, maar zelfs geen betonnen tuinpad meer te zien. Een weg banen naar het kiekenskot is al helemaal onbegonnen werk, en dus loopt er een kieken vrij rond in de tuin, met alle mest en vuiligheid van dien.

Tsja. Op zich allemaal geen probleem, ware het niet dat mijn broer, die een straat verderop woont, zijn bankkantoor gaat verbouwen. Ik hoor u al denken tot hier: wat heeft die verbouwing in hemelsnaam met die tuin te maken??? Wel, zolang er verbouwd wordt, moet mijn broer met zijn personeel natuurlijk een ander onderkomen zoeken. Dat kan in containers, maar dat is hopeloos onpraktisch, veel te klein, en waar zet je die dingen überhaupt? Terwijl mijn vader een groot kantoor ter beschikking heeft, waar vroeger de bank in gevestigd was. Toegegeven: verouderd, nog vol met oude dossiers en andere rommel, maar wél met voldoende plaats, een wachtkamer, loketten, een spreekkamer, enfin, de ideale noodoplossing. Alleen kijkt dat kantoor via een groot raam uit op, jawel, de overwoekerde tuin.

Mijn vader is volop bezig zijn kantoor leeg te maken, en mijn broer had mij aangesproken om eens na te denken over die tuin. Ik heb dan maar rondgehoord of er iemand tegen betaling wilde komen helpen opruimen, en gelukkig was er Manou, een vriendin van Wolf die een straat of twee verderop woont. Kobe, Merel, Manou en ik reden dus naar Zomergem, gewapend met grote zakken voor tuinafval, handschoenen, snoeischaren, haagscharen, the works. Het was al een tijd geleden dat ik nog in mijn ouderlijke huis was geweest, en ik geef het toe: mijn mond viel open bij het aanschouwen der hovingen. Ja maat…

We gingen aan het werk, waarbij ook Kobe en Merel stevig doorwerkten en ik bijzonder voorzichtig probeerde te zijn met mijn rug – tuinwerk is me eigenlijk strikt en expliciet verboden geweest door mijn rugarts. Drie en een half uur later was het grootste deel van het tuinpad vrij, waren de rozen gesnoeid, was er weer een soortement middenperkje te zien, waren er drie jonge bomen afgezaagd, en had ik een wegje vrijgemaakt richting kiekenskot, waarin het kieken zonder veel plichtplegingen werd opgesloten, tot haar grote ontzetting.

Ons pa heeft nu plechtig beloofd dat hij een tuinman ging contacteren om ook de rest wat toonbaarder te maken. Hopelijk ziet die mens zich er nu een begin aan…