AMC

Wolf heeft, ondanks alle pijn en het feit dat hij al anderhalf jaar geen gitaar meer speelt, toch nog steevast de lessen Algemene MuziekCultuur (AMC) gevolgd. Vrijwel elke zaterdag was hij trouw op post in de Poel tussen 11 en 12, terwijl ik dan een koffie dronk in de Labath.

Zodra we wisten dat hij naar het Zeepreventorium kon, is hij gestopt met die lessen: het ging gewoon echt niet meer. Ik heb dan ergens in mei aan de lesgever, Jelle, laten weten wat er precies aan de hand was, en die mailde vol ongeloof terug: dat Wolf echt die lessen was blijven volgen met al die problemen??? De helft van de leerlingen is regelmatig afwezig zonder geldige reden, en hij was er zo goed als altijd.

Hij moest enkel nog een taak indienen, en dan was het oké, had hij gezegd.

Vandaag was de laatste les, en Wolf was zijn taak natuurlijk in De Haan vergeten. Gelukkig mag hij hem nog gewoon doormailen. Jelle was bijzonder blij verrast van Wolf nog eens te zien, en Wolf is al zo veel aan de beterhand dat de les op zich geen probleem meer vormde.

Merel en ik posteerden ons intussen in de Labath, zoals altijd: de antibiotica maakte me te suf en de kaak doet nog te veel pijn om te gaan rondlopen.

Toch wel trots op mijn Wolf: zijn doorzettingsvermogen en koppigheid mogen er zijn.

Toonmoment en bijhorend stadsgeloop

Kobe had vandaag voor fagot een toonmoment in ’t stad: niet in de Drabstraat, zoals de vorige keer, ook niet in de Poel zelf, maar wel op de hoek van de Ramen, in het foyer van een serviceflatgebouw. Wijs hoor!
Hij moest er een uurtje op voorhand zijn om nog even door te spelen, en intussen dronken Merel en ik een koffie op het terras van – waar anders? – de Labath er schuin tegenover. Toen Kobe moest spelen, kwam hij ons halen, en namen we onze drankjes gewoon mee.

Na zijn optredentje  brachten we de fagot opnieuw naar de auto – dat ding is loodzwaar! – en gingen een ijsje halen. Ha ja, tradities zijn er om in ere te houden.

Het was er ook ideaal weer voor, om, gezeten op het muurtje van de Graslei onder de grote paraplu die dienst deed als parasol, te genieten van zo’n ijsje.

Geef toe?

Van fagotten en caches

Kobe en ik waren al halverwege Evergem, op weg naar zijn fagotles, toen ik een berichtje binnenkreeg van zijn lerares met het juiste lokaalnummer. Ik liet Kobe terug-sms’en waar dat dan precies was, en dat bleek in de Drabstraat te zijn. Ugh, juist ja, hij had voor een keer geen les om vier uur in Evergem, maar om twintig voor vijf in Gent centrum, zodat hij kon oefenen met piano voor zijn toonmoment volgende week. Alleen…

Merel was net vandaag op schoolreis, en ging thuiskomen om half vijf. Dat zou normaal gezien netjes uitgekomen zijn met die fagotles: Kobe brengen, Merel ophalen, Kobe terug ophalen, en dat was dat. Niet dus.

We reden dan maar eventjes naar huis, lieten Renate weten dat we iets later gingen zijn, en gingen wachten aan de schoolpoort. Daar werd gemeld dat de bus in de file stond, en dat die dus ook later gingen zijn. Hmm, daar ging de toch al geforceerde timing. Geen nood, zei Els, de mama van Lieze: ik zal haar wel meepakken naar huis, kom haar dan straks bij ons ophalen. Deus ex machina, jawel, en Kobe en ik sprongen in de auto en reden naar ’t stad. Daar vonden we nog niet meteen het lokaal aangezien we in de gebouwen van de Poel stonden en wat verderop in de Drabstraat moesten zijn, maar bon: hij was er uiteindelijk en kon oefenen, terwijl ik een koffie ging drinken in de Labath. Oef.

Daarna dronk ook Kobe nog rustig een chocomelk, en reden we samen naar de Coupure om er een cache in orde te zetten.

Voor de rugby was het inmiddels te laat, en eigenlijk vonden we dat niet erg, want Wolf was intussen thuis, en dat deed extra veel deugd.

Dagje stad

Het zijn de laatste dagen van de tentoonstelling “Hello Robot” in het Design Museum, dus als we wilden gaan, moesten we dat nu doen.
Wolf werd op zijn uitdrukkelijke vraag gedropt bij een maatje in Belzele, zodat Kobe, Merel en ik vrij en vrolijk de stad in konden, en maar rekening moesten houden met één kapotte rug in plaats van twee.

We parkeerden in de Ramen, wandelden naar het museum, keken, lazen, bestudeerden en namen een selfie met R2D2. Ha ja, ge zijt nerd of ge zijt het niet :-p

Daarna gingen we een ijsje halen: traditie is nu eenmaal traditie.

We hadden nog tijd en een klein beetje energie over, en dus gingen we in de C&A twee kleedjes kopen voor Merel (voor Kobes lentefeest), zochten nog naar een mooie pull voor hem, haalden een Uitpas, keken nog rond in de H&M, de Hema, en besloten toen dat het welletjes was, en tijd voor een koffie, respectievelijk appelsap en warme chocomelk in de Labath.

Fijne dag, daar niet van, maar wel moordend voor de rug. Bon, ik heb vanavond geen plannen meer, ik blijf wel liggen dan.

Plannen

Mijn rug doet het nog steeds niet, maar ik kan er wel intens van genieten, van die gecompartimenteerde momenten. Ik moet alles dus wel veel beter plannen, maar als ik voldoende rustmomenten inplan, lukt het allemaal wel.

Gisteren, bijvoorbeeld, was het zo’n plandag. Wolf was ook gewoon thuis en dus aten we overschotjes, keken in de namiddag een film, en ik hield me gewoon rustig. Tegen half vier waren de kinderen thuis, en iets later reden Kobe, Merel en ik naar ’t stad. Net zoals vorige week had hij fagotles in de poel, maar we waren deze keer niet haastig, want er was sowieso geen rugbytraining door het paastoernooi.
Merel en ik gooiden Kobe af aan de poel, gingen parkeren, en trokken ’t stad in: ik wilde pralines kopen van bij Chocolou in de Donkersteeg, want die zijn zalig! Merel moest ermee lachen: “Ken jij die mevrouw, mama? Want die is zo sympathiek!” Enfin, na de pralines waaiden we nog de Hema binnen voor fudge en dergelijke, en toen kregen we al een berichtje van Kobe dat zijn les geen drie kwartier had geduurd, maar afgelopen was na een half uurtje. Merel en ik spoedden ons dus terug naar de Labath, waar Kobe al netjes zat te wachten, en we dus gezellig samen nog iets dronken, voor we weer naar huis reden.

Een zalige manier om de vakantie in te zetten!