Kobe bij de logopediste: update

Sinds mei gaat Kobe dus wekelijks naar de logopediste. De tandarts had in januari vastgesteld dat hij een infantiel slikpatroon heeft, en dus moesten we naar de orthodontist om een voorschrift.

Intussen zitten we dus wel een aantal maanden verder, en gaat het gelukkig vooruit. Dat ligt niet altijd aan Kobe zelf: hij doet – hoe zou u zelf zijn? – zijn oefeningen niet graag, en dus slaat hij ze al eens over, ook al staat ons halve huis vol met blaadjes waarop staat; ‘Logo!’. Maar bon, wat hij doet, doet hij blijkbaar wel goed. Nog een paar sessies, en het zou helemaal in orde moeten zijn. En dan zouden zijn tanden ook spontaan recht moeten komen.

Het zal alweer wat schelen: geen gezaag meer over zijn oefeningen, en geen hee-en-weergerij meer naar die logo. Poeh.

Otorhinolaryngoloogdinges

Ik heb dus een week moeten zwijgen. Wie me kent, weet dat dat moeilijk lijkt, maar eigenlijk viel dat best mee: het is gewoon een mentale knop omdraaien. Ik heb het trouwens vroeger ook al een paar keer moeten doen, toen ik geopereerd werd aan mijn stembanden, en meteen ook mijn toneelambities gefnuikt werden.

Ik heb veel geschreven met een witbordstift op mijn gelamineerde blaadje, en vooral ook veel hints gespeeld, met soms hilarische gevolgen. Af en toe, als het muisstil was, heb ik ook vrijwel onhoorbaar gefluisterd, op een manier waardoor mijn stembanden niet gebruikt werden. Mja…

Helaas, het heeft niet mogen zijn: de knobbel is onveranderd. Donderdag ben ik bij de otorhinolaryngoloog geweest, een zeer droog en sarcastisch man, die ik eigenlijk wel best kan pruimen. Mja. Ik ga woensdag dus naar de logopedist (dezelfde als negentien jaar geleden, een schitterend man, diensthoofd in het Jan Palfijn) om de oorzaak te achterhalen waarom mijn stem nu plots zo lastig doet. Pas dan kan er overgegaan worden tot een eventuele operatie, waarbij de knobbel weggesneden wordt. Vijf dagen stemrust, dat valt wel mee.

We zien wel.

Meh.