Alweer een hectische, maar mooie dag.

Hij begon gelukkig niet al te vroeg. ’t Is te zeggen: om zeven uur stonden we op, zoals altijd, maar ik had rustig de tijd om de kinderen naar school te brengen, want de klassenraden startten maar om 10.00u vandaag. Ik kon na mijn klassen nog net snel naar huis om te eten, en trok na een kwartier alweer richting school, om de hele muzikale omlijsting van de proclamatie eens door te nemen op het podium zelf, en dus ook de techniek af te stellen. De geleende piano liet nogal wat te wensen over, maar bon, het moest maar. Toch zijn we ook nog weer even bij die ene leerling thuis gaan oefenen, en het klinkt intussen echt wel zoals het moet. Best, want de proclamatie was ’s avonds al.

Ik had – ik geef het toe – iets te veel hooi op mijn vork genomen: ik doe zoals elk jaar de muzikale omlijsting, en dat betekent dat ik zorg dat alle attributen op het juiste moment op het podium staan, en dat de leerlingen precies weten wat ze moeten doen. Tegelijk had ik dit jaar alle foto’s te nemen. Vorig jaar deed ik dat ook wel, maar geheel vrijblijvend. Dit jaar moest ik klasfoto’s nemen, en daarnaast ook nog een foto van elke leerling die een speciale prijs kreeg, plus uiteraard sfeerfoto’s van de ganse proclamatie en alle sprekers. En dat terwijl ik aan geen kanten een fotograaf ben, ik heb alleen een haalbaar toestel en ik doe het wel graag. Het is eigenlijk langzamerhand tijd dat ik ergens een cursus volg… Daarbij had ik net voor de proclamatie een houten bankje op mijn voet laten vallen, en dat deed eigenlijk gemeen pijn. Enfin, de bewuste foto’s zijn hier te vinden.

Na afloop help ik doorgaans de leerlingen met al hun spullen, maar deze keer kreeg ik de vraag of ik professor Vermeersch, die de promotor was van deze promovendi en dus de laudatio had uitgesproken, even wilde begeleiden naar de eetzaal. Ik raakte in gesprek met hem, en man, die mens heeft mijn mond doen openvallen. Naast moraalfilosoof is hij ook classicus, en dus begon ik een gesprek met hem daarover. Hij vroeg welke auteurs wij geven in Latijn en Grieks, e, begon prompt ganse stukken Latijn te citeren, meer dan ik zelf kan. Maar daarnaast begon hij ook in het Grieks, en declameerde even de intro van de Antigone. En schakelde daarna vlot over op het Dorisch, een dialect waarvan ik me nog met moeite het bestaan herinnerde. Hij legde uit dat hij namelijk lang het vak Griekse Wetenschap van de Oudheid (of zoiets) had gedoceerd, maar dat dat daarna niet meer werd gegeven, omdat je nu eenmaal zowel Grieks als wetenschappen op je palmares moest staan hebben. Hij vertelde dat hij vooral Archimedes en Euclides in het Grieks gegeven had, en begon prompt ganse stukken op te dreunen. Ik herkende het als zijnde Grieks, maar daar hield het echt mee op. En die mens is tachtig. Tachtig! Wow… Ik moest helaas gaan opruimen en heb hem ‘doorgeschoven’ naar mijn directie, maar serieus, ik wou dat ik maar een fractie van ’s mans brein had…

Aansluitend was er een lange receptie waar met zodanig veel hapjes werd rondgegaan, dat ik eigenlijk gewoon te veel gegeten heb. Ik eindigde buiten op een bankje tussen een aantal van mijn zesdes, en die overtuigden me om mee te gaan naar I love Summer, een grote fuif in het lokale jeugdhuis ’t Choseken. Ik ben snel naar huis gereden om een jeans aan te trekken in plaats van mijn diep uitgesneden kleedje, en ben nog mee op de lappen geweest.

Ik heb me echt wel goed geamuseerd, en vooral: ik werd bekeken als een tropische vis in een aquarium bliekjes. Niet dat ik er de oudste was, maar ongeveer driekwart van het publiek was leerling of oudleerling, en een leerkracht op zo’n fuif, da’s blijkbaar iets bijzonders. Een van de vijfdes die blijkbaar al wel wat op had, zag me en gaf me spontaan een knuffel. Waarop een andere vijfdejaars wat later naar me toe kwam: “Ey, mevrouw, ’t schijnt dat wij u mogen knuffelen?” Ik schoot in de lach en knikte bevestigend, waarop ik alweer stevig geknuffeld werd. Ik ben benieuwd naar hun reacties dinsdag op school :-p Maar ook van de oudleerlingen zijn er een pak naar me toegekomen: “Oh, zo wijs dat gij hier zijt, mevrouw! Hoe is ’t?” Ik voelde me in elk geval niet onwelkom, alleen een beetje onwennig bij momenten. En ik heb ook wel stevig staan dansen. Ik ging amper een uurtje blijven, maar het was toch wel drie uur voor ik thuis was. Enfin, na achttien jaar afwezigheid nog eens op een jeugdhuisfuif, het moet wel eens kunnen :-p