Als ik zelf vrij ben en er nog plaatsjes over zijn, ga ik al graag eens mee met de Cultuurcel naar een of andere voorstelling.
Vandaag was het in Brussel te doen, ‘De Woordenaar’ van Bruno Vanden Broecke. De hele groep ging zoals gewoonlijk met de trein, netjes gereserveerd. Alleen doet mijn voet echt lastig en vond ik dat allemaal nogal moeilijk. Ik was zelfs speciaal met de fiets naar het station gereden – fietsen is echt geen enkel probleem – zodat ik de afstand tussen parkeerplaats en stationshal niet moest stappen. De fiets heb ik dan ook gewoon op het plein gezet, niet in de reguliere fietsenstalling.
Ideaal was geweest dat ik mijn fiets gewoon meenam op de trein, want dan hoefde ik geen taxi te nemen naar de KVS heen en terug, maar kon ik ook ginder fietsen. Maar het fietsbeleid van de NMBS is op zijn minst een beetje wereldvreemd te noemen. Ik kan namelijk voor vier euro extra mijn fiets meenemen, alleen kan ik dat niet reserveren. En kan ik dus niet op voorhand weten of er überhaupt plaats zal zijn voor mijn fiets. Ik moet het namelijk aan de treinbegeleider vragen op het moment zelf. En wat als de fiets dan niet meekan? Gaat die trein dan wachten op mij tot ik mijn fiets terug ergens in een fietsenstalling heb gezet? Uiteraard niet. Maar hem gewoon achterlaten op het perron, netjes vastgemaakt, mag uiteraard ook niet. En dus kon ik mijn fiets niet meenemen en heb ik in Brussel een taxi genomen.
Mijn collega’s geloofden het gewoonweg niet, tot ik hen de website van de NMBS onder hun neus duwde.
Oh, en de voorstelling? Schitterend, maar die bespreking komt later nog op de schoolwebsite.