Generale
Yup, onze drie concerten komen angstwekkend dichtbij. Nu ja, zo angstwekkend is het niet, er is alleen nog wel wat werk, vind ik.
Gisteren was er generale repetitie: voor het eerst met het Ghent Symphony Orchestra, en ook met het voltallige Pro Musica uit Geraardsbergen. De locatie was de Vlerickschool aan de Reep, het vroegere Klein-Seminarie. Ik was daar eigenlijk nog nooit binnen geweest, maar wist van vroeger dat er een grote binnentuin was. Nu, tuin is het duidelijk niet meer, het is een betonnen ruimte geworden, jammer genoeg. Veel makkelijker in onderhoud, natuurlijk.
Binnen zongen we in de kapel waar in hout allerlei woorden uit de economische wereld stonden, zoals investment of capitalism. Vreemd, maar wel passend, op een of andere manier.
En de repetitie zelf? Wel, dat ging eigenlijk verbazingwekkend goed. De ondersteuning van het concert betekent heel erg veel: je zingt automatisch juister. Eigenlijk doe ik dat dus echt graag he. Je hart en ziel uit je lijf zingen, dat kan zo ongelofelijk veel deugd doen.
Dood.
Ik lig in mijn zetel, en ik ben niet van plan er vanavond nog uit te komen. Of zelfs maar een teen te verroeren.
Laat ons stellen dat ik er een klein beetje over ben gegaan vandaag. Klein beetje maar.
De voormiddag was weliswaar rustig, maar toch weer meer dan gewoon in de zetel liggen: met Wolf naar de Poel rijden, en een uurtje rustig in de Labath een manuscript zitten verbeteren, met een grote latte erbij. Thuis had Bart het eten al op tafel, en maar goed ook: om kwart over een stapten Wolf en ik alweer in de auto, richting OpenSchoolDag.
Ik geef toe: daar was ik een beetje over in mijn gat gebeten, jawel. Toen vorige week namelijk de dienstnota verscheen over de Openschooldag, zag ik dat ik zonder boe of ba gewoon was ingeschakeld op school, en dan nog voor een dubbele taak: zowel de medebar als het nemen van foto’s. Prompt mailde ik terug: dat ik nog steeds 100% in ziekteverlof ben, en met reden. Dat mijn lijf dat niet aankan, en dat ik dus niet van plan was de hele tijd te blijven. Ik kreeg een verontschuldigend mailtje terug: dat ze dachten dat ik sowieso kwam, en dat ze me daarom hadden ingeschakeld. Ik was er echt niet mee gediend: ik doe al, ondanks mijn ziekteverlof, de website en de rest van de communicatie, de flyers, de brochures, de integratielesjes: was een simpel telefoontje dan zo veel gevraagd misschien? Toen ik iets later dan de adjunct aan telefoon had, heb ik hem dat ook nog even meegedeeld.
Maar bon, tegen half twee stond ik dan toch op de OpenSchoolDag, waar mijn collega’s al volop bezig waren met leerlingen, en waar ik maar plaats moest nemen achter de bar. Een lieve, fotogekke collega kreeg mijn fototoestel in handen, en trok maar liefst 400 foto’s: mooi meegenomen!
Ik had gedacht van om half vier weg te gaan, een half uurtje te gaan liggen thuis, en dan te zorgen dat ik om 16.45 uur op de generale repetitie zou zijn voor ons concert morgen. Niet dus: er was echt veel volk, en ik bleef maar uitleg geven en mede schenken. Ik ben ook gaan zitten en voor een stuk blijven zitten, want het ging gewoon niet meer. Om vijf uur ben ik dan echt weggevlucht, terwijl Wolf achterbleef om in mijn plaats op te ruimen.
Ik ben nog even langs huis gegaan om een kwartiertje te gaan liggen en de pijn te laten wegebben, maar uiteindelijk stond ik om half zes dan toch weer op de generale repetitie, tot half acht. Toen konden ze me ongeveer samenvegen. Ik ben naar huis gereden, heb gegeten, en lig nu dus in de zetel. Pompaf. Plat.
’t Zal straks wel weer beteren hoor, maar nu nog eventjes niet.