Koersdutjes

Het is niet omdat u er nog niet van gehoord hebt, dat het niet bestaat: een koersdutje. Ik ken dat al heel mijn leven. Wanneer we als kind op zondag bij mijn oma waren, dan keek mijn opa naar de koers. Onveranderlijk, en naarmate de jaren vorderden, steeds luider. Wij waren dan als het ware gegijzeld, want we mochten niks zeggen tegen elkaar omdat hij dan niks zou horen, en dus trokken we ons terug in de keuken of de tuin. En jawel, steevast viel opa dan in slaap. Dan lag hij met zijn hoofd achterover, mond wijd open, te snurken. Maar o wee als je dan de tv stiller durfde zetten: dan werd hij meteen wakker en was hij boos.

Ook Jeroom, mijn lieve schoonvader, deed aan koersdutjes, meestal zo na een half uurtje of zo, wanneer ze nog wel een goeie honderd kilometer te rijden hadden en het dus niet echt kwaad kon.

De traditie wordt in ere gehouden: ook wij kijken intussen graag naar de koers, en Bart kijkt zelfs uit naar zijn koersdutje. Dan installeert hij zich in de zetel onder een dekentje met bij voorkeur het bakje van de tv op zijn onderlip. Zijn mond valt niet open, maar het lichte gesnurk is er wel. En jawel, o wee als je het geluid wat zachter zou zetten, want dan schiet hij wakker. Boos zijn is er niet bij, dat zit niet in Bart zijn aard, maar dan wordt er wel verder gekeken. En eventueel opnieuw in slaap gevallen, ja.

En ons pa, vandaag, bij de Ronde, deed ook zijn duit in het zakje. Of was het dut?

 

Jumbo Visma

Voor wie geen wielerfan is, zegt bovenstaande titel wellicht niks. Maar hier in wielergek Vlaanderen kan je er bijna niet naast kijken: de wielerploeg van onder andere Wout Van Aert, die zowat alle voorjaarskoersen heeft gedomineerd.

Toen Bart enkele weken geleden onze trip naar Lissabon aan het plannen was, gingen we oorspronkelijk van maandag tot zaterdag gaan. Waarop ik dus had gevraagd om de vrijdag al terug te keren om naar die Omen mini te gaan (die ik dus door dat rotvliegtuig heb gemist). Geen probleem, zei Bart, en boekte van de zondag tot de vrijdag. Dik in orde.

En toen stond hij hier plots als een opgewonden kind in de woonkamer te springen: hij had een uitnodiging gekregen om als VIP twee dagen mee te draaien op Parijs-Roubaix! Als in: de zaterdagavond eten in Deurne en dan met busjes naar Valenciennes om daar te overnachten. En dan ’s morgens om kwart over zes al op, ontbijt, busje in, kennismaking met het wielerteam, om dan de koers te volgen vanuit het busje. Drie keer zijn ze langs het parcours gaan staan, bij strook 22, 11 en 2. Bart mocht ook een drinkbus ophouden voor een passerende renner – hij heeft niet gezien wie het was, het was niet Van Aert – en ze hadden ook extra wielen bij, blijkbaar. Het was wel zot, vertelde hij: de renners rijden aan een gemiddelde van boven de 50, dus dat busje moest gewoon racen om op tijd aan de volgende strook te staan.

Hij was ook vol bewondering voor de professionaliteit van zo’n team, want dat gaat over de kleinste detailtjes.

En uiteraard heeft hij fijne foto’s gescoord, die ik graag meegeef.

 

En onze reis? Goh, dat werd dan van maandag tot vrijdagavond laat, voor zoiets unieks kort je dat met plezier in, toch?

Ietsje beter

Het wordt stilaan ietsje beter, met die koppijn van me. Alleen ben ik nu wel nog geregeld misselijk. Geen idee wat er precies scheelt, maar wijs is het niet.

Vandaag was gelukkig een zeer rustige dag: Bart laten slapen (want die zit met serieus veel rugpijn) en de kinderen croissants voorgezet, zelf wat rondgelummeld en was buitengehangen en dat soort onzin, nog wat geslapen, en dan in de namiddag naar de Ronde kijken. Oh jawel. Met het geluid zeer zachtjes tegen de koppijn, dat wel, maar toch: genoten van een spannende koers.

Wie had dat ooit gedacht, dat ik nog voor de lol naar de koers ging kijken? En het nog goed vinden ook?