Lectuur: “Gemini” (The House of Niccolò #8) van Dorothy Dunnet

Het laatste boek van de reeks, en allemaal rond de 800 bladzijden, en het spijt me nog dat het gedaan is.

Nicholas zit nu weer zowat het hele boek in Schotland en probeert daar eindelijk een deftig gezinsleven op te bouwen. Alleen is er nog steeds zijn grootvader Jordan die hem het leven probeert zuur te maken, en David Simpson, ook een van zijn standaard vijanden. Tegelijkertijd is er een sterk politieke inslag deze keer, met alles wat er gaande is aan het Schotse hof. Maar er zijn vooral ook nog een reeks andere ontknopingen, en ik had sterk het gevoel dat ik eigenlijk de hele reeks nog eens wil herlezen. Aan de andere kant: er zijn zoveel goeie boeken, en ik wil eigenlijk de Malazan reeks ook eens herlezen, en…

Op het einde komt er wel een mooie link naar de Lymond Chronicles, en die heb ik eigenlijk nog liever gelezen. Zoals een andere lezer op Goodreads het ook zei: Lymond bleef in mijn hoofd hangen, ook al was ik niet aan het lezen, terwijl ik me niet zo kon inleven in het personage van Nicholas. Dat neemt niet weg dat het steengoeie boeken blijven en dat je niet anders kan dan bewondering hebben voor de schrijfster.

Is het een aanrader? Jazeker, maar zorg dat je er tijd voor vrijmaakt, want het is al gauw rond de 6000 bladzijden…

Lectuur: “To Lie with Lions” (The House of Niccolò #6) van Dorothy Dunnet

Na het intermezzo van The Broken Earth Trilogy en een klassieker en een lectuurlijstboek ben ik toch weer teruggegaan naar The House of Niccolo van Dorothy Dunnet. Die boeken zijn een stevige tijdsinvestering, maar zo goed…

Was het vijfde boek uit de reeks een overgangsboek dat “maar” vier sterren kreeg van mij, dan ga ik hier voluit weer voor de vijf sterren. Wat. Een. Intrige! Wat. Een. Spanning!

Nicholas bevindt zich opnieuw in Schotland, waar hij ook zijn jonge zoontje én zijn vrouw heeft geïnstalleerd. Gelis vindt het niet fijn, maar heeft geen keuze. Alleen blijkt het Schotse hof niet voldoende voor Nicholas: hij trekt naar IJsland met alle gevaren en problemen van dien, een paar prachtige beschrijvingen en een bloedstollend avontuur. Echt, je waant je in het landschap en je leeft bijzonder intens mee. Dunnet op haar best!

Het spel tussen Nicholas en Gelis gaat ook verder, op soms behoorlijk boosaardige wijze, en waar het me de vorige keer nog irriteerde, wordt het hier gewoon intrigerend. Het is ook onvoorstelbaar hoe ver Nicholas gaat en hoe meedogenloos hij kan zijn in het bereiken van zijn doelen.

Het enige jammere is dat Nicholas blijkbaar een wonderkind is dat in bijna niks niet de beste is: hij spreekt talloze talen, kan vechten en paardrijden als de beste, tekent prachtig, zingt op goddelijke wijze, en dan spreken we nog niet over zijn bovennatuurlijk talent met cijfers. Soms werkt dat wel eens op de zenuwen, ja.

Maar verder? Niks dan lof voor deze reeks. Echt.

 

Lectuur: “Scales of Gold” (The House of Niccolò #4) van Dorothy Dunnet

Boek vier in de reeks, en Dunnet slaagt er opnieuw in het hoge niveau van het vorige boek aan te houden. Net zoals bij The Lymond Chronicles speelt elk boek zich op een andere plaats af.

In boek 1 ontpopt Claes zich tot Nicholas en legt hij de funderingen van The House of Niccolò in Brugge en Firenze. In boek 2 zit hij in de oosterse sferen van Trebizond, boek 3 speelt zich af op Rhodos en vooral Cyprus.

Boek vier neemt Nicholas mee naar Afrika, en meer bepaald via de westkust naar Timboektoe. Het is eigenlijk zijn bedoeling om via het westen een route te vinden naar Ethiopië, maar dat kost hem bijna zijn leven. Nu, dat leven is wel meermaals in gevaar, soms door inheemse stammen, soms door zijn aartsrivaal in de Afrikaanse wateren.
En dan is er nog steeds zijn vader Simon de St. Pol die hem, nu ja, niet genegen is.

Nicholas komt meerdere malen in gevaar, moet herstellen in Timboektoe en blijft daar dan ook meerdere maanden alleen achter, bij zijn vriend Loppe, aka. Umar. Hij is er in goede handen, maar doet vooral aan introspectie.
Op die manier is hij een veranderd man wanneer hij uiteindelijk terug in Brugge aankomt. Is dat ten goede of ten kwade? Dat kom je in dit boek niet echt te weten.
Maar dat zijn persoonlijke leven een heel nieuwe wending neemt, dat is bijzonder duidelijk op het einde van het boek. Ik ben benieuwd hoe hij daarop zal reageren, en dus, ja, een cliffhanger voor het volgende boek.

Het zijn steengoeie boeken, meesterlijk geschreven, en toch… toch… Intussen weet ik wat het probleem is: Nicholas is niet sympathiek. Je leeft niet met hem noch met een van de andere personages echt mee. In The Lymond Chronicles leefde je echt mee met Crawford, hoe leep en geslepen en moordlustig die soms ook was. En er was ook altijd Jerott, of Philippa, die je niet anders dan sympathiek kón vinden.

Maar dit, dit ontbreekt hier. Misschien dat het nog komt, maar na een dikke 2500 bladzijden is het er alvast nog steeds niet.

 

Lectuur: “Het tij hoog, de maan blauw” van Jolien Jantzing

Een tijdje geleden bladerde ik door de Standaard der Letteren – ik krijg die wekelijks van ons pa – toen mijn oog viel op een Nederlandstalig boek, meer bepaald een historische roman over Adrien de Gerlache en zijn Antarcticareis met de Belgica, en parallel het verhaal van Léonie Osterrieth, zijn Antwerpse geldschieter.

Geïntrigeerd las ik de bespreking en besloot om ook effectief het boek te lezen. Het leunt namelijk helemaal aan bij de larp Aether die ik beginnen spelen ben: steampunk in een interbellumwereld, waarbij mijn vorige personage zich begaf in salons en geld probeerde in te zamelen voor, jawel, een poolexpeditie.

Eigenlijk is het hoofdpersonage niet eens de Gerlache, maar wel de rijke weduwe Léonie. Ze omringt zich met kunstenaars, avonturiers en andere interessante personen in de salons die ze geeft in haar stadspaleis op de Meir. Daar leert ze dus ook Adrien de Gerlache kennen, de veel jongere ambitieuze poolreiziger. Er bloeit een innige vriendschap tussen de twee, waarbij het vooral voor Léonie jammer is dat hij qua leeftijd haar zoon zou kunnen zijn.

Na veel moeite en gelobby vertrekt de Belgica, en Léonie droomt ervan om mee aan boord te zijn, wat voor een dame van haar leeftijd en in haar positie totaal onmogelijk is. Maar dan stoppen de brieven… Wat gebeurt er met de Belgica? Waarom blijft het schip zo lang weg?

De expeditie van de Belgica was me niet onbekend, en ook de naam Roald Amundsen zal bij velen wellicht een belletje doen rinkelen. Jantzing heeft zich dan ook in allerlei bronnen verdiept, waaronder niet in het minst de correspondentie van Osterrieth met de Gerlache en daar een mooi boek uit gepuurd.
Naar mijn mening geeft het boek echt wel goed de sfeer van de Antwerpse salons weer, maar ook de bittere armoede die er bij de gewone bevolking heerste. Daarnaast krijg je, volgens Jantzing zelf toch, een accuraat beeld van de expeditie, gebaseerd op alweer de brieven van de Gerlache maar ook het dagboek van Amundsen.

Het dompelde me meteen onder in de Aethersfeer en dat had ik wel eens nodig, ja, aangezien we nu al een jaar zonder larps zitten… En daarnaast is het ook gewoon goed en vlot geschreven.

Oh, en geef toe: die boekomslag is toch om van te snoepen?

Ganda

Gisterenavond stond plots Dirk Willaert hier. Ik ken hem van de VZW Legia, een forum voor experimentele archeologie, vooral dan in het Gentse. Dirk is, naast enthousiast amateur-archeoloog, ook schrijver geworden, en meer bepaald van de Ganda-reeks. Hij weet zeer veel over Gent in de brons- en ijzertijd en ten tijde van de Romeinse overheersing, maar wou niet het zoveelste droge geschiedeniswerk schrijven.

16266337_1136478969813962_4879858608379117267_n

Daarom is hij aan een ganse reeks historische romans begonnen, onder de naam Ganda. Het eerste boek luistert naar de naam “Iunagos”, en het tweede heet “Volk van de Adelaar”. Dat laatste verwijst uiteraard naar de Romeinen, maar dan vanuit het standpunt van de lokale bevolking. De Romeinen zijn wel degelijk de agressors, de overheersers, de onderdrukkers die ze ook echt waren, maar waarover Julius Caesar schitterende propaganda heeft geschreven in het voordeel van de Romeinen.

Dirk had hiervoor af en toe eens een frase nodig in het Latijn, en daarvoor kwam hij bij mij terecht. Ik hielp hem met veel plezier, zonder enige moeite. Het was er echter nog steeds niet van gekomen om de boeken te lezen, en toen ik er toevallig op uit kwam dat hij een wedstrijd houdt waarbij je de twee boeken kan winnen, dacht ik: “Ik doe eens mee”. Dirk zag dat passeren, en was verwonderd: hij had me het tweede boek opgestuurd, maar dat was hier blijkbaar nooit aangekomen. En toen dacht hij: “Ik kom ze gewoon binnensteken zeg!”

Pas toen hij weer weg was, zag ik dat hij in elk boek een fijne dedicatie had geschreven, en dat ik in het tweede boek zelfs in het dankwoord vermeld sta! Môh! Dat was echt niet nodig, maar wel een leuke verrassing.

Zijn ze goed? Geen idee, ik moet ze nog beginnen lezen, maar ga eerst de Malazanreeks waar ik al een behoorlijk tijdje in bezig ben (11.000 + bladzijden) uitlezen. Maar het gaat over Gent in de tijd van de Romeinen, en de boeken krijgen goede kritieken, dus ik ben er vrij gerust in.

Ze zijn ook geschikt voor een jeugdpubliek, want eigenlijk zijn het een soort van coming-of-age romans, en als ik ze goed vind, ga ik ze alvast aanraden voor onze schoolbibliotheek. Kan maar interessant zijn!

Enfin, wil u ze zelf ook als cadeautje geven – ideale periode – dan kan je in de boekhandel terecht of op Dirks site, en wel hier. Of doe mee met zijn wedstrijd, nog tot 30 december. En weet me dan vooral te zeggen wat je van de boek vond. Ik zal hier nog een bespreking zetten, van zodra ik ze gelezen heb.