Zonnige zaterdag

Wolf had vandaag om drie uur match, maar moest al op de club zijn om half twee. Ik kon uiteraard een paar keer heen en weer rijden, maar in dit zalige weer is het veel leuker om zelf te gaan rondlopen en te genieten van de zon!

Ik reed dus van de Blaarmeersen door naar het centrum van Sint-Denijs-Westrem dat tegenwoordig ook over een labcache beschikt. Ik reed dus rond, wandelde stukjes en vond vijf fijne Westremse gebouwen.

En toen moest ik dringend naar het toilet, waaide een fijn cafeetje binnen, dronk er zelfs nog een latte met alles erop en eraan voor amper 2.40 euro en loste de bonus op. Die bleek verdwenen maar mocht ik achteraf toch nog loggen. En toen stond ik, met nog een cache langs de baan, tegen twintig over drie op het rugbyplein waar het echt goed opging tegen Luik. Alleen hadden ze op het einde het geluk een beetje tegen, zodat ze nipt verloren. Ik was het eigenlijk niet van plan, maar ik ben gans de wedstrijd blijven kijken, gewoon omdat het zo mooi rugby was. Ze hebben echt goed gespeeld.

Toen ben ik maar naar huis gereden en heb tegen half zeven Wolf alsnog opgehaald. Ik was heerlijk ontspannen en heerlijk uitgewaaid, en ik heb vooral intens genoten van de zon op mijn snoet.

Rondje Blaarmeersen met rugbymatch als dessertje

Deze namiddag moest Wolf om kwart voor twee aan de Blaarmeersen zijn: zijn eerste rugbymatch in, goh, jaren. Het was stralend weer, geen beetje koud, de match begon maar om drie uur: ideaal voor mij om even rond de vijver te wandelen en een cacheke aan de overkant te zoeken.

Wel, ik heb intens, maar intens genoten. De cache heb ik niet gevonden, maar ik ben wel lekker in een boom geklauterd en ik heb prachtige herfstfoto’s genomen.

Helemaal uitgewaaid was ik net op tijd voor de match. Ik was eigenlijk niet van plan te blijven, maar het was mooi om zien, het was heel erg lang geleden, en ik zat op mijn gemak. Wolf heeft enkel de laatste tien minuten gespeeld – hij was dan ook invaller, heeft nog niet echt veel getraind – maar kreeg wel complimenten van medespelers en trainer. Goed zo!

En toen ging ik nog even boodschappen doen in de Delhaize daar vlakbij, terwijl Wolf rustig kon douchen en nog iets drinken.

Best wel trots op mijn oudste.

Luxemburg stad

Nee, ik ben niet zelf naar Luxemburg gegaan vandaag, die eer laat ik aan Wolf. Die had namelijk de eerste competitiematch waar hij zich klaar voor voelde. Dat hij dan maar twee keer drieëneenhalf uur op de bus moest, dat nam hij er met plezier bij.

Al bij al was hij twaalf uur onderweg voor een match van 80 minuten, maar hij zag er zichtbaar tevreden uit. Hij had een goeie match gespeeld, zei hij, 80 minuten op het veld gestaan in de positie van flanker, nr. 7. Hij is misschien niet zwaar genoeg voor het pack, maar aan de andere kant is hij sterk en vooral zeer wendbaar. In het begin, vertelde hij, durfde hij niet zo goed: probeer maar eens een kerel van bijna 2 meter te tackelen! De vorige match die hij speelde, leverde hem na 20 minuten een zwaar verstuikte voet op, je zou van minder bang zijn. Maar na een tijdje verdween zijn angst en is hij er vol voor gegaan. Het heeft hem schouderklopjes van de rest van het team – de meesten een jaar ouder en meer ervaring, want Wolf heeft door blessures al heel veel gemist – opgeleverd en de terugrit heeft hem dan ook vrienden bezorgd.

Ik vermoed dat hij dat een beetje nodig had: na alle rug- en rugbyperikelen was zijn zelfzekerheid een beetje weg. Maar bon, hij is terug, hij speelt vol overgave en hij doet dat niet slecht.

Een bespreking van de match is trouwens hier te vinden, in het Luxemburgse nieuws.

Rugbydinges

Yup, aangezien Wolf opnieuw rugby speelt, moet ik ook opnieuw grubs doen, taakjes binnen de club waardoor ze het lidgeld laag kunnen houden. Want geef toe, 150 euro voor een jaar, mét zware verzekering en licentie inbegrepen, dat is niet zo veel. Een deel van het nodige geld halen ze van de bar, die door vrijwilligers wordt gerund. En dus had ik vrijdag nog eens barshift. Merel ging mee om te helpen, want ik weet op voorhand niet of mijn rug het zal houden.

De zonsondergang was prachtig en ik vond het een beetje jammer dat ik niet kon gaan wandelen, maar bon. Merel had trouwens een pracht van een boterhamdoos voor ons gemaakt.

Ik serveerde drank, tapte pinten, sloot een nieuw vat aan, en mijn compagnon vulde de frigo’s en deed zowat alles mee, maar ik was toch blij toen het acht uur was en ik terug naar huis kon, gaan liggen.

En Wolf, die speelde rugby en genoot ervan.

Paastoernooi, toch heel even

’t Was ne zodanig koude Pasen, dat we echt geen zin hadden om voor de middag nog iets te doen. Zo’n uitslaap- en nietsdoenzondag, weetjewel.

Na de middag hebben we ons nochtans opgepakt, en zijn de kinderen en ik even tot aan het rugbypaastoernooi gegaan. Ik had Wolf wel op voorhand beloofd dat we zo lang gingen blijven als hij zag zitten, en als dat maar een half uurtje was, so be it.

We hebben even naar een 7s dames België-Nederland gekeken, en zijn dan nog even gaan kijken hoe onze eigen U16 het deed tegen een andere ploeg. Hun eerste overwinning van het toernooi, zo blijkt. Daarna wandelden we terug naar de hoofdterreinen, stond ik nog even te praten met mannen van de oude garde, en toen liet Wolf weten dat het echt wel genoeg was.

Een half uurtje. Dat is wat mijn dappere veertienjarige aankan, helaas. En geloof me, hij heeft zich daarvoor echt geforceerd.

Mijn hart bloedt voor mijn zoon, echt waar.

Mechelen en omstreken

Kobe moest vandaag tornooi spelen in Mechelen, en ik besloot mee te gaan met hem. Auto’s genoeg, dus het was gewoon wij tweetjes in de auto. Ik vond dat niet erg, want ik vind dat ik te weinig Kobetijd heb. Met Merel ga ik regelmatig wandelen of picknicken aan de Blaarmeersen, en met Wolf ga ik naar de muziekles of geocachen, of praten we in de auto. Maar Kobe, die valt er zo’n beetje vantussen.

Kobetijd dus. We kletsten heerlijk in de auto, en rond negen uur waren we aan het rugbyterrein. Ik gooide hem af bij zijn trainers, en vond dat ik toen niet zomaar een uurtje ging wachten, maar dat ik beter kon cachen in de omgeving. Aangezien ik nog een moeilijke Travel Bug bij had, reed ik naar het perfecte Travel Bug Hotel in de buurt, waar ik wel nog eventjes moest zoeken. Ik genoot echter zodanig van het landschap, dat ik dat eigenlijk helemaal niet erg vond.

IMG_2877

Ik reed wat verder, vond een ronduit prachtige Rondje Vlaanderen cache in Zemst, en begon toen aan een ronde Grimm: 25 caches met sprookjesnamen. Ik heb er maar een paar van gedaan, want tegen dat ik terug bij Kobe was, was het al na elven, en heb ik hem maar één matchke meer zien spelen. Tsja.

Bart was intussen met de andere twee in Gent iets gaan eten, dus keken wij even om daar in Hombeek iets te eten. De eerste aanrader, Achille, bleek dicht. De tweede aanrader, De Neus, ook. Op aanraden van Peter Nyffels, een vriend van lang geleden die wat verderop in Boortmeerbeek woont en bij wie we aansluitend op babybezoek gingen, reden we naar Haacht, maar het Brouwershof was, u raadt het al, dicht. Maar naast dat Brouwershof was een nieuw klein restaurantje met wereldkeuken, Atlas. Op dat punt kon het ons eigenlijk niet veel meer schelen waar we zouden eten, als het maar eten was. Maar het restaurant verbaasde ons: we kregen een klein hapje bij ons drinken, en ik had een heuse mango lassi besteld, want blijkbaar waren de eigenaars Indiërs. Kobe at daarna een trio van kroketten – garnaal, kaas en Breydelham – en ik gooide me op een uitstekende kip Tikka Massala. Ik heb het pannetje tot bijna de laatste druppel saus uitgelepeld…

IMG_0396

Daarna gingen we lekker buurten bij Peter, kregen we een rondleiding van zijn hele knappe huis in aanbouw – zelf wonen ze momenteel in het veredelde tuinhuis, met alles erop en eraan maar in het mini – en kletsen een eind weg. En daarna was het tijd om nog samen met mijn zoon een paar caches te zoeken, iets waarin hij niet slecht is.

IMG_0398

Enfin, het nodige gezoek en gewandel leidde ertoe dat het na zessen was tegen dat we terug thuis stonden, maar we hadden samen een heerlijke moeder-zoondag gehad. En dat was ook eens nodig.

Ugh

Ja, ik wil met plezier de presentatie doen van het Sidney Gale rugbygala, dat doe ik nu al een paar jaar. En nee, ik vind het niet erg dat ik de papieren met de basisteksten pas ter plekke in mijn handen krijg. De rest verzin ik er echt zelf wel rond.

Maar mij de avond voordien om zeven uur contacteren, en me alle losse fragmenten doormailen, terwijl ik een half uur later naar mijn koor moet, en mijn vrijdag volledig strak ingepland is, nee, dat vind ik niet oké. Het deed me prompt naar de maagzuurremmers grijpen, en mijn stresslevels piekten even, jawel.

Maar bon, ze gaan het oplossen, zodat ik morgen weer gewoon de nominaties in handen krijg, zoals gewoonlijk.

Ik hoop het. Ugh.