Eén namiddagje Gentse Feesten

Ja, meer hoefde voor ons echt niet. De Gentse Feesten waren gewoon te druk. Te warm. Te veel mensen. Gewoon… te.

Ik had er al geen zin in om ’s avonds te gaan, ook al waren er een paar dingen die ik wel wilde zien. Ik had eigenlijk ook meer naar MiraMiro willen gaan, en naar het Puppetbuskers festival, maar ook daar kon ik me niet voor samenrapen. En daarbij, het was ook wel pokkewarm.

Maar vandaag gingen Merel en ik alsnog de fiets op rond een uur of drie, zodat we mooi op tijd waren voor de voorstelling van vier uur in het Augustijnenklooster. De voorstelling van Compagnia To Mateixa was… poëtisch en mooi, maar had eigenlijk weinig tot geen inhoud. Het deed zeer steampunkig aan met klokpoppen en dergelijke. Het heette misschien wel Cabineta de Curiosidades, het was meer een circus waarbij een oudere pop goocheltrucs deed, een andere pop koorddanste en een reeks klokhoofdjes zowaar de cancan dansten. Veel vaart zat er niet in, maar het was wel mooi om naar te kijken.

We hadden er honger van gekregen en vooral Merel genoot van de gigantische ijscoupe die ze kreeg, kijk maar naar de foto van de dag.

Er liep trouwens een knappe tentoonstelling van quiltkunstwerken – ja, ik kan het niet anders noemen – waar we nog even een kijkje gaan zijn nemen.

Daarna hebben we nog wat rondgelopen, even stilgestaan bij het GEJO straatorkestje – Kobe zit op scoutskamp want anders was hij er ook wel geweest – en bij een knappe poppenspeelster, maar tegen zeven uur was ons beider pijp uit. Ja, Camille speelde om 20.00 uur maar dat zagen we niet meer zitten: te moe, te warm, te druk.

Wij dus terug naar huis gefietst met de nodige buit van de Hema, en dat was dat.

Nee, de Gentse Feesten: heel jammer, maar niet meer voor ons.

Dagje Wolf

’t Is niet dat we hem de voorbije dagen niet gehoord hadden via telefoon of Facetime, maar toch, Wolf werd hier keihard gemist, en eindelijk, eindelijk mochten we naar hem toe.
Opa stond hier netjes om 11.00 uur klaar, alleman werd de auto ingeladen, en we reden naar De Haan. Enfin, eerst naar Vlissegem – dat er vlak voor ligt en er een gehucht van is – om daar iets te eten. Kok sur Mer, het is er dik in orde, moet ik toegeven.

Exact om half twee liepen we het terrein van het Zeepreventorium op, de speelplaats over, langs de school, verder langs het pad richting Wolfs paviljoen.

Binnen kwam hij ons tegemoet, en ik nam nog snel een fotootje van de leefruimte en dan ook zijn kamer en het uitzicht uit zijn venster en zo, kwestie van vooral Omaly op de hoogte te houden :-p

We liepen even terug naar de auto om wat strandgerief op te halen, en liepen dan via de tunnel – die uitzonderlijk open was – naar het strand, om dan verder te wandelen over het zand tot aan De Haan zelf. Daar ploften we ons neer, begonnen de kinderen een kasteel te maken, en deden de volwassenen beurtelings een tukje.

Daarna moest er uiteraard een vieruurtje gegeten worden, in casu een pannenkoek, een ijscoupe – Wolf heeft er zich bijna buikpijn aan gegeten – en zo’n meringue voor ons pa en mij. Ons pa had gesnoven toen hij las dat ik de mijne de vorige keer nauwelijks op kon: “Ik zou daar niet veel spel van maken ze!”. Awel, hij heeft stukken uitgedeeld aan zijn kleinkinderen, en had er dan nog moeite mee. Ja man…

Daarna wandelden we rustig over een stukje dijk en een duinenpad terug naar het Preventorium.

En toen moesten we afscheid nemen, en hadden vooral de twee kleintjes het lastig. Hun grote broer is hun held, weet je wel…

Enfin, we hadden een prachtige dag, en we kijken keihard uit naar zaterdag, wanneer we hem mogen ophalen voor een lang weekend.