Ardennen 2019: dag 4

Het weer is intussen helemaal uitgeklaard en ze beloofden 19 graden voor vandaag, dus waren we allemaal wat vroeger op vandaag omdat ik zeer graag de Warchewandeling – een ommetje van een uurtje dat effectief aan het huisje start, door het dorp naar beneden over de brug waar we gaan dammen, zo een gans eind langs de Warche, en dan langs de andere brug terug omhoog naar ons huis – wilde doen. Mja.

De kinderen hadden met zijn vieren de houten trein in de speelkamer boven ontdekt en waren daar nu toch een gans parcours mee aan het bouwen en zich zot aan het amuseren. Wie ben ik dan om hen te verplichten te stoppen en iets anders te gaan doen? Ik heb zelf gezellig zitten lezen, en tegen de middag kwamen ze vanzelf wel naar beneden. Het plan was om naar Robertville te rijden, daar te eten in onze standaard frituur en dan het klimmetje van aan de dam van Robertville tot in Reinhardstein te doen, ook al zo’n traditie.

Groot was onze verbijstering toen bleek dat de frituur te koop stond! Allez! Maar iets verderop was er ook een café annex frituur zodat we daar dan maar gegaan zijn. En ons drinken in glazen kregen, maar onze frieten in meeneemversie. En we dan nog moesten bijbetalen omdat we de frieten op het terras opaten, waar we dus onze drankjes zaten te drinken. Euh…

Ach ja. Merel voelde zich niet zo lekker, had ze gezegd, maar de frieten hadden wel geholpen, want toen stond ze toch weer vrolijk te dansen en te springen.

We reden naar de dam en klommen vrolijk omhoog, een wandelingetje dat voor ons al zeer vertrouwd is, maar uiteraard nieuw voor Arwen.

En toen was er het kasteel zelf, waar Merel zei dat ze zich opnieuw niet goed voelde. Buikpijn, zei ze, en ze ging even liggen op een van de bankjes. Het was intussen ook wel écht warm geworden…

We waren wel nog een eindje verder gelopen op zoek naar een geocache onder de bomen, maar helaas, ondanks een half uur zoeken met drie hebben we niks gevonden. Intussen had Merel weer stevige buikkrampen en zijn we dus maar terug gewandeld. Dat lukte, die krampen waren gewoon af en toe opstoten.

Terug thuis wilde Merel toch nog per se gaan dammen: daar voelde ze zich dan wel weer goed genoeg voor, zei ze. Tsja… De anderen zagen dat ook volledig zitten, trokken de laarzen aan, en weg waren we. Kobes laarzen waren nat binnen de 15 seconden: “Mama, ’t is hier wel dieper dan de vorige keer precies!”. Maar ook de anderen hun laarzen waren er binnen de kortste keren aan voor de moeite. Koud, maar oh zo plezierig!

Intussen ging ik op zoek naar een cache langs het Warchepad een kilometer verderop, maar ondanks een half uurtje zoeken werd er niks gevonden. Hmpf. Maar de wandeling was ronduit prachtig en ik genoot.

Ik haastte me terug maar dat was blijkbaar nergens voor nodig geweest: ze waren nog steeds volop aan het dammen. Ik legde me dus maar in de zon te lezen en wentelde me in het vakantiegevoel.

We gingen naar huis, droogden ons af, en Wolf en Arwen gingen mee om boodschappen en een paar caches in de buurt, tot groot jolijt van Arwen.

En Merels buikpijn? Wel euh…

Ik was aan het lezen in de zetel toen zij plots rechtstond en gewoon begon over te geven, midden in de living. Euh… het hielp niet om nog naar het toilet te lopen, want het kwaad was toch al geschied en dus mocht ze van mij vrolijk verder doen op hetzelfde plekje. We hebben wel met zijn allen een half uurtje moeten schoonmaken: de vloer, maar ook spatten op stoelen, gordijnen, tafelpoten… En Merel moest uiteraard in de douche, terwijl Wolf haar kleren probeerde uit te spoelen. Meh.

Dat van die buikpijn was duidelijk niet gelogen. En toen voelde ze zich plots wel een stuk beter, gelukkig maar.

Hmpf. Dan hadden we dat ook weer eens gehad, toch?

 

 

Waimes, dag twee

En of we chance hebben met het weer! We sliepen lang (enfin, ik toch) en ontbeten rond een uur of tien buiten in de zon. Fantastisch!

Tegen dat iedereen klaar was, het logboek ingevuld en de hints opgezocht, was het elf uur. Ik wilde een wandeling maken, hier niet ver vandaag, van een goeie vijf kilometer, langs vijf verschillende caches. Ik dacht, mja, anderhalf uur, met het zoeken erbij misschien twee. Gelukkig had ik een voorraadje koekjes bij en een flesje water, want dat anderhalf uur, dat werd er drie. Het flesje water konden we gelukkig halverwege laten opvullen aan een boerderij.

We hebben wel alle vijf de caches gevonden, en hebben er een prachtige wandeling op zitten. De kinderen klaagden niet, zelfs Merel niet, en Wolf zorgde fantastisch voor zijn zusje. Heerlijk, die kinderen van me!

We vertrokken aan de Warche, aan ons afdamplekje, met meteen een bezoek aan een kapelletje, en liepen dan verder steil naar boven, tot we de RaVel kruisten, het prachtige fietsnetwerk doorheen de Ardennen, waar we tegelijk met een andere familie naar een cache zochten.

We liepen verder, en doken de netels in voor een volgende cache.

Intussen was het, tot onze grote verbazing, al één uur. We zaten ongeveer halverwege onze toer, en moesten sowieso verder om terug aan de auto te geraken.

We liepen doorheen een wolk van pluisjes van wilgenroosjes, en zochten en vonden de Hexsenbaum, een prachtige loofboom te midden van een naaldbos.

Nog wat verder zochten we redelijk lang naar cache nummer vijf, en liepen daarna het laatste stukje terug richting brugje over de Warche. We passeerden daarbij een oude steengroeve, die echt de indruk van een ravijn gaf, ongelofelijk steil en diep, en prachtig blauw water.

Al bij al was het twee uur voor we terug in het huisje waren. Ik had gelukkig lasagne gekocht die maar in de microgolf moest, en dus zaten we iets later gelukkig aan tafel. Oef. De kinderen waren nu echt wel moe, zodat ik hen rustig tv laten kijken heb. Rond vier uur heb ik hen dan wat koekjes gevoederd bij wijze van vieruurtje, en hen in de auto gelokt. Ik had geen zin om naar de Delhaize in Waimes te rijden, en ging er van uit dat er in het iets grotere dorpje Weywertz – Champagne, waar we zitten, is echt maar een gehucht – een bakker zou te vinden zijn. En jawel, twee kilometer later stonden we aan de kerk van Weywertz en zagen we een bakkerij. Die ook toch wel schepijs verkocht zeker! Toeme toch!

Enfin, we zijn dan met de auto nog wat caches gaan zoeken, maar hadden niet echt veel geluk. Aan de “Eisen Vennbahnbrücke” hebben we met zijn drieën -Merel voederde intussen de schapen – een half uur gezocht, maar niks gevonden, en dat is wel frustrerend. De cache iets verderop hadden we in minder dan een minuut, maar de volgende was weer pech. Merel en Kobe hadden geen zin in de klim en bleven in de auto zitten, maar Wolf en ik gingen op onderzoek uit in een doornenhaag vol brandnetels. Na tien minuten, en ettelijk getengel, hebben we het opgegeven: zonder lange mouwen, lange broek en handschoenen had dit eigenlijk geen zin. Maar op de weg naar huis zat er nog een poepsimpele, en die hebben we dan nog maar meegenomen.

Om zeven uur zaten we, alweer buiten, genoeglijk aan tafel, en konden terug kijken op een prachtige dag.

IMG_7695