Nog meer kappers

Ook al had ik niet echt last van een coronocoupe, de rest van de huisgenoten, goh, toch wel een beetje, zou je kunnen zeggen met enig gevoel van understatement.

Barts haar had ik tussendoor al zelf eens moeten doen met de tondeuze, maar toen de kappers weer open gingen, was hij bij de eersten om alsnog langs te gaan en zowel haar als baard eens grondig te laten verzorgen. Het was nodig.

Wolf had zijn haar tussendoor laten aanpakken door Arwen, met goed gevolg. Maar blijkbaar wou ze dat geen tweede keer – het had drie kwartier geduurd en ze was dood van de schrik iets verkeerds te doen – en dus liep hij met een nogal lang gordijn voor zijn ogen. Hij mocht gelukkig vandaag langsgaan, niet bij de Turkse kapper hier wat verderop – daar was hij echt niet gelukkig met de verkregen snit de vorige keer – maar bij de Keratos. Duurder, maar wel dik in orde.

Kobe was dinsdag al geweest, tot mijn grote vreugde. Die heeft heel veel, heel dik en blijkbaar ook heel snelgroeiend haar, waardoor hij langzamerhand op een kruising leek tussen Samson en zo’n Vileda dweilsysteem. Echt.

Hij kwam terug met een korter, fris kopje, wellicht effectief een halve kilo lichter, en hij zag er meteen ook een stuk ouder uit: niet meer het kleine jongetje, maar echt op weg naar een man. Hij is intussen even groot als Wolf en echt aan het veranderen. Hij is nog steeds aan het groeien, nog net niet zo groot als Wolf, maar hij zal hem wel voorbij steken. Alleen is hij nog vooral lange armen en benen, in de breedte is er nog werk aan.

Yup.

Mijn kinderen worden groot. Maar gelukkig wel met deftig haar, intussen.