Tuindraken
Ik weet niet wat het probleem is met ons trottoir, maar daarin groeit alles tien keer sneller dan in onze echte tuin. Allez ja, we hebben helaas geen klagen over de snelheid waarmee ons gras groeit, vraagt dat maar aan de inhuizige pubers.
Maar het onkruid tiert dus bijzonder welig (ik moet daar trouwens toch eens de etymologie van opzoeken, van dat tieren; zou dat iets te maken hebben met roepen?) en neemt soms gewoon draconische proporties aan, waartegen enkel draconische maatregelen werken, of wat had u gedacht.
De draken in kwestie zijn de kinderen, aangezien ik nog steeds niet langer dan een kwartier of zo uit de zetel kan: af en toe trekken ze verplicht de tuin in, gewapend met emmers, handschoenen, krabbers en branders, en dan is het hier heel even een beetje toonbaarder. Vooral Kobe hangt graag de draak uit met een vuuradem van 600°, maar ik heb nog steeds mijn twijfels over de efficiëntie van die onkruidbrander.
Allà, ik ben eigenlijk al lang blij dat ik het niet zelf hoefde te doen.
Grasveld
Dat grasveld van ons, dat blijft een probleem. Destijds hebben we, net na de verbouwing, grasmatten laten leggen om toch iets deftigs te hebben.
Toen we daarna de tuin lieten heraanleggen, hebben we nieuwe grasmatten laten leggen, gewoon omdat het eigenlijk toen al om zeep was.
En intussen is dat gras weer een en al bobbels en vooral gigantisch veel onkruid. De tuinmannen snappen zelf niet hoe dat komt bij ons, dat dat onkruid zo enorm welig tiert.
Enfin, vandaag zijn ze komen verticuteren, kalken en inzaaien, en ik hoop maar dat het ietsje betert, want we hebben meer onkruid en mos dan groen. Zeker nu, want nu ziet het er helemaal dood uit. Mja…
Onkruidbrander
Er zijn zo van die dagen waarop ge gene klop uitvoert. Allez ja, halve klop.
Een was of twee ophangen, terug binnenhalen en opvouwen, de ramen in de living kuisen, een hoop onkruid wegbranden…
Voor dat laatste heb ik me een tijd geleden zo’n onkruidbrander gekocht, zo’n elektrisch geval. Dat is een machine op een lange stok dat hete lucht tot 600 graden blaast, en waarmee je je onkruid een thermische shock geeft. Dat zou er dan voor moeten zorgen dat het onkruid ook tot in de wortel dood gaat, en niet meer terug komt. In de tuin kan ik het niet gebruiken, uiteraard, of mijn gras is eraan, maar op ons ellenlange voetpad blijft dat maar terugkomen. Toen de tuinmannen langs waren geweest en echt alles hadden weggehaald, stond het twee weken later weer vol. Zucht. De branderkop heeft een doorsnede van zo’n 6 cm, genoeg om op de kern van het onkruid te branden. Het hele grote voordeel eraan is dat je je niet hoeft te bukken, en dat je dus zelfs met een kapotte rug dat onkruid kunt aanpakken.
Trouwens, dat ding is dus ook zalig om een barbecue mee aan te steken. De onze stond heet in ongeveer vijf minuten, zalig toch?
Enfin, ik hou u op de hoogte van de evolutie van het onkruid. Wellicht zal ik het hier en daar wel eens moeten herhalen, maar als ik er moeiteloos – het duurt alleen even, 10 seconden per plantje – ons voetpad onkruidvrij mee kan houden, is het me de bezigheid wel waard.
Tuinmannen
Ik mag dan geleerd hebben op school dat het tuinlieden moeten zijn, dat woord is te onnozel om dood te doen. Dus hebben we vanaf vandaag tuinmannen.
Ik moest het onder ogen zien: onze tuin is niet groot, maar door mijn kapotte rug was hij aan het verwilderen. Als in: het onkruid op het voetpad stond hier en daar een meter hoog – gene zever, van dat groot gras – de haag moest gesnoeid worden, er stond sowieso overal onkruid, de kamperfoelie groeide me boven het hoofd, en overal moest er verse schors komen. Veel werk, dus.
Een maand of twee was er al iemand komen kijken, die had toegezegd, maar uiteindelijk toch afgehaakt. Een paar weken geleden stond er iemand anders, en die zag het wel zitten.
Vandaag zijn die mannen dus langs geweest: het voetpad is weer spic en span, alle onkruid onder de haag is weg, zo goed als alle onkruid uit de borders is weg, en daar zijn ze met zijn tweeën bijna een ganse dag mee bezig geweest. Om maar te zeggen: veel werk. Maar wel proper werk.
Blij dat ik het zelf niet meer hoefde te doen :-p
Meh-dagje
Ik weet niet wat er scheelde vandaag, maar ik had echt geen zin in gedoe, in mensen, in drukte… Misschien had het te maken met het feit dat tegen elf uur hier iemand stond die de haag kwam scheren, en ik me noodgedwongen daar mee bezig hield, en er de hele dag lawaai was. Misschien was het de warmte, die zich op mij had gezet tijdens het kuisen en wieden van het ellenlange voetpad en bijhorende goot. Maar bon, dat is nu toch gedaan geraakt, eindelijk.
De tuin ziet er propertjes uit, gelukkig maar.
Maar eigenlijk had ik afgesproken met een ganse bende van een man of vijftien, allemaal larpers, om vanavond naar de Feesten te gaan. Ter herinnering van Els, met wie we een jaar of twee geleden nog geweest waren.
Om eerlijk te zijn? Ik zag het echt, maar echt niet zitten. Ik had geen behoefte aan mensen, en ik ben zo al niet de meest sociale persoon. Niet dat het geen fijne mensen zijn waarmee ik afgesproken had, wel integendeel, het merendeel ervan beschouw ik echt als vrienden. Daar had het ook niks mee te maken. Gewoon… Tsja… Koppijn en een meh-gevoel.
Ik heb dan maar afgezegd, heb in alle stilte in de tuin zitten lezen, dan mijn haar opnieuw gekleurd – van zacht ros naar donker kersenzwart, eigenlijk te donker om goed te zijn, maar bon – en eigenlijk gewoon genoten van de stilte.
Toen ik de foto’s zag passeren, vond ik het wel jammer, maar iets in mij zei toch: oef! Juiste beslissing, dus.
365 – 18 juli 2017 – onkruidverdelgers
Tuinpret
Zo zou je het inderdaad wel kunnen noemen: de buurjongens kwamen, zoals wel vaker op woensdag, spelen. Enfin, eigenlijk waren ze zich aan het vervelen en zagen ze hoe Kobe en ik onkruid aan het uittrekken waren aan de haag, en kwamen ze meehelpen. Maar al gauw kregen ze een zwembroek uit de kast, en er werd stevig met water gegooid.
En toen, toen was er versgedraaid aardbeienijs met stukjes aardbei.
Wolf had intussen het gras afgereden, en samen hebben we het hele terras opgeruimd en afgeschuurd. Bezigheid, maar de tuin ziet er stralend uit, helemaal klaar voor morgen. Het feest is wel niet bij ons thuis, maar wie na afloop hier nog iets wil komen drinken, is dus meer dan welkom. Binnen ligt het ook allemaal propertjes.
Klaar voor morgen!
Middelmatige maandag
Als ge de avond voordien naar series (Mr. Robot: sterke aanrader!) zit te kijken tot half drie, en de kinderen u niet wakker maken, dan kan het wel eens dat ge slaapt tot half elf, ja. En tegen dat ge dan ontbeten hebt en zo, schiet er niet veel meer over van de voormiddag. Tsja. En dan schrijft ge maar een brief naar uw oudste zoon op kamp en gaat ge die met uw dochter posten, dat soort dingen.
Verder schilderen buiten riskeerde ik me niet: er was te veel kans op regen, het had ook effectief even gedruppeld. Achteraf gezien zou er geen enkel probleem geweest zijn, maar bon.
Iets wat ook gigantisch nodig was, en waarvoor het nu wel het ideale weer was – weinig zon, niet te warm – was het onkruid wieden aan onze haag, en daar schors strooien in de hoop dat dat het onkruid wat afremt. Het kruid stond hier en daar letterlijk een meter hoog, helaas, ik denk dat de hele buurt er schande van sprak.
Enfin, een goeie namiddag later, waarin de kinderen intussen het huis opruimden, stofzuigden en vlaai maakten, zag het er al helemaal anders uit, gelukkig maar. Mijn rug protesteerde niet eens, tot mijn grote verbazing, en het feit dat het zo veel resultaat geeft, was voldoende om verder te doen.
Allez, mijn schoonmoeder zal content zijn.