Plets.

Nee, de rug, dat is het nog eventjes niet.

Deze morgen vertrok ik naar school, parkeerde me aan de zijkant, kroop voorzichtig uit de auto, hing mijn boekentas over een schouder, en begon voorzichtig te stappen, zwaar leunend op mijn wandelstok. Het ging eigenlijk behoorlijk vlot vooruit, en toen, plots… een gigantische pijnscheut doorheen mijn rug.

Mijn rug kon me gewoon niet meer dragen, en ik ging tegen de grond, pal op mijn knieën. En voor een keer had ik natuurlijk geen jeans aan, maar een kleedje met nylons. Schoon, daar niet van, maar ik heb de rest van de voormiddag steentjes uit mijn knie gepeuterd.

Er kwam gelukkig net een collega aan die iets uit haar auto kwam halen. Zij nam mijn boekentas over, en ik trok mezelf overeind met behulp van mijn stok. Achteraf zei ze me dat ze nog nooit iemand op zo’n rare manier had zien vallen: het was alsof er een rekker sprong, en alle rek plots uit mijn lijf was.

Zo voelt het wel aan, ja.

Bon. We zijn er nog niet, heb ik de indruk. Afspraak met de kinesist, me dunkt. ’t Is dat ne mens anders zo niks te doen heeft…

Dokters en braces

Vandaag zijn er op school deliberaties voor de derdes, en aangezien ik geen derdes heb, had ik een dagje thuis. Heerlijk, gewoon, zeker omdat de kinderen nog op school zitten.

Ik bracht hen rustig naar school, deed boodschappen, en ging lunchen in het Boneryck met mijn wederhelft, die het zelfs zag zitten om op het terras te eten. Zalig!

Hij voelde zich bij het vertrek honderd man sterk, oordeel zelf maar:

IMG_6598

Maar na het voor- en het hoofdgerecht zat een koffietje er toch niet meer in: hij wou nog even liggen thuis, voor we om drie uur in het ziekenhuis moesten zijn.

Daar is alles trouwens bijzonder efficiënt: niet langer dan vijf minuten moeten wachten. Maar dokter Schepens was formeel: Bart heeft echt wel een zwaar letsel. Zijn kruisband is afgerukt (en vastgezet aan het been door drie gaatjes te boren en daardoor te naaien, zoals bij mijn enkel is gebeurd), en die heeft op zijn beurt een stukje bot afgerukt aan de eminentia van de tibia, dat met een vijs terug is vastgezet. De knie moet bij de val volledig uit de kom zijn gegaan, want ook bij de operatie ging hij onmiddellijk weer uit de kom. De laterale gewrichtsband is ook geraakt, maar moet vanzelf genezen. Maar door het impact is ook de achterkant van het gewrichtsplateau een paar millimeter ingedeukt. Daar is hij echter af gebleven, want volgens zijn zeggen is daar de remedie erger dan de kwaal. Het moet allemaal wel goed komen, en Bart zou zelfs weer kunnen gaan lopen, met tijd en boterhammen. En een brace en kine. Véél kine.

Zijn afneembare spalk/gipsvervanger moet hij blijven gebruiken ’s nachts, omdat hij zijn been zo veel mogelijk gestrekt moet houden. Voor overdag heeft hij een nieuwe, plooibare brace nodig die zijn kruisbanden volledig ontziet. Hij mag ook voorzichtig, mét krukken, steunen op zijn been.

En Talinn? Dat raadde Schepens categoriek af. We gingen er niks aan hebben, zei hij. En naar wat ik vanmiddag na de lunch heb gezien, kan ik er wel inkomen, ja. Bart zou het nooit een ganse dag volhouden, zelfs niet in een rolstoel. Maar het is wel absoluut niet leuk, natuurlijk. Volgend jaar misschien beter…

Enfin, wij nog naar de De Pintelaan om een brace. Morgen moet ik de hele dag werken, woensdag is Bart zowat de hele dag weg, en het zou anders ten vroegste donderdag zijn. Goh ja, de kinderen konden wel eventjes zonder ons, ze zijn groot genoeg intussen. Maar we hadden helaas niet op het verkeer gerekend, zodat we eigenlijk meer dan een uur weg waren om die brace.

Maar ze hadden zich thuis al lang zelf van een ijsje voorzien, hun boekentassen geleegd, en in het zwembadje wat afgekoeld, en ze zaten rustig naar tv te kijken toen wij thuis kwamen.

Gotta love those kids of mine!

Operatie

We moesten rond half een in het ziekenhuis zijn, vandaag. Bart uiteraard nuchter, ik had nog snel iets gegeten hier thuis. De kinderen zaten op school, zoals elke vrijdag, en ik moest gelukkig vandaag geen examens afnemen.

Bart stond op de lijst om om twee uur geopereerd te worden, maar kwart over drie ben ik naar huis gegaan om de kinderen op te vangen van school, terwijl Bart nog steeds aan het wachten was in zijn kamer. Tsja.

Uiteindelijk is hij rond vier uur naar de operatiezaal gebracht, en tegen half acht heb ik even gebeld naar het ziekenhuis: hij was net wakker, maar nog op post-op. De dokter had hij nog niet gezien, maar we gaan er van uit dat alles in orde is. Hij heeft gelukkig geen gips, wel een soortement brace, een vouwding dat hij niet zelf mag afdoen, maar dat wel los kan. En daaronder simpele plakkers op de wondes.

We zien morgen wel weer verder, meer details wellicht ook.

Poeh. Dat is gelukkig ook weer achter de rug.

Knieperikelen

IJs, kinegel en wat rust ging voldoende zijn voor de zere knie, dachten zowel Wolf als ik.

Niet dus.

Deze morgen kon hij nauwelijks stappen, het dutske. Toen ik hem sommeerde niet flauw te doen, dat het wellicht enkel wat stijf was, en dat hij eens moest proberen normaal te stappen in plaats van te manken, keek hij me met grote bange ogen aan, voldeed aan het verzoek, en begon prompt te huilen van de pijn.
Juist ja.

Geen rugbykamp meer dus voor hem, maar wel dokter. Ik belde naar mijn vaste knie- en-andere-gewrichtenspecialist, ook wel gekend als orthopedist, ook wel gekend als Wouter Van den Broecke, en die wilde er ons tijdens zijn spreekuur vanavond wel nog tussen pakken. Oef.

Het verdict: niks arterieels, niks gebroken, niks aan zijn knieschijf, maar wellicht de laterale gewrichtsband die uitgerokken is. Hij wilde echter zekerheid, en stuurt ons daarom morgen naar de radioloog voor een echo.

Voorlopig moet Wolf het doen met ijs, kinegel, en een paar krukken. Al een chance dat ik dat standaard in huis heb, zeker