Wafeltjes

Enkele jaren geleden kreeg ik van Edwin, een medelarper, een speciaal soort wafelijzertje: eentje om zelf ijshoorntjes mee te maken, of als je ze niet oprolt: ongelofelijk lekkere dunne wafeltjes.

Het deeg is blijkbaar op vijf minuten gemaakt, het bakken duurt wel wat langer, maar Kobe was razend enthousiast over die wafeltjes en nam het bakken over. Ik heb wel zelf de eerste hoorntjes gerold met de roltuut – don’t ask – want daar heb je vuurvaste handen voor nodig. Je hebt namelijk zo’n 15 seconden voordat het stofslappe wafeltje afkoelt en keihard wordt, en in die tijd moet je het gloeiend hete wafeltje over de kegel draperen. Dat was dus geen werkje voor Kobe, de rest van de wafeltjes wel.

Die wafeltjes zijn wel gigantisch lekker, beter dan wat je in de winkel kan kopen, en Kobe wil die wel vaker maken: hij zit tijdens het bakken dan youtubefilmpjes te kijken.

Of zoals hij het samenvatte: “Zeg mama! Waarom wisten wij van het bestaan van dat machientje niet af, en waarom heb je dat niet veel eerder gebruikt??”

Tsja.