Lectuur: “The Wisdom of Crowds (The Age of Madness #3)” van Joe Abercrombie

Na deel een en deel twee volgde uiteraard ook fluks deel drie. Het is eigenlijk best moeilijk om iets te schrijven over een boek, wanneer je echt niks wil vrijgeven over de plot dat de pret kan bederven. Zeker in een derde deel zeg je bijna automatisch dingen die spoilers kunnen zijn voor deel 1 en 2.

Ik ga toch een poging doen, want ook dit boek van Abercrombie is ongelofelijk goed. Waar deel één vrolijk optimistisch begon en in deel twee zowat alles gewoon fout liep wat ook maar fout kon lopen, komt een aantal dingen in deel drie toch wel weer goed. Maar Abercrombie zou Abercrombie niet zijn, mocht hij ook hier niet een aantal favoriete personages de dood injagen.

Het blijft mooi om zien hoe hij zijn personages laat evolueren, hoe ze altijd allemaal een positieve kant hebben, ook al zijn ze eigenlijk de slechteriken, en hoe ook de good guys een behoorlijk duister kantje hebben. Er zijn trauma’s, evoluties, misdaden en berouw… En intussen loopt ook de plot vaak een totaal onverwachte kant op.

Een happy end? Goh… ’t Is te zien hoe je dat bekijkt, veronderstel ik. In zekere zin wel, als in: het kan allemaal nog goed komen. Maar het realisme – ook al zitten we in een fantasiewereld – van Abercrombie laat niet toe dat het de Jane Austen toer opgaat. Ja, het probleem is in die zin opgelost dat er weer mogelijkheid is tot optimisme. En dus ja, een happy end.

Lectuur: “A Little Hatred (The Age of Madness #1)” van Joe Abercrombie

Toen ik aan Michel vroeg wat hij van zijn boeken die hij het afgelopen jaar gelezen had, zou aanraden, zat daar onder andere dit boek tussen. Mijn wenkbrauwen schoten omhoog: nieuwe van Abercrombie? En ik had dat gemist, of wa?

Meer nog, een heuse trilogie! Net zoals de First Law trilogie en de stand-alone boeken speelt dit boek zich af in dezelfde wereld, maar dan net ietsje later. De hoofdpersonages uit The First Law zijn oud geworden, spelen een rol meer op de achtergrond, maar zijn wel nadrukkelijk aanwezig.

Zoals altijd begint Abercrombie met diverse personages die ogenschijnlijk niks met elkaar te maken hebben, maar wier leven uiteraard verstrengeld geraakt. Er is de Young Lion Leo dan Brock die een heroïsche toekomst wil uitstippelen maar misschien een beetje overmoedig is; er is Savine dan Glokta – dochter van – die zich weet te handhaven in de hoogste sociale kringen van Adua maar misschien een beetje te meedogenloos is; er is Orso, de zoon van koning Jezal, die geen idee heeft wat de toekomst voor hem in petto heeft en dan misschien een beetje besluiteloos en lui is; er is Rikke, dochter van de Dogman, hoofdman in het Noorden, die geplaagd wordt door the Long Eye en misschien wat roekeloos is; er is Vick, overlevende van de kampen, die van zichzelf een emotieloze pion heeft gemaakt maar misschien een beetje te hard is; er is Gunnar Broad die wanhopig het goede probeert te doen maar misschien een beetje te gewelddadig is…

Uiteraard zijn er nog andere personages, maar de bovenstaande bepalen samen het verhaal waarin vooral het verleden clasht met de toekomst. Je waant je in de wereld van pakweg The Peaky Blinders met een maatschappij die overschakelt op vervuilende industrie, met kindarbeiders, armoede, vervuilde lucht en dergelijke. Met een bovenklasse die dat genadeloos uitbuit en grote sier maakt, en een volk dat dat niet langer pikt.

Meer nog dan de vorige boeken van Abercrombie is dit een politiek spelletje maar ook een stevige dosis maatschappijkritiek. De personages zijn allesbehalve vlak maar maken steevast een persoonlijke evolutie door. Alleen wordt dat in dit eerste boek nog niet zo heel erg duidelijk: Abercrombie brengt zijn pionnen in stelling, schetst de hele samenleving en alle verschillende culturen, en ik ben er zeker van dat die in de volgende boeken grandioos zullen botsen en de personages zonder meer ten onder zullen gaan, waarna er een paar het misschien nog wel weten te overleven.

Ik blijf onvoorwaardelijk fan.