Dagje Lier

Mijn reden om naar Lier te trekken, was niet bepaald van de meest aangename: Koens mama is overleden en haar herdenkingsdienst was daar om 13.30 uur.

Ik vertrok dus nog voor de middag – het is anderhalf uur rijden – en ging eerst iets eten bij Zuster Agnes, een bijzonder aangename bistro in de schaduw van de Zimmertoren. De pokébowl met steak is een aanrader, geloof me.

Na de dienst keerde ik terug naar de stad om er te geocachen: een reeks labcaches en een aantal losse caches, waardoor ik serieus wat kilometertjes halen. Note to self: de volgende keer écht de fiets meebrengen…

Maar Lier is echt wel een prachtig stadje met veel water en veel groen, en ook veel beelden en dergelijke.

Als ik nog eens in de buurt ben, kom ik zeker hier terug. Maar dan liefst met een andere reden, als het even kan.

Geocachetoerist in Kortrijk. Met Véro natuurlijk.

Dat het al de hele week, en eigenlijk ook zowat de hele vorige week aan het regenen is, dat moet ik u niet vertellen. Gisteren in het containerpark ben ik zeiknat geregend.

Maar voor vandaag gaven ze droog en zelfs zonnig weer, en dus had ik met Véronique afgesproken om elf uur in Kortrijk. Ha ja, we wilden geocachen, maar ergens in ‘de blakke veld’ kun je nogal snel verkleumen en heb je geen schuilmogelijkheden. De stad werd het dus, en Kortrijk is voor beiden rond het half uur rijden. Ik ken Kortrijk trouwens aan geen kanten.

We spraken af op een parkingetje iets buiten ’t stad en reden dan samen de Budaparking binnen, waar we meteen konden starten met een korte multi. Er liggen twee reeksen van 5 labcachen + bonus en 6 korte multi’s met een bonusmulti, stof genoeg dus voor een hele middag.

We genoten van de zon, liepen ettelijke kilometers, regelmatig ook hetzelfde traject, en namen allebei behoorlijk wat foto’s. We zagen natuurlijk de Broeltorens, maar liepen ook een kerk binnen waar achteraan aan het plafond verschillende gulden sporen ophangen. Dat zouden we nooit geweten hebben zonder geocaching.

We moesten ons nog reppen om iets te eten te vinden, want om half twee gaan blijkbaar de meeste keukens toe. Maar bon, we waaiden nog op het nippertje binnen bij een uitstekende Italiaan en namen er de dagschotel. Dik in orde. Aansluitend gingen we het begijnhof verkennen en de caches daar opzoeken.

We doolden verder door de straten, zagen het Belfort, liepen tot aan het station en keerden op onze stappen terug, kriskras door Kortrijk heen. We vonden er trouwens ook – op aanraden van een jongmens dat ons CST moest scannen – de max van een schoenwinkel die felgekleurde schoenen op maat maakt. Daar ga ik volgende winter terug, zeker weten.

Tegen half zes was het behoorlijk donker geworden en dronken we nog een koffie in het Buda centrum, we waren blij dat we even konden zitten.

Omdat we nog wel eventjes tijd hadden en Véro’s gsm dringend moest opladen, reden we nog even tot aan de Groeninghepoort om daar nog een laatste paar caches te vinden. Toen was het welletjes voor Véronique, zodat ik haar terugbracht naar haar auto. Maar bij mij kriebelde het nog: er waren nog drie bonussen te vinden, en dat op ocharme een kilometer. Met de auto is dat een fluitje van een cent, zodat ik alsnog in het donker de drie bonussen ging oppikken.

Al bij al was het een zeer aangename, goed gevulde namiddag in bijzonder fijn gezelschap. Ik bedoel maar: twee dames van begin de vijftig die een volledige winkelstraat doorlopen om aan het begin en het einde de camera’s te tellen, zonder ook maar één etalage een blik waardig te keuren: dàt is de reden dat ik zo ongelofelijk graag de straten afdweil met Véronique.

Ik was stikkapot toen ik tegen kwart na acht thuis was, maar man, wat een héérlijke dag!

Geocachen in Oudenaarde

We hadden het vorige week al vastgelegd: vandaag zouden Véronique en ik gaan geocachen. De exacte locatie was te bepalen al naargelang het weer: bij goed weer ergens op het platteland, bij slecht(er) weer in een stad, zodat we op tijd kunnen vluchten. Een blik naar buiten volstond om een stad vast te leggen, met name Oudenaarde, want daar waren nog wel wat te loggen caches en vooral ook een aantal labcaches.

Véro zag dat meteen zitten en nam ook Peter en plusdochter Sofia mee voor een gezellige namiddag. Maar zo zag het er in het begin niet uit: net toen ik aanzette, begon het te druppelen, en de hele weg naar Oudenaarde lang was het aan het gieten. Maar echt, gieten als in: rij wat trager want ge ziet niet waar ge rijdt. Ik dacht al: waar ben ik aan begonnen? Maar toen ik in Oudenaarde parkeerde vielen de laatste druppels, en toen klaarde het op. Ik had nota bene mijn zonnebril niet mee en heb de hele namiddag lopen pieren.

We wilden een multi afwerken die uiteindelijk meer dan vijf kilometer bleek te zijn, met onder de baan een hoop tussenstops van labcaches. We hebben wel veel bijgeleerd over Oudenaarde, Véro was wég van het kleine begijnhof en het Tacambaroplein, en we hadden echt een fijne namiddag, die eindigde zonder de uiteindelijke cache te vinden – mijn telefoon was plat, en de batterij van Véronique, waar ik op gerekend had, bleek een kapot kabeltje te hebben.

Maar we hadden er alle vier deugd van, de zon scheen en het voelde echt aan als vakantie.