Dag ma!

Dag ma!

Ik dacht, ’t is moederkesdag, ik bel nog ne keer tiens.

Ik ben net de hele middag met Véronique gaan cachen, en het was zalig. Zo spijtig dat ge niet mee kondt, zelfs met die afstand tussen was het echt aangenaam. Ge zoudt het wijs gevonden hebben, ook al heeft het de hele tijd gedruppeld en af en toe geregend. Maar we hebben prachtige landschappen gezien en een massa bunkers.

Aan de andere kant, he ma, ben ik blij dat ge er niet meer zijt momenteel. Ge zoudt zot geworden zijn van gans die corona en dat binnenblijven. Dat is niks voor u, geloof mij. Maar ons pa doet het schitterend: hij blijft binnen, maakt geen contact en is wreed voorzichtig. Ik mis hem wel op zondag, het is raar zonder hem.

En hier gaat alles eigenlijk ook goed, weet ge. We hebben vooral chance met ons groot huis, waar alle kinderen hun eigen kamer hebben, Bart een apart bureau en er zelfs nog een game room is. Daar zoudt ge uw hoofd over schudden en ne keer lachen. En het de max vinden, dat ook. De kinders gaan dit schooljaar niet meer naar school mogen. Ze maken taken en ze klagen er niet over, maar het is toch niet hetzelfde. Ik ga vanaf volgende week twee uur mogen lesgeven in mijn zesdes. Echt lesgeven, ja, voor de klas en met een face shield aan en al. De rest blijft dan gewoon online met camera. Ja, ’t is soms lastig, maar we hebben echt geen klagen. Ik mis het wel dat ik niet vaker met u kan bellen, maar bon, daar valt niet veel aan te veranderen he ma.

Ha, en de muguetjes zijn uitgebloeid, ik kan er u gene komen brengen, maar als ge wat aronskelken wilt, moet ge het maar zeggen: ik heb zo ene gigantische struik die blijft bloeien.

Mag ik dan wat tsjoezemienen komen halen? Da riekt zo goed, ge zegt dat zelf ook altijd.

Allez ma, ‘k ga toeleggen he. Maakt er nog een fijne moederkesdag van, en geniet een beetje. Ik mis u, ma.

Salu he, ik bel u nog wel! Yoooooo!

Zeg ma

Zeg ma, hebt ge het al gezien? De muguetjes zijn aan ’t bloeien, de geur is niet te doen. Wil ik er u een paar komen binnensteken? Die van u bloeien altijd twee weken later dan de mijne, dat weet ik.
Oh, en mag ik dan wat tsjoezemienen meepakken? Ik weet dat dat niet lang staat in een vaas, maar dat doet er niet toe, voor die paar dagen riekt het dan wel fantastisch.
Allez, salu e ma, ik bel nog wel.

Muguetjes

Muguetjes, ofte meiklokjes ofte lelietjes-van-dalen, dat zijn van die kleine, onopvallende bloemetjes die echt machtig goed ruiken! En ik, ik heb daar een halve tuin vol van! Allez ja, beetje overdreven, maar tussen mijn struiken staan ze als bodembedekker, en ik ben daar niet rouwig om: er staan wel meer dan 1000 bloemetjes, en da’s dan weer géén overdrijving.

Ik deel ze ook voortdurend uit: wie wil, mag altijd een bosje komen plukken, er staan er genoeg. Ik heb er zelf continu staan – dat houdt maar een dag of vijf -, de kuisvrouw heeft er elke keer weer een bosje mee, en ik denk dat ik intussen ook een bosje of vijftien heb uitgedeeld links en rechts.

Soms wou ik dat de technologie al verder stond, en dat je ook geuren kon meegeven via de computer.

En vooral: mij doen ze denken aan ons ma, die al even zot was van de geur. En elke keer als ik ze ruik, denk ik aan haar.

Yup, ma, ze bloeien weer. Boeketje hebben?