Nu dat weer?

Hmm. Ik had het al eerder deze week gevoeld: ik heb een blaas. Nu is het niet de bedoeling, dacht ik zo, dat je voelt dat je een blaas hebt, tenzij je heel dringend naar het toilet moet. Maar ik had zo’n licht zeurderig gevoel in mijn onderbuik. Even dacht ik aan een blaasontsteking, maar dat verwierp ik: uit vroegere ervaringen wist ik dat blaasontstekingen meestal gepaard gaan met het pissen van bloed en een heel erg pijnlijk, branderig gevoel bij het plassen. Oh, en een sterk verhoogde plasdrang. Quod non.

Vannacht werd ik wakker van de pijn in mijn rechternier. Oh? Ik kon nog moeilijk slapen, het ding deed echt wel vervelend. Dus trok ik tegen tien uur naar de dokter van wacht. Verdict: een zware blaasontsteking die al opklimt richting nieren.

Je moet dus geen bloed plassen om een ontsteking te hebben. En het bleek al een zware te zijn, eentje met slecht karakter. Daar zijn dus ook zware antibiotica tegen gegooid, kwestie van erger te voorkomen. Allez hup, dit kon er ook wel weer bij.

Wat wel verfrissend was: een dokter van wacht die me niet behandelt alsof ik gatachterlijk ben, maar het gewoon heeft over ontstekingswaarden en leukocyten en zo. En het in deftige termen uitlegde in plaats van kleutertaal. Fijne mens.
En ook: in wat een prachtig land leven wij, zeg? Ik kan in het weekend zomaar naar een dokter die me grondig onderzoekt, en ik betaal daar zes euro voor. 6 euro. Man man man.