Crossdag

Serieus zeg, dit soort dagen hoeven voor mij eerlijk gezegd niet.

Bart was gelukkig niet vroeg weg deze morgen, zodat alles tot de middag redelijk normaal verliep, als in: gewoon vier uur lesgeven. Toen haastte ik me zo snel mogelijk naar huis, was nog net voor de kinderen thuis, haalde snel de ragout, het appelmoes en een pan voor de rijst uit, en gaf Wolf instructies over het koken van rijst, terwijl ik Kobe sommeerde zijn fagot in te pakken.

We stoven naar Ertvelde, vonden snel een parkeerplaats aan het schooltje, en liepen gehaast het speelplein op tot aan de containerklas waar juf Renate al stond te wachten. Ze was vorige zaterdag ziek geweest, en nu zaterdag zitten we in de Ardennen, waardoor hij eventjes geen les heeft. We hebben dus deze inhaalles geregeld, maar het was het enige moment waarop het min of meer kon. Bon, er werd vrolijk gepeut, en om kwart over een waren we weer thuis, waar Wolf en Merel al hadden gegeten, en wij maar hoefden op te warmen.

Toen was er eventjes rust, en tijd voor een koffietje en wat schoolwerk.

Maar om kwart voor drie schoof ik Kobe weer de auto in, gooide ik hem af aan de muziekschool in Evergem, en reed door naar Sint-Amandsberg om er foto’s te gaan nemen bij Vallery. De leerlingen hebben een hoop kunstwerken gemaakt die zij heeft ingekaderd, en die moesten gefotografeerd worden. Het werd een haastjobke en de foto’s zijn niet schitterend, maar bon. Na een half uur sprong ik alweer de auto in, om op tijd te zijn voor Kobe, die om half vijf klaar was met zijn notenleerles.

Ik pikte Kobe op, ging snel tanken, haalde nog sandwichen, en was tegen vijven thuis, net op tijd om heel even adem te happen en naar de mazoutleverancier te bellen. Die ging tussen half één en vijf komen, en het werd toch wel wat laat. Goh, verzekerde men mij aan de telefoon, hij zal daar wellicht bijna gaan zijn want u staat op de ronde. Bon, de kinderen smeerden de sandwichen en trokken hun rugbyspullen aan, terwijl ik aan de andere kant van Wondelgem de trainer (met een voet in het gips) ging ophalen. Helaas, bij terugkomst nog steeds geen mazout. Ik belde nog eens, deze keer om af te bellen, en kreeg een nieuwe afspraak op dinsdag en een extra korting.

We sprongen in de auto, ik haastte me naar de Blaarmeersen, en was vijf minuten te laat op mijn barshift. Gelukkig had iemand anders al opengedaan en opgestart, oef.

En toen werd ik, van het drukke tappen en het geloop om chips, soepkes, het kuisen van de tafels en het ophalen van leeggoed, helemaal zen. Echt waar.

Met zere voeten maar een gerust gemoed stapten we tegen kwart over acht naar de auto, liep ik nog even terug om de vergeten handtas, en reed ik rustig naar huis. Merel was al mee met een andere moeder uit de straat, en lag al in bed. Nog een chance dat er vanavond geen kwis was.

Maar bon, zo’n dag hoeft voor mij dus niet. Veel te haastig, veel te druk, veel te.

Poeh.