Ne Patrick

Ik wens iedereen uit de grond van mijn hart ne Patrick toe. Patrick is namelijk een crème van een klusjesman uit Aalst. We hadden hier in huis al een tijdje een hoop klusjes die ik zelf niet meer kan – lang leve de kapotte rug – en die dus maar niet opgelost geraakten.

Nu heeft Bart dus een klusjesman gevonden, na een heuse zoektocht, en het is een verademing. Patrick is vooral een bijzonder praktisch iemand die voor alles een oplossing zoekt en die echt ook wel van alle markten – mérten – thuis is.

Hij was hier al eerder geweest met ons waterprobleem, had al een put uitgegraven en het probleem van de watertoevoer opgelost, en verder zowat alle klusjes uitgevoerd.

Voor het eerst sinds we hier wonen – en dat is 23 jaar – hebben we nu toiletdeuren die sluiten. Als in: met klinken die werken en een slot dat dichtvalt. Echt. En sleept de deur naar de berging niet meer, hangt de afgebroken kastdeur weer op zijn plaats, hangen de klinken vast, zijn de kapotte ventilatortjes in de WC’s weggehaald, is er een afdichtlatje tussen vloer en laminaat in mijn naaikamer, zit het buitenstopcontact weer vast, en vooral: is de schuifdeur naar de berging gerepareerd, zodat ze weer open kan en vooral ook dicht blijft. Vooral dat laatste is iets waar we ongelofelijk veel deugd van hebben.

Ook de put in de garage is intussen dicht en alweer helemaal betegeld – ik had nog overschot van de originele tegels op zolder, geërfd van de vorige eigenaars – en ook het ontbrekende tegeltje rond het afloopputje, dat de aannemer bij de verbouwingen nooit had afgewerkt, is nu perfect effen.

Volgende week komt hij terug om al de rest op te lossen.

Echt. Ik wens iedereen een Patrick toe. Van ganser harte.

In de put

’t Is een bezigheid als een ander, zo blijkt.

Begin juni was iemand van Farys de watermeter komen opmeten, en die had eraan toegevoegd dat we blijkbaar geen terugslagklep hebben en dat dat verplicht is, en dat we dat binnen de twee maanden in orde moesten laten zetten. Allez ja bon.

We hadden nu net een klusjesman in gang gezet, de Patrick, en die ging dat eens bekijken met een echte loodgieter. Eergisteren stond die hier, keek naar onze put van een meter diep – I kid you not – waarin de watermeter en de hoofdkraan op de bodem zaten, ging plat op zijn buik liggen, prutste wat, en verklaarde toen dat de hoofdkraan volledig toegeroest was, dat hij er al aan proberen draaien had met een tang, maar dat hij schrik had dat de boel ging breken en dan zaten we met de gebakken peren. Enfin, met overstroming, eigenlijk. Eerst moest Farys de kraan komen vervangen, want dit ging gewoon niet.

Euh. Ja dan zeker?

Meteen Farys gebeld, en die gingen vandaag al meteen iemand langs sturen om de hoofdkraan te vervangen, en meteen ook de aftandse, geroeste watermeter uit 1985. Bon, ene Koen kwam, ging plat op zijn buik liggen, stelde vast dat hij nét, maar nét aan de hoofdkraan kon, maar dat de flexibel volledig verstorven was, de kraan te verroest, en dat de put belange niet groot genoeg was om eigenlijk deftig te kunnen werken. Want als hij het zou proberen en het lukte niet of die flexibel brak, dan zaten we met de gebakken peren. Enfin, zonder water. Want hij kon natuurlijk wel de dienstkraan, aka. de aansluiting in het voetpad dichtzetten. Die mens was echt wel van goeie wil, maar ik zag ook dat het nu niet bepaald vlot ging werken.

Slotsom: de put moet verbreed worden tot een werkbare breedte, en dan gingen ze wel zien. Dus eerst weer Farys die op afspraak de dienstkraan komt dichtzetten, dan de klusjesman en loodgieter die de put komen uitgraven en nieuwe flexibels steken en de verroeste stukken aan onze kant komen weghalen, daarna de mannen van Farys die een nieuwe kraan komen steken en een nieuwe meter – met wat geluk bovengronds – en dan de klusjesman die opnieuw de boel komt afwerken.

’t Zal een kwestie van plannen worden, vrees ik.