Frankfurt: slot

We sliepen andermaal vrij lang, ruimden op, en om elf uur ging ik alsnog een uurtje de fiets op, in de andere richting van de Main deze keer. Het regende net niet, maar het scheelde eigenlijk niet zo heel veel. Geen nood, ik ontdekte een meer industriële kant die ook echt wel mooi was, met een heel knap landtongetje en minihaventje. De aanwezige caches werden niet allemaal gevonden, maar ook dat gaf helemaal niet.

Iets over twaalf werden onze fietsen opgehaald en wandelden wij nogmaals richting de Willy Brandtplatz om iets te eten te zoeken. Het werd Italiaans, gevolgd door het Museum voor Moderne Kunst aldaar. En modern was het wel, ja.

Omdat het toen nog amper twee uur was en onze trein maar ging om half vijf, liepen we nog even tot aan de Goetheplatz om daar nog een laatste koffietje te drinken. We zaten zowaar zelfs in de zon!

Enfin, een klein uur op voorhand waren we in het station, zodat Bart gerust was én ik daar nog wat caches kon oplossen.  Of zoals Bart zei: “Ice Ice baby!”

Drie uur later waren we in Brussel, om half negen in Gent, en kwart voor negen gezellig in onze eigen zetel bij onze twee jongens.

Blij, overigens, dat de meegebrachte cadeautjes goed werden bevonden. Kobe kreeg een T-shirt van Carthartt met een fosforiserende chip op, en Wolf een fijn gevlochten lederen armbandje met zilveren sluiting. Ze waren allebei content: Wolf droeg het meteen en Kobe gaat zijn T-shirt morgen meteen dragen, zei hij. Oef.